In het vorige artikel heb ik beschreven dat ik in het boek Herstellers veel herken. Met name in de beschrijving van een nieuwe generatie christenen in Amerika, die Herstellers worden genoemd, zie ik veel aanknopingspunten voor gemeente-zijn in deze moderne tijd. Daarover gaat dit vervolgartikel.
In veel christelijke gemeenten is de laatste jaren een bezinning op gang gekomen over de vraag hoe je ‘kerk in deze wereld’ kunt zijn. De samenleving om ons heen verandert. Die veranderingen lijken steeds sneller te gaan. Denk maar eens aan alle ontwikkelingen op het gebied van media en communicatie. Ter illustratie. Ongeveer twintig jaar geleden, voordat mijn vrouw Caroline en ik waren getrouwd, moest zij tijdens haar vakantie op Terschellling in de rij voor een telefooncel wachten om mij te kunnen bellen. Nu staan diezelfde telefooncellen als ongebruikte monumenten in het landschap. Onze kinderen kunnen zich er niets bij voorstellen! Ik zelf kan me niet voorstellen waar deze ontwikkelingen over twintig jaar toe hebben geleid. U wel?
De samenleving verandert en ontwikkelingen lijken steeds sneller te gaan. Je zou kunnen zeggen, de kerk ontkomt niet aan de vraag: hoe willen wij kerk in deze wereld zijn?
Voordat ik het beloofde voorbeeld ga beschrijven, wil ik eerst nog een belangrijk onderscheid maken. Namelijk het onderscheid tussen een christen als individu en een groep christenen die samen een gemeente vormen.
Voor beide, zowel het individu als de gemeente, is bovenstaande vraag (Hoe willen we kerk in deze wereld zijn?) belangrijk. De vraag kan ook luiden: op welke manier wil ik, willen wij van betekenis zijn, voor de wereld om ons heen? Ik denk dat het antwoord op deze vragen per persoon kan verschillen. Mensen, christenen hebben verschillende gaven gekregen. Maar het antwoord van de christelijke gemeente, van een aantal christenen samen, lijkt mij een evenwichtig en totaalplaatje.
Dronten
In de Christelijke Gereformeerde Kerk in Dronten hebben we uitgesproken dat we 'missionaire gemeente' willen zijn. Daarmee zijn we niet uniek. Veel kerken in Nederland spreken iets dergelijks uit en ondernemen vervolgens ook acties daarop.
Een flink aantal gemeenteleden in Dronten, van zowel de Christelijke Gereformeerde Kerk als van de Nederlands Gereformeerde Kerk, hebben afgelopen winter de cursus ‘getuigende gemeente’ gevolgd. Daarnaast houden we twee keer per maand op de zondagmiddag een zogenaamde ontmoetingsdienst, een laagdrempelige dienst waarin we de blijde boodschap van het evangelie op een begrijpelijke manier willen uitdragen.
Missionaire gemeente-zijn past bij de eerste groep christenen uit het boek van Gabe Lyons. Christenen die zich vooral bezig houden met evangelieverkondiging.
In de cursus ‘getuigende gemeente’ in Dronten hebben gemeenteleden ervaren hoe lastig het soms kan zijn om de inhoud van het evangelie aan anderen te vertellen. Niet iedereen is daar even goed in. Je kunt je zelfs de vraag stellen of evangelieverkondiging op deze wijze voor iedere christen een must is. Want niet iedereen heeft dezelfde gaven gekregen.
Recent is binnen onze gemeente in Dronten het beeld wat verbreed. Naast ‘missionaire gemeente’ willen we ook ‘diaconale gemeente’ zijn. Diaconale gemeente-zijn past bij de tweede groep christenen uit het boek van Gabe Lyons, christenen die zich vooral bezig houden met barmhartigheidswerk. Zo’n verbreding, missionaire gemeente én diaconale gemeente, kan overkomen als zwalkend beleid van een gemeente of van een kerkenraad. Zelf zie ik het veel meer als een evenwichtig verhaal. Een typering van een gemeente die antwoord geeft op de vraag op welke manier zij in onze huidige samenleving van betekenis wil zijn. Een typering die ook recht doet aan de diversiteit van gaven in de gemeente.
