Je hebt je middelbare schoolperiode succesvol afgesloten en met behulp van onder anderen diverse voorlichtingsdagen heb je besloten verder te studeren aan een HBO of universiteit. Gezien de studiekeuze en de afstand zul je op kamers moeten. Aan de ene kant wel spannend, maar ook een nieuwe uitdaging. Je krijgt veel vrijheid en leert op eigen benen staan. Je zult thuis en vrienden voor een deel moeten missen. En het alternatief? De studentenvereniging de oplossing? Ik sprak hierover met Aleida, Liesbeth en Rik.
Aleida Piek (36), afgestudeerd aan de Universiteit Twente (UT) te Enschede in toegepaste onderwijskunde in het jaar 2003 en woont nu in Amsterdam.
Liesbeth Antuma (33), afgestudeerd in algemene economie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), en in International Development Studies aan de Universiteit Utrecht (UU), in respectievelijk 2006 en 2007 en woont nu in Utrecht.
Rik Posthumus (23), vierdejaars student civiele techniek aan de Universiteit Twente (UT), afkomstig uit Dokkum maar woont nu officieel in Enschede.
Alle drie zijn ze afkomstig uit het noorden van Friesland.
Welke studentenvereniging?
Nu zijn er natuurlijk verschillende studentenverenigingen, waaronder een aantal christelijke: Alpha, Navigators, Ichthus, CSFR en nog een aantal kleinere. Maar hoe maak je de keus?
Liesbeth had bij een van haar oudere zussen gemerkt hoe leuk het is op een christelijke studentenvereniging en had zich daarom in Groningen aangemeld bij Ichthus, een vereniging waarbij zowel jongeren van evangelische als reformatorische huize lid zijn. En het leek haar leuk om andere jongeren te leren kennen.
Bij Aleida ging het ongeveer op dezelfde manier. Een tweetal jongeren van haar kerk studeerden al in Enschede en van hen hoorde ze dat wanneer zij ook in Enschede kwam studeren, ze van harte welkom was bij de Reformatorische Studenten Kring (RSK). Dat klonk nogal zwaar, maar ook deze club bestond uit studenten vanuit diverse geloofsgemeenschappen. Hoewel er in Enschede wel een aantal andere christelijke studentenverenigingen bestond, kende ze enkele mensen van de RSK en is toen niet verder gaan zoeken.
‘Dat is toevallig’, vertelt Rik. ‘Via iemand uit Dokkum kon ik in Enschede een kamer krijgen in een studentenhuis in Enschede. En laat dat nou net een huis zijn waar alle jongeren lid waren van de RSK. Op de middelbare school had ik weinig contact met christenscholieren. En nu rolde ik zomaar in een huis bij jongeren met dezelfde opvoeding. Dat gaf ontzettend veel herkenning en zo ben ik erin gerold.'
Wat doe je bij de vereniging?
Bij mijn drie gesprekspartners is de wekelijkse kringavond het belangrijkste onderdeel. Door het bestuur van de vereniging worden de kringen, bestaande uit jongens en meiden uit verschillende studiejaren, samengesteld. Wat je er zoal doet?
Aleida vertelt: ‘De kringavond begint met het samen eten bij een van de leden, elke week bij iemand anders; je zingt een aantal liederen, bid met elkaar en je doet Bijbelstudie. Uiteraard was er meer dan voldoende ruimte voor gezelligheid. Daarnaast was er een of twee keer per maand een verenigingsavond, waarbij soms iemand werd uitgenodigd een lezing te houden over een bepaald onderwerp. Afhankelijk van het onderwerp ging je daarnaartoe. Of je deed spelletjes.’
‘Zo gaat het nog steeds in Enschede’, zegt Rik. ‘Wij hebben zelfs de dominee van Dokkum (Van der Linden) een keer uitgenodigd. Ook houden we nog twee keer per jaar een weekend.’
