Medische wetenschap en biotechnologie hebben veel goede dingen tot stand gebracht. Toch zijn er ook een schaduwkanten aan ontwikkelingen op dit gebied. Eén daarvan raakt de manier waarop wij ons lichaam waarderen.
Bij ons lichamelijk bestaan hoort kwetsbaarheid. We worden ouder en kunnen sterven. Mens-zijn is leven met beperkingen, ziekte en gebreken, kortom: afhankelijk-zijn. Dat blijkt al direct bij de geboorte. Er is geen enkel wezen op aarde dat na de geboorte zo lange tijd verzorging nodig heeft. Wanneer kan een kind op eigen benen staan? Dat duurt echt heel lang. Niet dat die tijd zinloos is. In die tijd leert hij afhankelijkheid en vertrouwen op zijn verzorger. Die afhankelijkheid is een middel waardoor hij later sociale contacten kan opbouwen en onderhouden. Hechting is van vitaal belang voor ons sociale leven.
Maar wat zien we in onze cultuur: mensen willen juist niet afhankelijk zijn. Ze willen hun sociale en fysieke mobiliteit behouden, ook met behulp van medische wetenschap en biotechnologie. Daarin schuilt een afkeer van zwakte en afhankelijkheid, die kenmerkend zijn voor het menselijk bestaan. Zo keert de moderne mens zich van het lichaam af.
Oplossing
Sommigen kiezen daarin een oplossing: liever dood dan afhankelijk. Zij maken een einde aan hun leven omdat zij niet meer de regie over hun leven kunnen behouden, en afhankelijk worden van anderen. Zij die altijd hun eigen leven hebben willen ontplooien, willen dat ook op hun eigen tijd en op eigen wijze voltooien, door de dood. Het is waar, afhankelijk-zijn is niet altijd gemakkelijk. Soms is het zelfs heel moeilijk. Het vereist nogal wat geduld en incasseringsvermogen als je bewegingsvrijheid moet inleveren, vooral als je altijd voor jezelf hebt gezorgd. Verschrikkelijk kan dat zijn, die afhankelijkheid.
Maar onze cultuur kiest daarin een 'oplossing' die geen oplossing is. Zoals gezegd, de dood. Of de technologie, die de afhankelijkheid moet bestrijden, en de mens zó moet omvormen dat hij niet afhankelijk is, beweeglijk kan blijven, en over zichzelf kan blijven beschikken.
Gelukkig wijst het evangelie ons een andere weg. Christus heeft ons zwakke, gebrekkige bestaan aangenomen: het Woord is 'vlees' geworden, in al zijn zwakheid, afhankelijkheid en vergankelijkheid. In Hem is het lichaam van de zijnen een tempel van de heilige Geest. Deze tempel is uiteindelijk een tent die wordt afgebroken. Pas bij God ontvangt de gelovige een eeuwig huis. Maar hij accepteert die tent, en zal zich daarom niet met hand en tand verzetten tegen het ouder-worden. Hij heeft geen afkeer van zijn zwakke lichaam, maar getuigt in de zwakheid van zijn lichaam van de kracht die in hem is. Deze kracht is de hoop op een nieuw lichaam op de jongste dag.
Verlangen
De weg die onze cultuur gaat, heeft ook nog een ander schadelijk gevolg voor ons mens-zijn. De gedachte dat we ons eigen leven kunnen en moeten veranderen, heeft ook invloed op verlangens van mensen. Die verlangens krijgen een verkeerde richting.
Alleen als onze verlangens uiteindelijk gericht zijn op God, dienen zij ons welzijn. Zodra ze niet op God zijn gericht, brengen ze schade. De verlangens van de hedendaagse mens die beweeglijk wil zijn, en over zijn eigen leven wil beschikken, zijn echter gericht op genieten. Staan anderen dat genot in de weg, dan heeft hij aan hen geen boodschap. Geeft zijn naaste hem niet wat hij wenst, dan verbreekt hij het contact. Hij wil zijn eigen verlangen doorzetten.
Zo is het ook met het verlangen naar gezondheid, gezond ouder-worden en verlangen naar een lang leven. Op zichzelf zijn die verlangens niet verkeerd. Mensen mogen ze hebben. Wie heeft ze niet? Het Woord van God spreekt ook over een lang leven in het land dat God geeft.
Maar het verhaal krijgt een wending als verlangens losstaan van het verlangen naar de Schepper. Dan liggen de zaken anders. Dan zijn ze verkeerd gericht.
Wat zijn verlangens naar bewegingsvrijheid en zelfredzaamheid waard als ze niet verbonden zijn met het verlangen naar God? Als je voor jezelf wilt zorgen maar geen rekening houdt met de Auteur van je bestaan? Als dat verlangen naar een lang, gezond en gelukkig leven niet gepaard gaat met liefde tot God en de naaste?
Mensen zeggen wel eens: er gaat niets boven gezondheid. Maar dat is niet waar. Er ís een hoger goed: God! Als je verlangen naar bewegingsvrijheid en zelfredzaamheid je tot zonde verleidt, werp het van je. Je kunt beter eenzaam en afhankelijk het leven ingaan, dan met al je (sociale) beweeglijkheid en zelfstandigheid voor eeuwig verloren gaan. Als je verlangen naar een gezonde levenswijze je brengt tot een leven dat geen tijd heeft voor je Schepper, kun je beter met je kwetsbare en fragiele bestaan het leven ingaan, dan met je kerngezonde, sportieve leven verloren gaan.
Evangelie
De medische wetenschap en biotechnologie krijgen zo langzamerhand de status van reddende machten. Ze zouden ons moeten verlossen van onze beperkingen, en de banden die ons binden aan ons eindige bestaan en vergankelijke vlees.
Het evangelie leert ons anders: Christus heeft ons lichaam en bloed aangenomen. Hij heeft ook ons lichaam verlost. Dat hoeven we niet zelf te doen. Daar kan ook geen wetenschap of techniek ons bij helpen. Wat we weer moeten leren is luisteren naar het spreken van God via ons natuurlijke bestaan, en aanvaarden wat ons gegeven is. Zeker, je hebt als mens verantwoordelijkheid. Je mag ook zoeken naar genezing bij ziekte. Maar er zijn grenzen, die ook door ons lichaam worden aangegeven.
De Schrift leert ons dat we alleen op God moeten vertrouwen, en ons alleen aan Hem moeten onderwerpen in nederigheid en geduld. Ja, geduld, bij alle beperkingen die we kennen. Zo mogen we van Hem al het goede verwachten. Want dat is zijn gebod: Hem liefhebben met heel ons hart, Hem vrezen en eren, zodat we – om woorden van de catechismus te gebruiken – eerder alle schepselen (en alle medische wetenschap en biotechnologie) prijsgeven dan dat we het minste of geringste tegen zijn wil zouden doen.
D.J. Steensma, Feanwâlden