Een ‘slaaf van Jezus Christus’ is full time in dienst.  Hoe ver strekt dat? Zijn er wel grenzen? Er is een tendens om het predikantschap toch uit te gaan drukken in uren dienst. En, o, wat hebben we het toch druk.... Liever een ander gerucht over onze ‘Baas’!

Meer dan werken

Natuurlijk is dit verhaal een persoonlijk gekleurd verhaal. Niet iedere ‘slaaf van Christus’ zal mijn zienswijze delen. Toch meen ik dat er hier en daar wel normatieve elementen te noemen zijn, en dat zal ik ook doen. Mijn denken over de predikant als gezinslid en als gemeentelid – daar zou het accent deze keer op vallen - wordt bepaald door wat Paulus aan Timotheüs schreef in 1 Timotheüs3: 6-16. Heel kort op een noemer gebracht in vers 15: ‘Wéés in deze dingen’. Dat is een prachtige, kernachtig uitdrukking. Het gaat niet om 24/7 doen. Er staat ook niet ‘doe deze dingen’. Het gaat om je dienstwerk als een zijn, je bestaan als dienaar is een opgave en gave van 24/7/365.

Weet een predikant dan wel een keer van ophouden? Waarschuwt hij tegen werken, werken, werken, en draaft hij zelf de ganse dag (en nacht) door? ‘Wanneer hebt u uw vrije dag?’, is een vraag die nog wel eens gesteld wordt. Wanneer ik antwoord: ‘Ik heb geen speciale vrije dag of u moet de zondag bedoelen’, dan verraden blikken enige bezorgdheid of worden deze zelfs bestraffend. Toch meen ik in alle ernst dat de zondag voor mij echt als een vrije dag voelt. Die dag beleef ik altijd als afgeschermd en beschermd. Die dag hoef ik niet zoveel dingen – bezoeken, artikelen schrijven, colleges voorbereiden, beantwoorden van e-mails et cetera - en mag me wijden aan de verkondiging. En dat is ook mee-luisteren. Over de predikant als gemeentelid gesproken!

Laat ik daarbij ook niet de gemeentezang vergeten. Het uit mogen zingen van de lof des HEEREN en je eigen nood meeklagen of juist de nood van anderen. Daarnaast is er op zondag tijd voor het gezellig koffiedrinken en hoort bij deze feestdag ook een zondagse maaltijd. Ik heb dus niet zo’n behoefte om wat ‘dramatisch’ over een zondag te doen en vervolgens het recht op een vrije dag te claimen. Natuurlijk speelt hierbij ook de ‘aard van het beestje’ mee. De Koning van de kerk vraagt ook niet van iedere onderdaan of iedere dienaar van het Woord precies hetzelfde. Wel dat hij trouw is!

Vrije zondagen

Toch meen ik wel te kunnen zeggen dat ik in de loop van de jaren wat geleerd heb. Het antwoord ‘nee’ kon ik aanvankelijk nauwelijks uitspreken. En nog altijd vind ik het moeilijk. Wellicht zou ik het nog vaker moeten beoefenen, maar aan de andere kant: er is ook veel werk te doen en het werk is het waard. Liever anders gezegd: de HEERE is het waard en de mensen ook. Nog weer even terug naar Timotheüs: het heeft ook te maken met ‘wees hierin’. Daarmee zeg ik niet – wat ik vroeger wel eens gedacht heb – dat ‘nee’ zeggen tegen een derde of vierde dienst een zonde van nalatigheid is. Ook tijdens de vakantiezondagen ben ik op een gegeven moment gestopt met preken. Heerlijk om twee zondagen bij je vrouw en kinderen in de kerk te zitten. En dat gebeurt heel af en toe wel een keer vaker.

Ik hoop duidelijk gemaakt te hebben dat de zondagen voor mij geen werkdagen zijn. Daarmee heb ik echter niet de (in)spanning weggewuifd die eigen is aan het voorgaan in de erediensten. Maar die is van totaal andere orde dan de (in)spanningen rond colleges, catechisaties, lezingen e.d.. Het zijn werkdagen van een geheel eigen aard. Daarom heb ik ook gewoon mijn ‘bijzondere’ vrije zondagen, zondagen waarop ik elders het Woord bedien. Soms is echter de drukte van een vrije zondag groter dan van een zondag voorgaan in je eigen gemeente, zeker als je een dag van huis bent.