Evenwichtig en bijbels verhaal
Aan het einde van het eerste artikel gaf ik aan, dat ik in de beschrijving van de herstellers, evangelieverkondiging en barmhartigheidswerk bij elkaar zie komen. Dat is ook waarom het boek mij zo aanspreekt. Datzelfde ervaar ik bij de aandacht voor missionaire gemeente én diaconale gemeente.
In het schema heb ik een en ander duidelijk proberen te maken.
Opdracht |
Kerk in deze wereld – op de weg van herstel gereformeerd in de leer, christelijk in het leven
|
|
Focus |
Missionaire gemeente · Zorg om ‘wat verloren gaat’
è Getuigen (spreken) |
Diaconale gemeente · Zorg om ‘wie in nood zijn’
è Handelen (doen) |
Vraagstukken |
Meer intern: · Goede gelegenheid · Goede communicatie (gesprek) · … |
Meer extern: · Armoede (zie voedselbank) · Schulden (zie schuldhulpverlening) · …
|
Gaven |
Zie metafoor over lichaamsdelen: hand, voet, oor, oog, … Zie metafoor over gaven: spreken, luisteren, doen, …
è Diversiteit aan gaven in de christelijke gemeente |
|
Uitdaging |
Opdat wij als christenen van betekenis en tot zegen mogen zijn…
|
De opdracht aan kerken en christenen is wat mij betreft helder. Jezus zelf stuurt zijn discipelen de wereld in om de blijde boodschap van Hem door te vertellen. Tegelijkertijd heeft Jezus ons het geloof voorgedaan. Hij stelde zich dienstbaar op, Hij waste de voeten van zijn discipelen. Hij leefde een christelijk leven voor. De apostel Jakobus legt daar in zijn brief ook de vinger bij. Hij schrijft heel duidelijk dat bij het christelijk geloof, spreken en doen hand in hand dienen te gaan. Met de mond Jezus belijden, maar het in je daden niet laten zien, noemt Jakobus een dood geloof.
Met deze korte verwijzingen wordt direct duidelijk dat getuigen en handelen bij elkaar horen. Het een kan niet zonder het ander. Vandaar ook dat missionaire gemeente en diaconale gemeente-zijn bij elkaar horen. Het gaat om ‘kerk-zijn in deze wereld’. Niets meer, niets minder.
De verbreding, missionaire gemeente én diaconale gemeente, past denk ik ook beter bij een aantal Bijbelgedeelten waarin het over de diversiteit in de gemeente(n) gaat. In het schema worden er twee aangehaald.
In 1 Korintiërs 12 gaat het over vele gaven en één Geest. Het lichaam wordt daar beschreven als een eenheid en tegelijk als een veelheid van delen: oren, ogen, handen en voeten. Alle ledematen zijn nodig voor een goede samenwerking en samenhang.
Zo is het volgens datzelfde hoofdstuk ook met gaven in de gemeente. God heeft in de gemeente aan allerlei mensen een plaats gegeven: apostelen, profeten, leraren, mensen die wonderen kunnen verrichten, die kunnen genezen, mensen die bijstand verlenen of leiding kunnen geven of in klanktaal kunnen spreken. Maar niet iedereen is apostel of profeet of leraar. Mensen hebben hun eigen gaven, die ze in dienst van anderen mogen en moeten inzetten.
Tussen twee haakjes. In het rijtje gaven (1 Kor. 12 vers 28 t/m 30) staat een aantal gaven die gericht zijn op herstel…
Maar boven al de genoemde gaven uit gaat de liefde. Van het drietal, geloof, hoop en liefde, is de liefde de grootste!
De uitdaging voor christenen in onze moderne tijd is om van betekenis te zijn, als een lamp op een berg. Om tot zegen te zijn. Een zoutend zout, tot heil van alle mensen.
In het volgende en laatste artikel enkele gedachten over de concrete invulling daarvan, Nederland anno 2013.
Dronten
Wiggele Oosterhoff