Het is dit jaar 450 jaar geleden dat de Heidelbergse Catechismus te Heidelberg werd opgesteld en uitgegeven. Dit feit is en wordt nog op vele plaatsen in de wereld en in ons eigen land herdacht en gevierd.
Ook in ons kerkblad geven wij daar aandacht aan. Want het gaat om een catechismus die in onze kerken is aanvaard en nog steeds wordt gebruikt. Hier zien we naar de catechismus als belijdenisboekje, leerboekje en preekboekje.
Belijdenisboekje
Onze Christelijke Gereformeerde Kerken hebben tot grondslag de Bijbel als het Woord van God, de drie algemeen christelijke of oecumenische belijdenissen en de drie gereformeerde belijdenissen. Bij deze laatste behoort de Heidelbergse Catechismus. Nu is het wel heel bijzonder dat dit gereformeerde belijdenisboekje uit Duitsland afkomstig is.
In het keurvorstendom de Paltz regeerde vanaf 1559 Frederik III. Hij was een vroom man en bracht halve nachten door met de bestudering van de Bijbel en van theologische werken. Was eerst het Lutheranisme overheersend in de Paltz, tenslotte koos de keurvorst voor de gereformeerde visie. Hij benoemde Caspar Olevianus en Zacharias Ursinus tot hoogleraren aan de universiteit van Heidelberg.
Beiden waren nog jong, nog geen dertig jaar. Frederik III wilde ook het volk, vooral de jeugd, in de gereformeerde visie onderwijzen en thuis brengen. Bijzonder professor Ursinus heeft voor deze opdracht van zijn vorst veel werk verzet. Maar er zijn nog meer theologen bij het tot stand komen van de Heidelbergse Catechismus betrokken geweest. Zoals Theodorus Beza en Thomas Erastus. Eigenlijk werd het een teamproject. Er is ook winst gedaan met de catechismi te Zürich, Genève, Londen en Emden.
Zo werd op 19 januari 1563 de Heidelbergse Catechismus in de Paltz ingevoerd en als werkelijk gereformeerd belijdenisgeschrift aanvaard. Hij bestaat uit 108 vragen met antwoorden. Ook in andere landen kwam deze catechismus in gebruik. Ds. Petrus Datheen vertaalde het boekje in 1566 in het Nederlands. Het Convent van Wesel (1568) wilde, dat in de Nederlandse Hervormde Kerken de Heidelbergse Catechismus werd aangenomen.
Op de synode van Dordt werd besloten dat deze catechismus als enige voor de Nederlandse Kerken zou gelden. In de nationale synode van 's-Gravenhage 1586 wordt ondertekening ervan door de dienaren van de kerk voorgeschreven.
Zo is de Heidelbergse Catechismus als gereformeerd belijdenisboekje in onze kerken aanvaard.
Leerboekje
Uit de voorrede van de keurvorst, gedateerd 19 januari 1563, blijkt dat de bedoeling van dit boekje is dat de jeugd in de gereformeerde leer zou worden onderwezen op de scholen en in de kerken. De Heidelberger werd leidraad voor het onderwijs in de gereformeerde religie. Het onderricht daarin ging Frederik de Vrome zeer ter harte. Vandaar de vragen met de antwoorden. Dit was toen een leermodel voor de catechese, een doordachte wijze van leren voor jongelui en nog-niet-erg-ontwikkelden. Dit leerproces staat onder de belofte van de Heilige Geest, opdat het kind van het verbond zal komen tot het geloven in de drie-enige God en tot een leven naar zijn wil in alle sectoren van zijn bestaan. Het gaat om de leerweg van de doop naar de geloofsbelijdenis en het meevieren van het avondmaal.
Lange tijd is de jeugd van de kerken uit de Reformatie in dit leerboekje uit Heidelberg onderwezen. Het is wereldwijd verspreid. Generaties jongeren, ook in ons land, zijn erdoor gevormd. Vroeger moesten jongeren vóór de middagpreek de aan de orde zijnde antwoorden van de Heidelbergse Catechismus in de kerk opzeggen. Op school werden deze aangeleerd. Uit dit onderwijs zijn degelijke predikanten, ouderlingen, diakenen en kerkelijke werk(st)ers voortgekomen.
