De morgen van de eerste dag van de tweede synodeweek was gewijd aan het zendingswerk.
's Avonds kwam de relatie met de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) aan de orde. Verder werden op deze dag, dinsdag 29 oktober, nog enkele zaken besproken met betrekking tot het pastoraat en de eredienst.
Zending is actief op vele fronten. Vijf zendingsgebieden bevinden zich in Afrika beneden de Sahara, twee gebieden liggen in het verre Oosten (Azië).
Op allerlei wijzen krijgt het zendingswerk gestalte. Zendingswerkers helpen kerken of organisaties in de verkondiging van het evangelie, toerusting van gemeenteleden, gemeenteopbouw en gemeentestichting. Belangrijk in dat werk is het doorgeven van de gereformeerde omgang met de Heilige Schrift. Die omgang met de Schrift heeft grote waarde. Verblijdend is dat de kerken op het zendingsterrein dit onderstrepen.
Lang hebben zendingswerkers zich gericht op gebieden buiten Europa. Maar dat verandert langzamerhand. Meer en meer komt ons eigen continent in het vizier. Wat dat betreft hebben onze kerken iets van een blinde vlek gehad. In toenemende mate wordt de urgentie gezien van verkondiging van evangelie in Europa. De synode gaat akkoord met het voorstel van deputaten zending om zich meer daarop te richten.
Maar deze vorm van zending brengt wel specifieke vragen met zich mee. Het maakt uit of je het woord van God verkondigt in een gebied dat nog nooit daarvan heeft gehoord of in een gebied dat eens christelijk was. Dat is een vraag waar deputaten zending zich mee bezig moeten houden: Hoe verkondig je het evangelie in een continent dat afscheid heeft genomen van de christelijke traditie?
Met het oog op dit nieuwe speerpunt in hun werk gaan deputaten de komende jaren missionaire projecten van gereformeerde kerken elders in Europa ondersteunen. Ook willen ze inventariseren hoe plaatselijke kerken uit ons kerkverband al betrokken zijn bij missionaire en diaconale initiatieven in Europa.
GTM en Venda
Ds. Yusuf Arta sprak de vergadering van de generale synode toe namens de Geraja Toraja Mamasa (GTM). Hij bracht namens deze gereformeerde kerken in Indonesië woorden van dankbaarheid over voor wat zij vanuit onze kerken hebben ontvangen. Onlangs is herdacht dat honderd jaar geleden de eerste zendelingen naar Toradjaland kwamen.
Ds. Arta liet de vergadering ook delen in de zorg van de kerken in Indonesië. Problemen in de westerse wereld gaan deze kerken niet voorbij: individualisme, drugsgebruik en vrije omgang tussen seksen. Graag willen zij van ons leren hoe wij met deze problemen omgaan.
Ds. R. Bikker (Aalten), ver familielid van de eerste zendeling van onze kerken, beantwoordde de toespraak. Hij gaf uiting aan de blijdschap van de vergadering voor het werk dat de Here heeft gedaan en nog steeds doet in Indonesië.
Namens de kerken in Venda (Zuid-Afrika) richtte ds. Silas Nefefe het woord tot de generale synode. Hij vertelde dat deze kerken veel voor onze kerken bidden. Hij vroeg dat ook wij dat in onze diensten voor hen zullen doen.
Momenteel heeft de synode Soutpansberg, waartoe de genoemde kerken behoren, vier classes met in totaal zo'n zeventienduizend leden. Deze synode telt zo'n vijftig preekplaatsen. Ook KwaNdebele behoort daarbij.
Ds. Nefefe sprak over zegen. Een van de zegeningen is dat er nieuwe gemeenten worden gesticht. Veel jonge mannen zijn met hun gezinnen naar andere gebieden getrokken om daar te gaan werken. Maar ze lieten Gode zij dank de kerk niet los en plantten kerken in de dorpen waar ze gingen wonen.
Onlangs is het vijftigjarig bestaan van de synode Soutpansberg gevierd. Maar het zendingswerk was al eerder begonnen. In 1910 al. De kerken zijn volwassen geworden. Dankbaarheid is er eveneens voor de eigen theologische opleiding, een vormingsinstituut dat naast de opleiding van predikanten trainingen voor gemeenteleden organiseert. De verwachting is dat deze Iyani-bijbelschool in de toekomst zelfstandig zal zijn. Ook spreekt ds. Nefefe over de voorlichting die vanuit de kerken wordt gegeven ten aanzien van aids, een groot probleem in Zuid-Afrika. Tien procent van de vijftigmiljoen inwoners lijdt daaraan.
Ten slotte noemde ds. Nefefe het gegeven dat vele jongeren vanuit Nederland naar Venda zijn gegaan om de gemeenten te helpen bij bijvoorbeeld de bouw van een kerk.
