In het vorige artikel werd naar voren gebracht dat God bij ons binnen kan komen op momenten dat we stilgezet worden. Door een heftige gebeurtenis bijvoorbeeld.
Maar God kan ons ook ‘overvallen’, in een eenvoudig stil moment van geluk. Soms mét, soms zonder duidelijke aanleiding. Al die gebeurtenissen kunnen ons louteren, doordat we milder gestemd raken of opeens inzien waar we eigenlijk mee bezig zijn. Het kan ook een moment zijn van nieuwe helderheid en creativiteit, van verlichting in de vorm van een geestelijk inzicht. En verder is er de beleving van verbinding, van gemeenschap die verder reikt dan die van vriendschap en familie.
De vraag die hierbij opdoemt is: is de beleving als komend van buitenaf, nou niet gewoon puur subjectief? Iets wat wij er zélf inleggen? Betekenis die wíj eraan verlenen? Bijvoorbeeld als het gaat om het optreden van twee gebeurtenissen tegelijk, zoals de zon die tijdens de begrafenis gaat schijnen, juist als de kist wordt neergelaten? Dat is toch gewoon puur toeval? Als je daar iets extra’s bij beleeft, nou, dan is dat mooi voor jou, maar verder…
Statistiek
Zijn gelijktijdige gebeurtenissen enkel toeval? En is alle mystiek pure inlegkunde? Laten we het nu even van de wetenschappelijke kant bekijken. Ik las over ‘zeldzame toevalligheden’ onlangs nog een artikel in het NRC. Prima hoor, zo was de gedachte, om sommige dingen ‘te toevallig’ te noemen, maar dat is natuurlijk vanuit de enkeling geredeneerd. Voor hem is het bijzonder, toevallig. Maar heus, er zit geen extra betekenis achter. Geen Werkelijkheid achter de werkelijkheid zeg maar. Zelfs bij gebeurtenissen die uiterst zeldzaam zijn kun je zeggen: het is logisch dat ze gebeuren. Want, bijvoorbeeld, er zijn miljoenen begrafenissen per dag en de kans dat op een cruciaal moment ergens een plekje vrijkomt in het wolkendek is groot. En daar heeft die enkeling dan ‘toevallig’ mee te maken.
En dat is zuiver geredeneerd. Natuurlijk, de kans dat de dominee een lied of tekst opgeeft die precies op uw situatie van toepassing is, is redelijk groot. Puur toeval dus, omdat het statistisch tamelijk best waarschijnlijk is...
Persoon en intentie
Maar het hele punt is natuurlijk niet een statistische kans. Het punt is dat de betreffende persoon het opmerkt, en het opmerkelijk vindt. Een ‘wat is dat?’ Maar ja, dat is natuurlijk ook wel weer verklaarbaar... iemand zit in de puree en snakt naar iets positiefs. O ja? Zijn mensen dan nooit ziende blind en horende doof? Is het niet reeds veelzeggend dat zo iemand die gebeurtenis zelf wél beleeft als ‘meer’, als een ‘geheim’? Alsof hij een influistering krijgt van ‘let op!’ Zodat hij of zij stamelt: ‘Huh, wat is dat!?’
Natuurlijk kun je zo’n beleving altijd af doen als een vorm van magisch (wens)denken. We willen nou eenmaal graag die bemoediging. We snakken ernaar. Maar dat ‘zo graag willen’ is lang niet altijd waar. Mensen kunnen er zo diep in zitten dat ze zelfs niks meer verwachten! Nog erger: men is vaak juist geneigd om alleen nog maar die dingen op te merken die bevestigen dat ze écht slecht af zijn. Zoals de verdrietige, dorstige Hagar in de woestijn die letterlijk geen put meer zag. Dus zo ‘bemoedings-bereidwillig’ zijn we lang niet altijd. De bijzondere belevingen komen bovendien altijd als een verrassing. Iets waarover men ook ten aanzien van zichzelf verbaasd is. Men kijkt op en zegt: ‘Manna, wat is dat?’ Inderdaad, brood uit de hemel. En wanneer we iets als een bemoediging beleven, dan heeft dat altijd met een ander/Ander te maken, iemand met een intentie. Want bemoediging betekent immers dat er iemand is die bemoedigt?
Trouwens, als iets verklaarbaar is, zoals die zon tijdens de begrafenis, is daarmee alles gezegd? Als een vriendin mij een kado geeft, kan ik dat ook wel ‘verklaren’. Achteraf kan alles wel verklaard. De vriendin zag op de verjaardagskalender dat ik jarig was. Vanwege de conventie en wat sympathie koopt zij vervolgens een kado voor mij. Het hele punt is hier natuurlijk niet de grootte van de kans maar haar intentie. Om mij te verrassen. Waarschijnlijkheid en mystiek, ze gaan prima samen.
Openstaan
God die verbinding wil. Hij klopt aan de deur. Door onze ontregelingen heen. Want Hij zoekt ons. Een ontregeling kan een ontmoeting worden. Een ontregeling kan tot zelfonderzoek of nieuw nadenken leiden. Maar voor je ’t weet zit God daar achter. Ook kan een ontregeling, bijvoorbeeld een ernstig verlies, ons meer doen <<cursief openen>>openstaan<<sluiten>> voor een nieuwe, volgende ontregeling: de zon die op een belangrijk moment gaat schijnen. Zo hoor ik nogal eens dat mensen juist in moeilijke periodes veel van Gods nabijheid ervaren. Wat er wel eens op zou kunnen wijzen dat zij die blind waren gaan zien. En zij die doof waren gaan horen. Zodat zij die lam geslagen waren weer gaan lopen, weer opveren en zij die gevangen zaten in wanhoop weer in de vrijheid komen. Omdat een nieuwe Werkelijkheid is doorgedrongen. Voor wie het (wil) zien. Toeval is God incognito, zo luidt een Visje. En om iemand anders te citeren: Toeval is wat ons toevalt, van God.
Deze (eerste) dummy-ervaringen kunnen zomaar de opmaat vormen naar een verdere overgave aan en dieper verlangen naar God. Want God zoekt de mens zodat de mens daarop antwoordt en op zoek gaat naar Hem.
Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen