Een christen leeft bij het Woord van God, zoekt in gebed zijn aangezicht en bouwt op zijn beloften. Juist ook in tijden van beproeving. Hij verlangt er naar Gods wil te doen en gehoorzaam te wandelen naar zijn aanwijzingen. Heilig en toegewijd. Als discipel volgt hij Jezus na, met vallen en opstaan weliswaar, maar toch, hij zoekt naar een leven in overeenstemming met de wil van zijn Heiland. Dat alles vraagt om geestelijk leven, een leven met en voor God. In deze serie willen we jou en onszelf daarin opbouwen.
Achttien was ik toen ik werd toegelaten op de bijbelschool in Brussel. Dat was in die tijd uniek. Altijd waren studenten ouder. Ik was er best een beetje trots op. Voordat ik echt kon beginnen moest ik mij persoonlijk voorbereiden. Enkele boeken waren mij meegegeven naar Groningen thuis. Het eerste dat ik moest lezen en mij eigen moest maken was een boekje van Andrew Murray: Nederigheid. Dat kwam aan. Je meende juist wat te kunnen worden of zijn in Gods Koninkrijk en de eerste les was: word klein.
Nodig
Hoogmoed zit ons in het bloed. Ook wanneer we geestelijk leven. Heel gauw kan het dienen van de Here gepaard gaan met prestatie en prestige. Jezus beschuldigt de farizeeën en schriftgeleerden ervan dat ze op de eerste plaatsen willen staan of dat ze bij het bidden gezien willen worden. Maar niet alleen hen kapittelt de Here Jezus, ook zijn eigen discipelen ondergaan meerdere keren dat oordeel. Zij zijn regelmatig onderling aan het bekvechten over wie de eerste onder hen is.
Ook de moeder van Johannes en Jakobus werpt zich in die strijd met haar verzoek om haar jongens te zetten aan zijn linker- en rechterhand. Bij Judas slaat het door in verraad. Zijn verraad is niets anders dan miskende hoogmoed. Jezus leert zijn discipelen en ons dat wie Hem wil volgen en dienen zijn leven moet verliezen.
Tafelschikking
In Lucas 14, 8 geeft Jezus de raad niet op de eerste plaats te gaan aanliggen. Dat was nu juist wel wat de genodigden deden. Sommige farizeeën hadden overigens daar al een trucje voor gevonden. Slim als ze waren, kozen sommigen dan de op één na beste plaats. Dat stond nederig, maar was het niet. Om deze huichelarij voorgoed de kop in te drukken zegt Jezus dat je de laagste plaats moet innemen. Dan ben je werkelijk afhankelijk van de gunst van de gastheer.
We hechten aan ons plekje. Tot in het zorgcentrum aan toe. Ik heb meegemaakt dat er felle strijd werd geleverd om een plek aan de favoriete tafel. Zelfverloochening blijkt telkens nodig. Plaatsmaken geeft ruimte aan de ander. Ga maar staan of zitten op de plek die God je geeft, ook al is het achteraan. Weet dat de Here de laatsten eersten doet zijn. ‘Want een ieder, die zichzelf verhoogt, zal vernederd worden en wie zichzelf vernedert, zal verhoogd worden’ (Luc. 14, 11).
Voorbeeld
Jezus zelf laat zien wat nederigheid betekent: Hij legt zijn kleren af om de voeten van zijn discipelen te wassen (Joh. 13). De eerste wordt de laatste, de hoogste de laagste. Het is een omwenteling van waarden. Petrus vindt het onuitstaanbaar en onaanvaardbaar en trekt zijn voeten terug. Het oordeel van Jezus is resoluut: Dan heb je geen deel aan Mij! Waarom dat radicale oordeel? Wie zich niet láát dienen door de Heiland, is onmogelijk in staat Hém te dienen.
Een broeder van mijn gemeente ging met de tram. Bij de tramhalte zat een meisje, een jonge vrouw. Ze zag er verlopen uit en hij… ging er naast zitten. Hij maakte een praatje. Anderen liepen voorbij. Scholden haar uit. Noemden haar ‘junk’ en wezen naar haar en keken. Maar hij zat er naast. Dat is nederigheid die door God beloond zal worden.
Levensles
Ik heb twee dingen geleerd: dat er altijd nog hoogmoed in mij zit en dat in de kerk van Christus met veel hoogmoed wordt gesproken en gewerkt. Veel twist en conflict in gemeenten vloeit voort uit hoogmoed en heerszucht. Het oude leven van de zonde golft de gemeenten binnen wanneer broeders of zusters hun mening en standpunt doordrukken of anderen meedogenloos oordelen. Wie niet kan buigen voor mensen, heeft kennelijk nog nooit gebogen voor God. Nederigheid wordt geleerd dichtbij de troon van de Here en aan de voet van het kruis.
Nederigheid wordt merkbaar in mededogen met mensen. Mededogen groeit uit het besef dat je ook zelf een feilbaar en zondig mens bent. Wie zijn gebreken kent, kan gebreken van anderen makkelijker plaatsen. Nederigheid wordt zichtbaar in vergevingsgezindheid. Hart en hand strekken zich uit naar de ander. Om de ander en zichzelf te winnen en vast te houden. Nederigheid wordt zichtbaar in dienen. De gewone dingen doen, de eenvoudige dingen doen… al is het een glas water aan een broeder geven. Daarvan zegt Jezus: 'Dat heb je Mij gedaan.'
Stoffer Otten, Assen