Tijd voor het gezin

Kan je vrouw op je rekenen, en je kinderen? Ik zal niet ontkennen dat een predikantsvrouw grote offers moet brengen, evenals de echtgenotes van de broeders ouderlingen die vaker meer dan één avond per week hun wijk ingaan. Om je werk vol te kunnen houden, heb je trouwens ook wel de rust nodig van het weten dat je vrouw erachter staat. Heb ik voldoende rekening gehouden met mijn gezin? Ik zou het niet durven zeggen. Dat laat ik liever aan hen over. We hebben een heerlijk gezin en we gáán voor elkaar. Zonder enige schroom kan ik zeggen dat mijn vrouw en mijn kinderen me heel kostbaar zijn. De HEERE heeft ons veel gegeven, onverdiende gunst. Dat bedoel ik in ernst en niet als holle frase.... Bovendien is er geen van de kinderen die de gedachte heeft: ‘prima kerel, mijn vader, maar jammer dat ‘ie dominee is’.

Nu de kinderen trouwens ook ouder zijn geworden (we hebben er nog twee echt thuis) kunnen we ook gemakkelijker eens samen even er tussenuit. Die luxe gunnen we elkaar de laatste jaren wel iets meer. In dat opzicht heeft mijn vrouw toen alle kinderen nog klein waren en je in het winterseizoen vaak vier achtereenvolgende avonden weg was wel tropenjaren gehad. Had dat anders gekund? Had ik werkdagen meer moeten afbakenen? Minder bezoeken, minder preken, minder kerkelijke taken op me nemen? Ik zeg niet dat een bepaalde manier van structuur aanbrengen in je werk niet nodig is. Integendeel. Een ijzeren discipline is ook een zegen. Toch hoop ik dat er ook bij een jongere generatie er iets blijft van het ‘wees er in’ en er niet een vergaande verzakelijking optreedt. Alleen mag dat ‘wees er in’ geen dekmantel worden om je ‘messiascomplex’ te verbloemen!

Hoe dan wel? Neem mijn leven, laat het Heer, toegewijd zijn aan Uw eer (...). Neem mijn uren en mijn tijd, maak me tot Uw dienst bereid.

Tijd voor jezelf

‘Altijd herkenbaar zijn als dominee?’, zo luidde een van de vragen. Ik geloof niet dat er zoiets is als ambtskleding. Wel is er in een heel deel van de gereformeerde gezindte in ons land nog steeds gebruikelijk dat dominees in grijs-, blauw- of zwarttinten lopen. Ik denk niet dat je hier wettisch, maar wel wijs mee moet omgaan.

De informalisering van de laatste decennia heeft er mede toe geleid dat dominees zich - ook in de eigen gemeente en op kerkelijke vergaderingen - meer bewegen in vrijetijdskleding. Dat is niet wijs en soms werkelijk stijlloos en dit laatste past niet bij de stijl van het Koninkrijk. Ik bedoel werkelijk ‘stijl’ en niet ‘stijf’. En dan is herkenbaarheid werkelijk iets gevarieerder dan driedelig zwart en bovendien ook ruimer: het heeft allereerst te maken met wie je bent als christen. Wie geen vrucht van de Geest draagt, draagt zijn al of niet zwarte pak als camouflage.

Altijd herkenbaar? Ik denk dat je je naar de omstandigheden moet kleden. Op zondagen draag ik met vreugde driedelig zwart met witte das. Maar als ik in de tuin bezig ben, is het werkelijk anders. Op vakanties zal ik me ook kleden naar de omstandigheden. Wanneer ik ergens alleen een wandeling maak, is dat anders dan wanneer ik een winkelcentrum op zou zoeken. In ieder geval alsjeblieft geen casuïstiek.... Graag wel een beetje ‘Koninklijke’ stijl.

‘Geef acht op uzelf en op de leer’ staat bijna meteen achter het ‘wees erin’. Het eerste heeft ook betrekking op de geestelijke zelfdiscipline, het persoonlijk Bijbellezen en bidden. Zonder deze ‘stille tijd’ holt je leven uit. Het mediteren in de stilte van de studeerkamer of gewoon onderweg of waar dan ook maar, is nodig en nuttig. En dan is dienaar-van-het-Woord-zijn ook een onnoemelijk groot voorrecht. Je bent vrijgesteld om het Woord te onderzoeken en vervolgens uit de opgedelfde schatten uit te delen en Gode zij dank er in te delen. Tijd voor jezelf = tijd voor de Ander en anderen.

Kampen

M. J. Kater

 

Dr. M. J. Kater is predikant te St. Jansklooster en docent dogmatiek en apologetiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn


Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...