De generale synode heeft vorige week vier dagen aaneen vergaderd in de Oenenburgkerk te Nunspeet. Op de eerste dag, dinsdag 1 oktober, werd vooral gesproken over de eenheid met gereformeerde belijders in Nederland en over de jeugd van onze kerken.
Als kerken hebben we al vele jaren goede contacten met de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland. Namens het hoofdbestuur van de bond sprak ds. A. J. Mensink de vergadering van de generale synode van onze kerken toe. 'Wij voelen ons thuis bij u', zo waren zijn eerste woorden.
Er is een hartelijke herkenning van elkaar in de wijze waarop de Schriften worden gelezen en in de liefde tot de gereformeerde belijdenis. Die herkenning krijgt gestalte in contacten op allerlei niveau. Ze blijkt ook in gesprekken.
De gesprekken tussen het hoofdbestuur van de bond en deputaten van onze kerken zijn in de loop van de jaren frequenter en intensiever geworden. Er is een besef van urgentie. 'We hebben elkaar nodig', aldus ds. Mensink. Hij noemde de voortgang van het theologisch onderwijs in Nederland en de opleiding van predikanten. Die opleiding is van vitaal belang voor de kerken. Maar goed theologisch onderwijs is niet vanzelfsprekend, zeker niet in onze tijd. Daarom moeten we elkaar ondersteunen in de zorg daarvoor, aldus de voorzitter van de bond.
Ook noemde hij een ander punt: het thema homoseksualiteit. De vragen op het gebied van huwelijk, gezin en seksualiteit zijn groot. Gezamenlijke bezinning daarop is meer dan nodig.
Nieuw is dat onze kerken via haar deputaten gesprekken hebben gevoerd met het moderamen van de Protestantse Kerk in Nederland omdat het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond daarom vroeg. Ds. Mensink pleitte ervoor dat deze gesprekken worden voortgezet: 'Dan kan het moderamen van de protestantse kerk krachtiger worden aangesproken op de gereformeerde belijdenis'.
Kansels open
De voorzitter van de generale synode, ds. D. Quant, onderstreepte de wederzijdse geestelijke herkenning. Hij wees er verder op dat hier en daar wordt samengewerkt. Landelijk zijn er goede contacten. Plaatselijk bestaan er soms al nauwe vormen van samenwerking.
Verheugend is het dat onze theologische universiteit verscheidene hervormd-gereformeerde studenten telt. 'In verbondenheid met elkaar mogen we rijkdommen opdiepen uit de Schriften en zoeken naar de wil van de Here is', aldus de synodevoorzitter.
De bespreking van de relatie van onze kerken tot de Gereformeerde Bond leverde een bijzonder besluit op: voortaan mogen predikanten van hervormd-gereformeerde signatuur preken in kerken van ons kerkverband. Wel moeten de kerkenraden van ons kerkverband die deze predikanten toelaten zich ervan hebben vergewist dat de desbetreffende predikant zich gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis.
Bedacht moet worden dat dit besluit niet is genomen om preekvoorzieners een handje te helpen bij het invullen van het preekrooster. Uiteindelijk bedoelt dit besluit de bevordering van de eenheid tussen kerken en het komen tot plaatselijk nauwer samenleven. Juist in een plaatselijke situatie zal dit besluit zijn vruchten kunnen afwerpen.
Dit besluit past in een ontwikkeling. Een dergelijke regeling was er al met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en de Hersteld Hervormde Kerk.
Nationale Synode
Op 25 en 26 oktober wordt de Nationale Synode gehouden in Dordrecht. Overigens werkt het woord 'synode' in dit verband wel wat verwarrend. Eigenlijk is dit geen synode. Het is meer een ontmoetingsplaats tussen christenen. Dat wil deze 'synode' ook zijn: een platform waar vooral protestantse christenen elkaar kunnen ontmoeten. De bedoeling is het geloofsgesprek op gang te brengen.
Een keer eerder is een Nationale Synode gehouden, in 2010. Toen is een afvaardiging uit onze kerken daarnaartoe gegaan. Dat zal ook dit jaar weer gebeuren, zo werd in Nunspeet besloten. Aan deputaten eenheid met gereformeerde belijders werd daarbij wel een opdracht meegegeven. Ze moeten bevorderen dat de Nationale Synode een appel doet op onze samenleving zich door het Woord van God te laten gezeggen. Het zou tot zegen zijn wanneer vanuit Dordrecht een signaal zou uitgaan naar de samenleving toe.
