Hemelvaartsdag, een bijzondere dag! Maar geen dag die op zichzelf staat, los van Pasen, los van Goede Vrijdag. Sterker nog: de heilsfeiten van Christus' kruisiging, opstanding uit de doden en hemelvaart vallen in wezen op een en dezelfde dag.
De hemelvaart van Christus vond, zo zouden we kunnen zeggen, plaats vanaf het kruis van Golgota. Dat blijkt onder meer uit zijn laatste kruiswoord. De Heiland gaf zijn geest over in de handen van zijn Vader. Toen kwam Hij thuis. Hij was vanaf dat moment met zijn verheerlijkt lichaam in het Vaderhuis.
Zijn werk was volbracht, de overwinning behaald. Zelf riep Hij zijn triomf uit: 'Het is volbracht'. Duivel en dood waren overwonnen. Zegevierend keerde Hij terug naar zijn Vaderstad. Deze tocht naar de hemel vond plaats in een grote heerlijkheid. Ze was groter dan de heerlijkheid die gepaard ging met de tocht van Elia naar de hemel.
Vanaf dat moment begon de proclamatie van zijn overwinning. De eerste wereld waarin die proclamatie plaatsvond, was het dodenrijk. De Here Jezus daalde daartoe naar dat rijk af. Daar verkondigde Hij zijn overwinning aan de generaties die zich van Hem hebben afgekeerd en daarom in het dodenrijk waren opgesloten. De apostel Petrus spreekt over de prediking van Christus aan de geesten in de gevangenis (1 Pet. 3, 19).
G. van den Brink en C. van der Kooi noemen dit de hellevaart van Christus. De Here verkondigde toen zijn overwinning over het kwaad. Die verkondiging klonk tot in de diepste krochten van het heelal.
De « cursief » Christelijke Dogmatiek « einde cursief » van de genoemde theologen pleit zelfs voor een bepaalde dag waarop we die hellevaart zouden kunnen gedenken en vieren: naast de Hemelvaartsdag een Hellevaartsdag. Dat zou de dag kunnen zijn die wij Stille Zaterdag noemen.
Einde aan verschijningen
Zoals gezegd, Christus is eigenlijk al vanaf Golgota naar de hemel gegaan. Ondertussen was voor ons nodig dat zijn lichaam in het graf werd gelegd. Maar … na drie dagen bleek zijn graf leeg. Hij was opgestaan! De Vader had zijn Zoon opgewekt!
Daardoor weten wij zeker dat Christus Jezus overwinnaar is over dood en duivel. Ook is daardoor duidelijk dat zijn offer was aanvaard.
Na zijn opstanding verschijnt Christus gedurende veertig dagen aan zijn discipelen, met een verheerlijkt lichaam. Maar dan komt het moment dat Hij niet meer op deze wijze zal verschijnen: de Vader onttrekt Hem aan de ogen van zijn discipelen.
Ze zien een wolk die Hem omhult, een teken van Gods heerlijkheid. Daarna is Jezus niet meer zichtbaar in hun midden. Hij zal dan alleen nog maar met zijn verheerlijkt menselijk lichaam bij zijn Vader zijn, tot de dag dat Hij terugkeert op aarde met datzelfde lichaam en in goddelijke kracht en majesteit.
Ondertussen is Hij bij zijn Vader in de hemel. Hij moet daar zijn. Nergens anders kan Hij zijn. Dit is de plaats waar Hij thuis is.
Wat een troost dat Hij daar met de zijnen verbonden blijft. Hij blijft op hen gericht. De « cursief » Heidelbergse Catechismus « einde cursief » verklaart dat Hij daar is 'tot ons heil'. Christus is daar met het oog op onze redding. Hij werkt eraan dat al de zijnen eens in heerlijkheid met Hem verenigd zijn. Dat zal in volmaaktheid gebeuren wanneer Hij terugkomt om de levenden en de doden te oordelen.
Vanwege dit heilswerk blijft Hij na zijn hemelvaart met de zijnen verbonden. Hij wijkt niet van hen. Hij blijft bij hen. Daartoe heeft Hij zijn Geest gezonden. Waar de Geest is, is Christus zelf, met zijn godheid, majesteit en genade.