Liesbeth heeft nog wel een paar aanvullingen: ‘De eerste vier weken waren er voor eerstejaars introductieactiviteiten, waaronder een “toer de hap”.’ Dat hield in dat je langs diverse studentenhuizen fietste en bij de eerste het voorgerecht, bij de tweede het hoofdgerecht en bij de derde het nagerecht kreeg. Bij het vierde huis moest je afwassen. Zo leerde je de stad Groningen verkennen en kwam je er achter wie waar woonde. Maar het mooiste is medechristenjongeren te ontmoeten. Dan blijkt toch steeds weer dat er veel meer zijn dan je denkt.‘
Tijdens het gesprek komen nog meer activiteiten bovendrijven: huisfeesten, startweekend, gezellig bij elkaar zijn, en de wekelijkse uitgaansavond op donderdag in het eigen studentencafé. Eerstejaarsstudenten krijgen tijdens de beginperiode een ouderejaarsstudent aangewezen als mentor/begeleider. Maar na een poosje weet je wel hoe het allemaal in elkaar zit. Een echte ontgroening is al jaren verleden tijd, hooguit een aantal kennismakingspelletjes.
Rik heeft nog wel een tip: voorkomen dient te worden dat je teveel in je eigen studentenvereniging blijft en daardoor te weinig contacten hebt met andere studenten. Het moet volgens hem geen gesloten wereldje blijven. Daarom pleit hij ervoor ook als vereniging contacten te houden met seculiere studentenverenigingen.
Wat neem je mee voor later?
Voor alle drie gesprekspartners geldt dat er met diverse personen blijvende vriendschappen zijn ontstaan. Voor Aleida en Liesbeth geldt dat ze nog geregeld contact met voormalige leden van hun studentenvereniging hebben.
Liesbeth: ‘Als ik ze weer ontmoet is het als vanouds. Natuurlijk praat je over je over je gezin maar er worden ook weer veel herinneringen opgehaald.’ Ook Rik kan zich niet voorstellen dat de vriendschappen van nu zullen verdwijnen.
Op mijn (PS) vraag wat ze geleerd hebben tijdens hun lidmaatschap komen ze alle drie met in grote lijnen dezelfde antwoorden: een Bijbelstudie voorbereiden, leidinggeven aan kringavonden, iets organiseren, vertellen over wat je gelooft aan mensen die niet geloven. Maar ook dat in contacten met andere jonge christenen kerkmuren wegvallen.
Rik: 'Je leert veel over jezelf ontdekken. Wat vind ik leuk en wat niet. Een jaar lang heb ik in het bestuur van de RSK mogen zitten. Dat was erg leerzaam.’ Ook Liesbeth en Aleida hebben in diverse commissies gezeten, want voor bijna iedereen is er wel een taak.
Aleida: ‘Wat ik er nu concreet nog aan heb? Op de studentenvereniging is voor mij de basis gelegd om iets te organiseren. Ik denk ook aan de vele discussies die we hebben gehad. Hoewel toch iedereen wel een kerkelijke achtergrond had, waren de meningen soms wel verdeeld. Dan leer je nadenken over de mening van een ander. En als je meer van de persoon af weet dan begrijp je hem ook beter.'
Rik: ‘Kerkmuren vallen weg. Als je het weekend niet naar huis gaat, ga je met medestudenten gezamenlijk naar dan de ene en een volgende keer naar een andere kerk. Er is wel discussie, maar geen messenslijperij. Je leert met kritiek om te gaan.’
Liesbeth kan zich volledig aansluiten bij wat Aleida en Rik vertellen. De Jeruzalemkerk in Groningen was haar thuisbasis maar met anderen werden even zo vaak andere kerkdiensten bijgewoond.
Christelijke studentenvereniging een aanrader?
Zeker weten, zeggen ze alle drie. Twee avonden per week ben je er wel aan kwijt maar je krijgt er ontzettend veel voor terug. Het is een verrijking voor je geloofsleven en je maakt vrienden voor het leven. In een veilige sfeer kun je jezelf verder ontwikkelen om zo later in de maatschappij als christen je weg te vinden. Wat mij (PS) betreft, ik kan het alleen maar onderstrepen. Onze maatschappij heeft christenen ook nodig op belangrijke posities. En een christelijke studentenvereniging kan daaraan een geweldige bijdrage leveren.
Pieter Sijtsma, Dokkum