Ze staan er als zovele jaren. Mannen, vrouwen, kinderen. De minuut stilte voelt gewijd aan. Onder de paraplu’s, die de regendruppels tegenhouden, vliegen gedachten alle kanten uit. Gezichten, ver weg -gedrukt in het geheugen, komen weer te voorschijn. Ze komen opnieuw tot leven. Het is maar een kleine stap, tussen heden en verleden. Het lijkt alsof de tijd opnieuw stil staat.
Duizenden mensen. Waar zijn ze gebleven? Mannen, verantwoordelijk voor hun gezin. Moeders met een kind op de arm en een huilend meisje aan haar hand.Weggerukt uit hun huis. Nagekeken door hun buren. Nog eenmaal omkijkend naar het huis waar ze woonden. Geluk achter zich latend. De onzekerheid tegemoet. Het voelt alsof hun zielen nog tastbaar zijn. Ronddwalend, op zoek naar rust.
De stilte wordt onderbroken door een trompet. ‘The last Post’ vliegt over de hoofden heen.
Een man ziet in gedachten een trein schokkend in beweging komen. Voor een van de niet geblindeerde ramen ziet hij het gezicht van een jong meisje. Het doet hem denken aan zijn eigen dochter Rachel. Zeventien is ze. Een fluit probeert het schurende geluid van de stalen wielen te breken. Langzaam sterft het uit.
Opnieuw trekt zijn oog naar de omhoog gebogen spoorrails. Hierlangs zijn ze gegaan. Duizenden, alleen omdat ze een gele ster droegen. Voor hen was geen bestaan meer weggelegd. Hij probeert zijn gedachten te stoppen. Hij wil niet verder mee in de trein. Waar de geur van zweet, angst, wanhoop, tegen de wanden omhoog kruipt. Maar het dringt zich aan hem op. En ongewild reist hij mee. Tot de trein stopt. Het einde is daar.
Wat overblijft zijn vallende sterren.
Thuiskomend gaat hij achter zijn computer zitten. Op het scherm buitelen woorden over elkaar heen. Ze vertellen het verhaal, opdat wij niet zouden vergeten.
Verscholen
achter bomen
gaan
gedachten schuil
het huis van de kampbewaarder
bewaakt de tijd
met één stap
overschrijd ik de grens
tussen
heden en verleden
Hier zoek ik ze
de 102.000 vermisten
ze moeten hier zijn
ik voel hun aanwezigheid
van het perron der misère
vertrekt een trein
de vermisten
ik kan ze niet vinden
het spoor loopt hier dood
ik doe een stap
terug
in de tijd
de trein
het einde nadert
bevangen door de hitte en angst
werpen Joden hun jas op de grond
vallende sterren
ik doe een wens
het is meer dan een gebed
God, dit nooit meer!!
Douwe Janssen