Een christen leeft bij het Woord van God, zoekt in gebed zijn aangezicht en bouwt op zijn beloften. Juist ook in tijden van beproeving. Hij verlangt er naar Gods wil te doen en gehoorzaam te wandelen naar zijn aanwijzingen. Heilig en toegewijd. Als discipel volgt hij Jezus na, met vallen en opstaan weliswaar, maar toch, hij zoekt naar een leven in overeenstemming met de wil van zijn Heiland. Dat alles vraagt om geestelijk leven, een leven met en voor God. In deze serie willen we jou en onszelf daarin opbouwen.
‘Wie in Gods Koninkrijk wil leven, moet eerst in Gods Koninkrijk zijn binnengegaan.’ Een uitspraak van Francis Schaeffer in zijn veel gelezen boek ‘Leven door de Geest’. Het is een belangrijke opmerking. Te gauw kunnen we het begin van het geestelijke leven overslaan. Terwijl het begin juist bepalend is voor alles wat volgt en hoe het volgt. Geestelijk leven is het nieuwe leven uit en door de Heilige Geest. Wie dat vergeet, wie dat niet kent zal blijven proberen uit eigen kracht en naar eigen inzicht te leven. Het blijft dan een eigen inspanning. Het wordt ook krampachtig. De vraag is of het dan een leven is met en voor de Here.
Voorbeeld
We kennen, naar ik denk, allemaal de geschiedenis van het gesprek van Nicodemus met Jezus. Je vindt het beschreven in Johannes 3. We kunnen zonder meer zeggen dat Nicodemus een zeer geestelijk man was. Zo voor het oog was hij de Here en zijn dienst toegewijd. Hij laat zijn deskundigheid op dat gebied dan ook vanaf het begin blijken: ‘Rabbi, wij weten…’. Toch laat de Here Jezus Nicodemus merken dat hij iets fundamenteels mist, namelijk het begin van echt geestelijk leven: de wedergeboorte. Dat is iets wat Nicodemus kent noch begrijpt. Hij meende geestelijk te kunnen leven door veel kennis of door zijn eigen manier van toewijding. Dat snijdt de Here Jezus radicaal af.
Ontdekkend
Het is voor Nicodemus een verbijsterende ontdekking. En het moet voor ons een werkelijke ontdekking zijn: geestelijk nieuw leven begint niet bij mijzelf. Niet door mijn inspanning en mijn manier van toewijding en inzet en discipline, maar bij God door de Heilige Geest. Hij werkt bekering en wedergeboorte op zijn eigen onnavolgbare manier. Het is van groot belang dat u, jij en ik dat goed inzien.
Binnengaan
Wie niet door wedergeboorte het Koninkrijk is binnengegaan, zal - mogelijk zonder dat hij het zelf merkt - doen alsof hij in het Koninkrijk leeft. Zie Nicodemus. Dan is ons zogenaamde geestelijke leven schijn. Het put niet uit de Levensbron, de Heilige Geest. Het gevolg is dat je krampachtig in eigen kracht probeert het geestelijke leven vol te houden. Het zal wettische trekken krijgen, waarin de eigen prestaties voorop staan. Immers, die wegen dan zwaar voor je. Die gelden immers als kenmerk van je geestelijke leven. Het zal er dan om gaan dat je zelf je zonden er onder krijgt en ze overwint. Het zal er dan om gaan dat je zelf de vruchten van de Geest wilt laten zien.
Ontvangen
Wie wil geven, wie zichzelf wil geven, moet eerst ontvangen. Jezus zegt tegen Nicodemus dat de Geest het nieuwe leven doet ontvangen op onnavolgbare wijze. De Geest werkt als de wind soeverein, maar ook onweerstaanbaar. Dat mag ons tot troost zijn. Wil er geestelijk leven zijn dan moet de Heilige Geest worden ontvangen. Dan moet het komen tot de vervulling met de Heilige Geest. De Geest wordt ons door de Here beloofd en die belofte wordt door Hem vervuld. Daar mogen we op bouwen en daar mogen we ons naar uitstrekken in gebed: ‘Kom Heilige Geest, doorwaai mijn hof’. Wie door de Geest in Gods Koninkrijkrijk is geboren, mag en kan als kind in Gods Koninkrijk leven. Niet langer slaaf meer, niet langer meer de regel van wet op wet en gebod op gebod. Nee, je mag en kunt dan leven met de vrijheid van de kinderen Gods. Het geestelijke leven is dan te typeren als ‘vreze des Heren’ en ‘vroomheid’, een hartelijke liefde tot de Here en zijn dienst. Een liefde die blijkt in woord en levenswandel.
Ontkramping
Er verschijnen veel boeken over geestelijk leven. En ze worden veel gelezen of in groepen besproken. Dat is mooi. Wat mij opvalt in veel van die boeken is dat er zoveel moet. Stapel je alle aanwijzingen in zo’n boek op elkaar, dan krijg je de indruk dat je wel heel veel moet wil je echt kunnen zeggen: ‘Ik leef geestelijk.’ Je moet zonden belijden en ermee breken, je moet op tal van terreinen discipline laten zien, de vrucht van de Geest moet echt in je doorwerken en je moet er aan werken dat dat nog meer gebeurt. Op zich natuurlijk allemaal belangwekkende zaken. Het gevaar is echter dat het leven voor Vader zoiets wordt als het leven van de oudste zoon in Lukas 15. Ook die was zijn vader uitermate toegewijd en trouw. Hij hield zich wel aan de regels, hij ontspoorde niet. Zo leek het. Maar hij miste de kern. Hij miste het begin. Hij was geen kind van zijn vader geworden. Hij zag zichzelf als knecht. Hoe belangrijk om het begin te kennen en daaruit te leven. Door de Vader als kind uit onverdiende genade aangenomen en Zijn Koninkrijk binnengehaald om met en voor God de Vader te leven en Hem te dienen. Als Zijn kind!
Assen
Stoffer Otten