De apostolische geloofsbelijdenis geeft daaraan apart aandacht: Jezus' ontvangenis van de heilige Geest. De Heiland heeft naar zijn menselijke natuur geen vader. Wel is de Geest vanaf het allereerste begin bij zijn mens-zijn betrokken. Een siersteentje in het mozaïek van deze belijdenis.

 

Sommige andere belangrijke momenten uit het leven van Christus op aarde worden daarin niet genoemd. Zijn doop in de Jordaan bijvoorbeeld, terwijl dit toch een belangrijk gebeuren is, het beginpunt van zijn ambtswerk. Maar de geloofsbelijdenis gaat aan die doop voorbij. Niet echter aan het allereerste begin van het leven van Christus.

Dat begin wordt zelfs vanuit twee gezichtspunten beschreven. Eerst vanuit God: ontvangen van de heilige Geest. Daarna vanuit menselijk gezichtspunt: geboren uit de maagd Maria. In dit artikel staat de ontvangenis centraal en in een volgend artikel de geboorte.

Oor

De belijdenis spreekt over 'ontvangen van'. In het evangelie lezen we daarentegen het woordje 'uit': Maria bleek zwanger te zijn «cursief» uit «einde cursief» de Geest. Of zoals de Nieuwe Bijbelvertaling zegt: «cursief» door « einde cursief» de Geest (Mat. 1, 18). Er worden verschillende uitdrukkingen en voorzetsels gebruikt. Het is een zoeken en tasten naar het geheim.

In elk geval, de vrucht in de schoot van Maria is niet ontstaan door verwekking. Wel na een bijzondere goddelijke zegen. God de Vader sprak en het nieuwe leven was er. Het lichaam van Maria kon het goddelijk bevel niet weerstaan. Ze droeg een nieuwe schepping in haar schoot, nieuw in de rijkste zin van het woord. Uit de heilige Geest en uit het Woord.

Vroeger is dan ook wel eens gezegd dat de zwangerschap van Maria is ontstaan via haar oor. Een mooie gedachte: Maria hoort het woord van God, geeft zich daaraan over en is vanaf dat moment de moeder van de Christus.

Een goddelijk geheim! De Zoon die eeuwig bij zijn hemelse Vader was, bleef bij zijn ontvangenis in de schoot van Maria wie Hij was. Tegelijkertijd werd Hij wie Hij van eeuwigheid niet was: mens. Een mysterie, onbegrijpelijk, onvoorstelbaar.

 

Overschaduwen

De Schrift spreekt niet vaak over dit geheim. Zelfs heel weinig. Slechts in een tweetal geschriften. Zonet is het evangelie van Matteüs genoemd. Daarnaast spreekt ook Lucas daarover, hoewel op een iets andere manier.

Lucas vertelt dat de engel Gabriël bij Maria komt. Deze boodschapt haar dat de heilige Geest over haar zal komen (Luc. 1, 35). God zelf zal naar haar toekomen zoals Hij ook eens ten tijde van het oude Israël naar de tabernakel kwam.

Het symbool van die toenadering in de oude bedeling is een wolk: de wolk van Gods heerlijkheid overdekt de tent van de samenkomst en vervult de tabernakel (Ex. 40, 34), de plaats waar volgens de wet van Mozes de verzoening tussen God en zijn volk plaatsvindt. Zoals de wolk het heiligdom overdekt, zo zou de heilige Geest Maria overdekken. De Geest overdekt en vervult de schoot waarin het lichaam van de Verzoener van hemel en aarde wonderlijk wordt geweven.

Daarnaast gebruikt de engel Gabriël volgens Lucas nog een ander beeld, namelijk dat van een schaduw: 'De kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen.' God zal zijn schaduw over Maria laten vallen zoals onder het oude Israël de schaduw van de vleugels van de engelen op de ark van het verbond viel over diezelfde ark (2 Kron. 5, 8).

Prachtige beelden die het geheim aanduiden, een verbijsterend geheim. Het is, aldus A. van de Beek, 'verbijsterend nieuws dat God opnieuw begint met mensen. Hij doet dat zo radicaal dat Hij zelf uit een meisje gaat groeien'.

Zo wordt Maria 'de moeder van God'. Een meisje nog. Hoe jong zal ze geweest zijn? Zij wordt de moeder van God. Inderdaad, zo kunnen we het zeggen. Daartegen is geen enkel bezwaar. De vroegste christenen hebben al op die manier over Maria gesproken. Dit sluit aan bij wat de Schrift zegt. Het kind dat zich in haar schoot ontwikkelt, is de zoon van de Allerhoogste (Luc. 1, 32). Omdat Hij diens zoon is, is Hij God zelf. Daarom: Maria 'moeder van God'.