In dit verband keurde de generale synode goed dat iemand uit onze kerken zitting heeft in de stuurgroep van deze 'synode'. Namens deputaten eenheid zal ds. W. van 't Spijker, predikant in Hilversum, die plaats innemen.
HHK
Voor het eerst was een delegatie uit de Hersteld Hervormde Kerk op een synode van onze kerken aanwezig. Ds. D. Heemskerk sprak de vergadering toe. Hij memoreerde dat een deel van de hervormden zich indertijd niet kon verenigen met de nieuw gevormde Protestantse Kerk in Nederland. Dwaling had daar een legitieme plaats gekregen. Het gezag van de heilige Schrift was ernstig aangetast, aldus ds. Heemskerk. Velen wilden de 'oude' hervormde kerk voortzetten. Dat heeft in veel plaatsen tot scheuring geleid. Een verdrietige zaak.
Ds. Quant onderstreepte de verdrietige reden dat afgevaardigden uit deze kerk op onze synode aanwezig waren, maar wilde geen oordeel geven over het ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk. 'Dat past ons niet', zo zei hij. 'Bovendien hebben wij genoeg aan onszelf.'
De voorzitter herinnerde eraan dat de Hersteld Hervormde Kerk ons in 2010 ertoe heeft gebracht kansels open te stellen voor kerken waarvan wij hebben uitgesproken dat zij staan op de grondslag van Gods heilig Woord en de gereformeerde belijdenis. Ze heeft ons erbij bepaald dat juist die openstelling een mogelijkheid kan zijn elkaar als kerken beter te leren kennen. Het kan op die wijze een middel zijn op weg naar eenheid. De synode besloot de contacten met de Hersteld Hervormde Kerk voort te zetten. Plaatselijke gemeenten worden aangemoedigd te zoeken naar samenwerking.
Jongeren
Tijdens deze tweede zitting van de generale synode werd eveneens gesproken over de jeugd van de kerk. De deputaten binnen onze kerken die zich bezighouden met kerkjeugd en onderwijs werken nauw samen met de beide jeugdorganisaties van onze kerken: de Christelijke Gereformeerde Jeugdwerkorganisatie (CGJO) en het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ). Verheugend is dat beide organisaties overleg hebben met elkaar. Er wordt ook het een en ander samengedaan. Iets daarvan kon de vergadering van de synode zien toen beide organisaties een gezamenlijke presentatie gaven.
In het verleden werd het bestaan van twee organisaties wel eens een zwakte genoemd: het toont de brede verscheidenheid. Nu is het misschien wel een sterk punt. Via beide organisaties wordt heel het kerkverband bestreken. Zo kan de zorg voor jongeren door de kerken gestalte krijgen en kunnen ouders worden geholpen bij de opvoeding van hun kinderen.
Bijstand
Veel kleinere gemeenten binnen ons kerkverband ontvangen financiële ondersteuning vanuit het kerkverband. Dit betreft gemeenten van minder dan 250 leden. Maar met het oog op deze steun moet wel het een en ander worden geregeld.
De generale synode onderstreepte dat kleinere gemeenten niet zomaar een predikant mogen beroepen. Willen zij dat toch doen, dan zullen ze advies moeten vragen van deputaten onderlinge bijstand en advies. Stel dat een gemeente een predikant heeft beroepen en na een tijdje blijkt dat zij zijn traktement niet kan betalen. Dan is er een probleem en zal steun moeten worden aangevraagd vanuit de kas onderlinge bijstand en advies. Dat is een ongewenste situatie. Daarom is het een goede regel dat een kleinere gemeente pas een beroep mag uitbrengen wanneer deputaten schriftelijk toestemming daartoe hebben gegeven. Niemand komt dan voor verrassingen te staan.
De consulent heeft daarin een taak. In Nunspeet werd die taak bevestigd. De consulent mag in voorkomende gevallen pas zijn handtekening onder een beroepsbrief zetten wanneer hij heeft vastgesteld dat de gemeente toestemming heeft verkregen van de kas onderlinge bijstand en advies. Daartoe wordt een zin toegevoegd aan de conceptberoepsbrief zoals die in de kerkorde staat vermeld.
En verder: het is een goede gewoonte dat aan het begin van de eerste vergaderweek een telegram wordt verzonden naar het koninklijk huis. Dat gebeurde ook dit keer. Op die manier hebben wij als kerken ook tijdens de generale synode onze verbondenheid betuigd met koning Willem-Alexander. Die verbondenheid werd verder geuit door het zingen van twee coupletten van het Wilhelmus.
Volgende week de tweede dag uit de eerste volle synodeweek.
Feanwâlden
D. J. Steensma