Toch is het gebruik van dit leerboekje langzaamaan afgenomen. In de periode van de Franse Republiek werd de Heidelbergse Catechismus als leerboek op de catechisaties almeer vervangen door andere lesboekjes, bijvoorbeeld door het uiterst populaire vragenboekje van ds. Abraham Hellenbroek (1e editie 1706). Momenteel wordt maar in weinig gemeenten de Heidelberger nog uitgelegd en geleerd. Men beweert dat de maatschappelijke en wereldwijde ontwikkelingen het veld van het religieuze leven grondig veranderd hebben. Men vindt het didactisch en pedagogisch niet meer verantwoord jongeren door de Heidelbergse Catechismus te vormen. De taal van vandaag is anders; de manier om het geloven, beleven en getuigen moet ingepast in onze huidige multiculturele en -religieuze levensinstelling. Hier zou deze catechismus niet op ingesteld zijn.
De vraag is echter of de huidige vorming van de jeugd, de kerk van de toekomst, hen wél instrueert en weerbaar maakt voor de taken en de stormen van nu en van morgen. Wie geeft ons een leerboek voor de gereformeerde jeugd van de eenentwintigste eeuw? Daar is meer dan ooit behoefte aan!
Preekboekje
In 1564 kwam de vierde druk van de Heidelbergse Catechismus uit en werd dit boekje opgenomen in de kerkorde van de Paltz. Voorgeschreven werd dat er elke zondag vóór de preek een gedeelte hieruit moet worden voorgelezen. Ook de ouderen moesten dit leerboekje leren kennen. De predikanten moesten elke zondagmiddag over de catechismus preken. Vandaar de tweeënvijftig zondagafdelingen. Dan kon men er in één jaar doorheen komen. In de steden van de Paltz werd het weldra gewoonte op zondagmiddag diensten te houden waarin de tekst van deze belijdenis voor jongeren en volwassenen werd uitgelegd en toegelicht.
Vooral in ons land kwam de catechismusprediking tot grote bloei. Vanaf 1572 werd het in de gereformeerde kerken in Nederland gebruikelijk over de Heidelbergse Catechismus te preken. Zelfs heeft de classis Dordrecht in 1583 verordend dat een theologisch student op iedere classicale vergadering twee proefpreken moest houden: één uit de Heilige Schrift en één uit de Heidelbergse Catechismus!
De Catechismuspreek werd een algemeen voorschrift en zo staat er in artikel 68 van onze kerkorde: 'De dienaren des Woords zullen eenmaal des zondags in de bediening des Woords de Heidelbergse Catechismus verklaren'.
Eerst was er nogal wat verzet tegen de catechismusprediking. In Gouda werd deze in 1597 zelfs weer afgeschaft. Maar na 1619 werd in deze stad deze prediking weer hervat. Ondanks tegenstand van Remonstranten en onder andere ds. Jacobus Koelman (1678) heeft de catechismusprediking zich in Nederland weten te handhaven. Vooral in kerken van gereformeerd belijden. Er kwamen spoedig bundels catechismuspreken uit, bijzonder in de achttiende eeuw, bijvoorbeeld van ds. Johannes van der Kemp en ds. Bernardus Smytegelt. In vacante gemeenten kon men deze nu lezen. Ik zelf heb als jongen al de catechismuspreken van de 'oude schrijver' ds. Theodorus van der Groe (1705-1784) horen voorlezen. Iemand heeft berekend dat vandaag aan de dag in Nederland nog een 250.000 mensen naar een catechismuspreek luisteren! Kennelijk bezit de Heidelbergse Catechismus zo'n vitale boodschap, dat zij de eeuwen overleeft.
De Heidelbergse Catechismus is dus een eminent preekboekje. Leerzaam voor predikanten om er steeds mee bezig te zijn. En voor gemeenteleden om al meer te leren kennen de enige troost, het unieke houvast, voor leven en sterven namelijk dat ik in heel mijn bestaan het eigendom ben van mijn getrouwe Zaligmaker Jezus Christus. Wat is er beter!
Hoogeveen
T. Brienen