Als de kerk vandaag op die manier spreekt bedoelt zij dat de vleeswording van het Woord geen schepping uit het niet is (G. C. van Niftrik). Christus hoort helemaal bij het menselijk geslacht. Zijn begin ligt in Maria. Zij is de moeder van God. Deze titel onderstreept de menselijke natuur van Jezus.

Tegelijkertijd onderstreept hij zijn goddelijke natuur. Wie God zoekt, kan Hem alleen maar vinden in Hem die geboren is uit Maria: Christus Jezus, ontvangen van de heilige Geest.

 

Twijfel

Velen hebben moeite met deze ontvangenis. Begrijpelijk. Wie zou daarmee geen moeite hebben? Deze boodschap staat haaks op wat wij als mensen die van nature aardsgericht zijn, redelijk achten. Hoe zou een meisje zwanger kunnen worden buiten de omgang met een man?

Vanwege hun moeite met dit verhaal hebben, is naar een verklaring gezocht. Ook prof. dr. H. Berkhof heeft dat gedaan. Dr. Berkhof was een uitermate bekwaam theoloog. Maar hij betwijfelde de maagdelijke geboorte. Het waarschijnlijkst is volgens hem dat het verhaal daarover 'een verrijking van de overlevering' is. Dit verhaal zou uitdrukking moeten geven aan de belijdenis dat Jezus de Zoon bij uitstek is, zoals God heeft bedoeld.

Ook anderen hebben in die lijn gedacht: Jezus is een heel bijzonder mens, maar ook niet meer. Hij had geen bestaan vóór zijn ontvangenis en geboorte; christenen in de begintijd – zo wordt gezegd – hebben de verhalen over Jezus iets extra's willen geven.

Maar ligt dat voor de hand? Zouden de eerste christenen daarmee een slimme zet hebben gedaan? Dat ze een dergelijk verhaal zouden hebben bedacht zodat ze daarmee de status van Jezus zouden kunnen verhogen? Zou dat hebben gewerkt? Zou dat juist niet mensen hebben doen afkeren van het evangelie? Omdat ze zouden denken dat God lijkt op een heidense god? Er waren toch ook verhalen over goden bekend die bij een meisje een kind verwekten? De God van Israël komt dan wel heel dicht bij de goden van de heidenen. Zouden de eerste christenen dat risico hebben willen nemen met een verzonnen verhaal over een maagdelijke ontvangenis? Nauwelijks voorstelbaar.

Het is anders: Lucas en Matteüs hebben het verhaal opgeschreven omdat ze er niet onderuit konden. De Geest heeft hen daartoe geïnspireerd. Ze hebben daarvan gehoord, vast en zeker van Maria zelf of mensen direct uit haar omgeving.

 

Mozaïek

Een beetje vreemd is wel dat verder in de Bijbel niet over deze maagdelijke ontvangenis wordt gesproken. Op sommige plaatsen had dat gekund. Maar beslissend is niet hoe vaak dat wordt beschreven, wel dát het wordt beschreven.

Tegelijkertijd moet het ons wat zeggen dat de apostelen niet met het evangelie van de maagdelijke ontvangenis op stap zijn gegaan. Wel met het evangelie van Jezus' opstanding uit de doden. Het evangelie van de heilige ontvangenis was blijkbaar geen uitgangspunt voor de verkondiging. Het was voor de belijdenis dat Christus de eeuwige Zoon van God is, geen noodzakelijk element. Wel is het evangelie van deze ontvangenis een onderstreping van die boodschap. Ze vergroten bij de gelovigen de verwondering over het heil. Of om een beeld te gebruiken, afkomstig van A. van de Beek: de getuigenissen van Matteüs en Lucas zijn sierstenen in het geheel van het mozaïek van het evangelie.

 

 

D. J. Steensma, Feanwâlden


Commentaar

  • Ver van ons bed 2024-09-27 17:32:11

    Een korte zoektocht op het internet leert me dat er ooit een programma op de televisie was, dat de...

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...

  • Horrorgezinnen 2024-08-31 08:28:17

    Wat een pijnlijke vertoning op de onlangs gehouden democratische conventie in Chicago. Niet ver...

  • De kerk met reces? 2024-08-16 14:24:12

    Daags na mijn verjaardag in juni zijn mijn man en ik er tussenuit gepiept. Eigenlijk hebben we te...