Varenden
Ds. H. van der Ham is vrijgesteld voor de geestelijke verzorging onder de 'varenden'. Hij doet drie dagen per week hoofdzakelijk pastoraal en diaconaal werk onder kerkleden die werkzaam zijn in de binnenvaart. Daarnaast doet hij twee dagen per week hoofdzakelijk missionair en diaconaal werk, gericht op zeevarenden. Er is dankbaarheid voor het werk dat mag worden gedaan.
Dans en drama
Onze cultuur is een beeldcultuur. Dat gaat aan de kerken niet voorbij. Wat in onze cultuur sterk aanwezig is, oefent invloed uit op de kerk en haar liturgie. De vraag is hoe wij daarmee moeten omgaan. Die vraagt dringt des te meer wanneer in een enkel geval in een kerkdienst een aanbiddingsdans plaatsvindt.
De gereformeerde traditie heeft altijd afwijzend gestaan ten opzichte van het gebruik van dans en drama in de eredienst. Daarin staat de bediening van het Woord centraal. Als er wel andere elementen aan de dienst worden toegevoegd, mag dat alleen gebeuren op basis van weloverwogen bijbels verantwoorde argumenten.
De particuliere synode van het Noorden meent dat er toch een studie nodig is. Een dergelijke studie moet de bezwaren vanuit de gereformeerde traditie tegen het gebruik van dans en drama in de eredienst duidelijk maken. Daarmee zou het geheel van de kerken gediend zijn. Die studie moet bijvoorbeeld duidelijk maken hoe je het Oude Testament op dit punt moet lezen. Heeft ook David niet voor de ark gedanst?
De generale synode kon hierover in deze zitting nog geen beslissing nemen. Daarom zal dit onderwerp in een latere zitting opnieuw worden besproken. Dan zal de vraag worden beantwoord of er een studie zal plaatsvinden naar de vraag of het karakter van de gereformeerde eredienst zich verdraagt met het gebruik van dans en drama in de eredienst.
Eredienst
Het aantal liturgische formulieren dat onze kerk momenteel kent, bedraagt tweeëntwintig. Er zijn verscheidene formulieren voor de bediening van de doop en het heilig avondmaal voorhanden en voor andere liturgische momenten: klassieke formulieren, formulieren die in de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn opgesteld, en nieuwere formulieren.
Deputaten eredienst stellen voor nog eens zes nieuwe formulieren te aanvaarden. Drie jaar geleden had de synode de opdracht gegeven te werken aan een aantal korte, krachtige formulieren. Bovendien ligt er een voorstel op de tafel van de synode om de hertaalde klassieke formulieren te aanvaarden. Als daartoe wordt besloten tellen onze kerken over enige tijd achtendertig formulieren.
Op de zes formulieren die deputaten op de tafel van de synode legden, kwamen verschillende voorstellen tot wijziging. De synode zal in een later stadium deze voorstellen beoordelen. Dan kan ook worden besloten dat de conceptformulieren voorlopig worden vastgesteld en vrijgegeven voor beproeving in de kerken.
Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt)
Ds. D. W. L. Krol (Terneuzen), voorzitter van deputaten kerkelijke eenheid van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), sprak tijdens de avondvergadering hartelijke woorden tot de synode. Hij wees op de noodzaak tot het zoeken naar eenheid. Die noodzaak heeft een principiële kant, maar ook een praktische. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar bij de vragen die op ons afkomen ten aanzien van de openstelling van het ambt voor zusters in de gemeente, en het pastoraat aan broeders en zusters met een homoseksuele gerichtheid. Ook wordt die noodzaak gevoeld ten aanzien van de opleiding van predikanten. Ds. Krol sprak de hoop uit dat de contacten worden voortgezet.
Tijdens de bespreking van het rapport van deputaten voor de eenheid van gereformeerde belijders in Nederland kwam naar voren dat het zoeken naar eenheid met Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) en ook andere kerken spanning binnen ons eigen kerkverband met zich meebrengt. Het zoeken naar eenheid blijkt in de praktijk soms middelpuntvliedende krachten los te maken. Dat is een punt van zorg. Deze krachten zouden op den duur onbedoeld breuklijnen in ons eigen kerkelijk leven kunnen bewerken.
Verder werd gewezen op allerlei ontwikkelingen binnen Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Bijvoorbeeld de samenstelling van een rapport dat pleit voor het openstellen van het ambt voor zusters in de gemeente. Dat is een rapport dat volgend jaar op de synode van de vrijgemaakt-gereformeerde kerken zal dienen. Over de contacten met de genoemde kerken wordt in een derde synodeweek verder gesproken.
Volgende week iets over de zevende zitting van de synode.
Feanwâlden
D. J. Steensma