In zijn vierde antithese (Mat.5, 33-37) verwerpt Jezus een slordig omgaan met woorden. Het verbod op het zweren van een eed staat in verband met het derde gebod. Een eed wordt afgelegd onder aanroeping van de naam van God. Daarom is een lichtvaardig zweren een misbruik van deze naam.

 

Niet alleen als je zweert bij de naam van God ben je aan je woorden gebonden, ook als je zweert bij de hemel of de aarde. Jezus haalt daarbij het Oude Testament aan: de hemel is toch de troon van God en de aarde zijn voetbank (Jes.66,1)? En de berg Sion is toch de stad van de grote koning (Ps.48,2)? Wat je hoofd betreft: God is toch de Schepper daarvan?

 

Haar verven

Voor kinderen van het koninkrijk zou een eenvoudig 'ja' of 'nee' voldoende moeten zijn. Zo vermaant ook Jakobus zijn lezers dat zij niet mogen zweren, noch bij de hemel, noch bij de aarde, noch welke andere eed ook. 'Laat ja bij u ja zijn en nee nee' (Jak.5,12). Hij wil zijn lezers ervoor behoeden dat zij onder het oordeel zouden vallen. Zodra je het nodig vindt je woorden te ondersteunen door een eed om anderen te overtuigen ('ik zweer dat het waar is'), doe je al een compromis aan de betrouwbaarheid van je uitspraken.

Een dergelijke manier van omgaan met het woord past niet bij zijn koninkrijk. Hoezo zou je woord meer kracht hebben als je bij de Naam zou zweren, en minder kracht als je bij de hemel zou zweren? De hemel is toch de troon van God? En als je bij je hoofd zweert, roep je toch ook de naam van God aan? Hij is toch de Schepper daarvan? Je kunt toch niet ook maar één haar wit maken, of zwart?

In de tijd van Jezus was haarverven al bekend. Dat werd toen al gedaan. Maar kan iemand ooit door een natuurlijk groeiproces één zwarte haar wit maken? Wit heeft met ouderdom te maken. En je kunt jezelf toch niet ouder maken? Onmogelijk toch om dat ook maar één haar te doen? Je kunt jezelf toch ook niet jonger maken? Zelfs ook niet bij maar één witte haar die dan zwart zou worden? Laat daarom het ja, dat je zegt, ja zijn, en het nee, nee; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze. Ook als je zweert bij je hoofd, sta je voor Gods aangezicht. Dus bij alles. Met andere woorden: laten al je woorden betrouwbaar zijn, stuk voor stuk.

 

Essenen

Jezus was niet de enige die onderstreepte dat je betrouwbaar moest zijn in je spreken. Er waren meer die dat zeiden. Zo zei bijvoorbeeld Epictetus, een stoïcijnse wijsgeer, in zijn handboekje: 'Weiger, als het mogelijk is, te allen tijde een eed af te leggen. Als het niet mogelijk is, dan alleen wanneer de omstandigheden je daartoe dwingen.'

En ook de essenen, een strenge religieuze beweging, onderstreepte betrouwbaarheid. De joodse geschiedschrijver Josephus zei over hen: ze houden vast aan het eenmaal gegeven woord. Ieder woord dat zij spreken, heeft meer waarde dan een eed. Zij weigeren een eed te zweren, omdat zij dat nog erger achten dan een meineed; zij zeggen namelijk dat iemand die niet wordt geloofd tenzij hij God heeft aangeroepen, al veroordeeld is. Maar als iemand lid wilde worden van hun beweging, moest deze persoon wél een eed afleggen. Hij moest enkele plechtige eden zweren. Aan de ene kant onderstreepten zij dat je betrouwbaar moest zijn in je spreken, en aan de andere kant moest je dus blijkbaar wel een eed afleggen bij bijzondere gelegenheden.

 

Plein

Dat was ook de boodschap van Jezus: er blijft in sommige omstandigheden een eed nodig. Hij zelf heeft toen Hij voor Kajafas stond, een eed aanvaard. De hogepriester vroeg Hem te zweren bij 'de levende God'. Jezus heeft toen niet gezegd dat zweren verboden was. Hij onderstreepte zijn antwoord met een uitspraak die het karakter van een eed had.

Verder riep Paulus God aan als getuige dat de dingen zo waren zoals hij zei (2 Kor.1,23). Op een ander moment zei hij dat voor het aangezicht van God had geschreven wat hij schreef: ik lieg niet (Gal.1,20). En weer op een andere plaats: ik bezweer u bij de Here … (1Tess.5,27).

Wat Jezus onderstreept, is dat kinderen van het koninkrijk betrouwbaar moeten zijn in hun spreken. In heel ons dagelijks leven staan we voor Gods aangezicht, en niet pas als we uitdrukkelijk zijn naam aanroepen. We bevinden ons altijd op het plein voor het Vaderhuis. Daar zal de sfeer van thuis te zien zijn: geen onheilig streven naar resultaat en eigen gelijk ten koste van de ander, maar trouw zijn aan de ander, en dienstbaar. Met elk woord dat je spreekt, sta je voor God. Zo zei ook de apostel Petrus: Spreekt iemand, laten het woorden zijn als van God (1Pet.4,11).

 

D.J. Steensma, Feanwâlden

 

Dit artikel is het laatste in een serie van drie over de vierde antithese.

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...