Al twintig jaar lang zijn kerken bezig met de vraag hoe ze jongeren aan kunnen spreken. Het organiseren van aparte diensten of samenkomsten zorgt er niet voor dat jongeren blijvend een plaats krijgen in de gemeente. Het zorgt er eerder voor dat jongeren en ouderen steeds verder bij elkaar vandaan raken. Willen ze elkaar werkelijk ontmoeten en leren kennen, en leren rekening met elkaar te houden, dan zullen we moeten proberen ze zoveel mogelijk samen te laten komen om elkaar te ontmoeten en samen God te ontmoeten.
Ontmoeten
Om jongeren werkelijk een plaats in de gemeente en in de zondagse diensten te geven, is het van groot belang dat je de jongeren in je gemeente kent. Daar zijn jongeren naar op zoek: ze willen gezien, gekend en erkend worden. Dat is een taak van de hele gemeente. Jongeren aanspreken, ze begroeten en open staan voor wie ze zijn. Jongeren voelen aan of ze werkelijk gezien worden of alleen maar getolereerd. We kunnen wel uitspreken dat de jeugd belangrijk is en de toekomst heeft, maar dat vraagt ook iets van de gemeente. Het begint ermee niet over of tegen jongeren te praten. Je moet met jongeren praten. En dat hoeft echt niet vanaf het begin diepgaand over geloofszaken te gaan. Dat begint met begroeten en als de mogelijkheid er is een kort gesprekje aangaan. Het begint met vriendelijkheid en een open houding. Jongeren verlangen naar openheid, echtheid en betrouwbaarheid. Het is de taak van de gemeente om dat te geven.
Naast deze algemene taak voor de hele gemeente ligt er een bijzondere taak voor een voorganger en jeugdleiders, catecheten en een jeugdouderling. Het is hun taak om echt met jongeren in gesprek te gaan. Met jongeren te praten over twijfels en moeiten, geïnteresseerd te zijn in hoe hun leven eruitziet. Om ze iets te leren over het geloof, om ervaringen te delen en om jongeren te leren zelf na te denken over geloven en te begeleiden in hun zoektocht naar God. Als het jeugdwerk goed georganiseerd is en gedaan wordt door mensen met liefde voor jongeren, dan is in elk geval aan de randvoorwaarden voldaan. En meer kunnen we als kerk vaak niet. Je kunt niet een systeem bedenken waarmee je alle jongeren bereikt en iedereen ‘binnen boord’ houdt. Wat belangrijk is, is dat jongeren zich in elk geval veilig voelen en geaccepteerd worden in de kerk. Ook als ze geen belijdenis doen of afhaken. Als dat gebeurt is niet alles ineens verloren. Een mensenleven stopt niet bij eenentwintig. Het is van groot geestelijk belang dat jongeren daarbij een positief beeld hebben bij de kerk van hun jeugd. Als ze in elk geval goede, warme herinneringen hebben aan de kerk, dan blijft de deur aan die kant in elk geval altijd open staan.
Jongeren in de dienst
Als het gaat over jongeren in de kerk, dan gaat het natuurlijk vooral over de kerkdiensten. Ook daar hebben jongeren van alles over te zeggen. Het belangrijkste voor jongeren is niet dat de dienst leuk is. De muziek hoeft niet professioneel te zijn; de samenzang hoeft niet alleen maar uit opwekkingsliedjes te bestaan en de preek mag best langer dan tien minuten duren. Tot zover een afrekening met de vooroordelen. Het is van groot belang dat er in kerken niet gehandeld wordt naar wat men denkt dat jongeren willen of vinden. Dat is ook jongeren als eerste noemen als je met ze in gesprek gaat over hun plaats in de kerk en de kerkdienst. Het belangrijkste is dat ze serieus worden genomen. Het is belangrijk om een relatie met jongeren te hebben, anders wordt het heel moeilijk om ze in de kerkdienst te bereiken. Jongeren bereik je niet door vier keer per preek ‘jongelui’ te zeggen of door alleen een leuk voorbeeldje aan het begin van de preek. In de inrichting van de dienst houden jongeren inderdaad meer van een piano of combo dan van het orgel. Maar dat geldt zeker niet alleen voor jongeren. Daarin lijkt het mij heel goed mogelijk om naar een evenwicht te zoeken en ruimte aan elkaar te geven.
Boodschap
Zolang de boodschap van het evangelie van Jezus Christus maar recht overeind blijft staan. Dat is het belangrijkste en daar zijn jongeren het ook zeker mee eens. Daarvoor komen ze naar de kerk. Nogmaals: niet om iets leuks te zien of te horen. Dan kunnen ze beter thuisblijven. Jongeren zijn werkelijk geïnteresseerd in het evangelie. Maar dat de boodschap hetzelfde blijft, wil niet zeggen dat je altijd dezelfde woorden moet blijven gebruiken. Er zijn heel wat woorden onmisbaar: die moeten geleerd worden. Maar het evangelie is ook in de taal van vandaag te verkondigen. Het is immers een levend Woord voor elke tijd en elke dag.
In een volgend artikel zal ik proberen concreet iets te laten zien van wat dit allemaal betekent voor de dagelijkse praktijk van het kerk zijn.
Dedemsvaart, Wouter Moolhuizen