Pleitbezorger
Dit heilswerk in de hemel is bijzonder troostvol. Christus vertegenwoordigt de zijnen daar op een bijzondere manier. Hij is hun Pleitbezorger bij God (Rom. 8, 34). Hij bepleit hun zaak, zoals een hogepriester in het oude Israël de zaak voor het volk bepleitte bij de HERE.
Daarom wordt een kind van God niet door angst beheerst wanneer hij denkt aan het moment dat hij voor de rechtbank van de Almachtige en Heilige staat. Zeker, die ogenblikken van vrees en zorg kunnen er wel zijn. Soms heel veel. Die ogenblikken heeft ieder die let op zijn zonde en zwakheid die tegen zijn wil in hem is overgebleven. Maar wie ziet op het volbrachte werk van Christus, mag eveneens opzien naar Hem die voor de zijnen intreedt. Christus pleit bij die hemelse rechtbank voor de zijnen.
Daar komt bij dat Hij een bijzonder effectieve Pleitbezorger is. Brengt Hij voor de hemelse rechtbank niet in dat Hij zijn bloed heeft gegeven voor de zijnen? Dat Hij hun schuld heeft betaald? Dat de straf gedragen is? Wie zal dan de zijnen veroordelen?
Op de Hemelvaartsdag kijkt de kerk omhoog naar haar grote Pleitbezorger. Dat doet ze in verwondering dat Hij voor zondaren pleit. Ze doet dat in diepe eerbied voor haar Advocaat die zelf de onmetelijke schuld voor haar gedragen heeft, die zij zelf betalen moest maar niet betalen kon.
Ze kijkt ook naar Hem in vertrouwen. Ze vertrouwt erop dat zijn belofte waar is. Deze belofte: wie aan Hem, deze Pleitbezorger in oprecht geloof verbonden is, wordt niet veroordeeld. Zijn woord is vast en zeker.
Uitzien en opzien
Maar er is ook meer. Kinderen van God mogen weten dat hun Hoofd in de hemel is. Dat is naast de pleitbezorging een andere vorm van vertegenwoordiging. Ze zijn aan hun Hoofd verbonden. Ze zijn één met Hem. Waar Hij is, daar zijn de zijnen.
Wat een troost voor wie op Hem vertrouwen! Hij is daar hun onderpand, de garantie dat ook zij eens zullen zijn waar Hij is. Hij zal de zijnen tot Zich nemen. Het feest van hemelvaart doet de gelovigen dan ook uitzien naar de dag van hun eigen hemelvaart. Zou dat niet hun allerbeste dag zijn, de dag dat zij de poorten van het Koninkrijk der hemelen doorgaan? Christus is hun anker achter het hemelse voorhangsel (T. F. Torrance).
Maar daarmee is de betekenis van Christus' hemelvaart nog niet uitgeput. Hij staat niet alleen in de hemel de zijnen bij, maar ook op aarde. Daar blijft Hij de zijnen leiden als de Goede Herder. Hij doet dat via zijn speciale Gezant.
Deze Gezant is niemand anders dan de Heilige Geest. Zoals Christus na zijn hemelvaart in de hemel voor de zijnen intreedt voor het aangezicht van de Vader, zo verleent de Heilige Geest hen bijstand op aarde. Hij werkt in hen met goddelijke kracht. Die kracht stelt hen in staat tot een nieuw leven, gekenmerkt door een gerichtheid op wat boven is, waar Christus is.
Daarom doet het feest van Christus' hemelvaart opzien naar de hemel. Dat opzien is een verlangen naar de Geest. Het feest van hemelvaart roept om het feest van Pinksteren.
Zij die in Christus zijn, verlangen dan ook naar een doorwerking van de Geest in hun persoonlijk leven hier en nu, zodat zij meer en meer zoeken wat boven is, waar Christus Jezus is, aan de rechterhand van God de Vader. Christus zelf geeft hun dat verlangen en ook kracht om vol te houden tot zijn wederkomst: 'Zie, Ik ben met u, alle dagen, tot aan de voleinding van de wereld'.
D. J. Steensma, Feanwâlden