Wat een trieste optocht gaat daar door de straten van Oxford. De stoet is op weg naar St. Mary’s kerk. Koud is het en regenachtig. De persoon waarom het lijkt te gaan draagt een gescheurde mantel en heeft een oude baret op zijn hoofd. Aan niets is te zien dat hij kort geleden nog in het aartsbisschoppelijke paleis woonde. Is dat echt Thomas Cranmer, de aartsbisschop van Canterbury?

Massaal zijn de mensen uitgelopen voor zijn terechtstelling. Voorstanders en tegenstanders. Voor de Engelse koningin Maria Tudor is het een glorieuze dag. Ze haat Cranmer met heel haar hart en vandaag zal ze wraak op hem nemen. In de kerk zal dadelijk eerst een ceremoniële preek worden gehouden. Ze verheugt zich nu al op toespraak van Cranmer daarna. Ze heeft de tekst gelezen, wat een overwinning. Al zijn ketterijen zal hij een voor een herroepen. Hij zal zijn trouw aan de paus betuigen en tot slot een Weesgegroet gebed bidden. Als het volk hoort dat hun leider is teruggekeerd naar Rome, kunnen ze weinig anders kunnen doen dan ook terugkeren. Moet je hem daar zien lopen, de lafaard. We hebben hem klein gekregen.

Terechtstelling

Thomas Cranmer ziet weinig van zijn omgeving. Zijn hele leven gaat aan hem voorbij. Al die pijnlijke momenten waarin hij zijn vrienden in de steek heeft gelaten. Maar nu heeft hij vrede in zijn hart. De twee verschillende versies van zijn toespraak houdt hij stevig vast. In de preek van zijn vervolgers komt zijn berouw uitvoerig ter sprake, maar voor de rechtbank was dit berouw niet genoeg. Zijn misdaden zijn zo groot dat verbranding moet plaatsvinden. De aartsbisschop hoort het gelaten aan. Hij voelt dankbaarheid in zich opkomen. Nog een keer mag hij van de waarheid getuigen. Nu is het zijn beurt. Er waren strikte afspraken gemaakt. Na enkele inleidende woorden moest hij zeggen. ‘En nu kom ik bij de grote zaak, door welke mijn geweten meer gekweld wordt dan door wat ik verder ooit deed.’ Vervolgens moet hij dan al zijn geschriften herroepen. Maar het loopt anders. Als Cranmer komt bij ‘En nu kom ik bij de grote zaak’, dan herroept hij al zijn herroepingen. ‘En daar het mijn hand was die aanstoot gaf door dingen te schrijven, die tegen het hart ingingen, zal daarvoor mijn hand het eerst gestraft worden; want als ik in het vuur kom zal die het eerst verbranden.’ Er barstte een enorm tumult uit, nog net kon hij zeggen dat hij de paus als een antichrist beschouwde en dat hij de rooms-katholieke avondmaalsleer afwees. Toen werd hem het zwijgen opgelegd. Even later op de brandstapel houdt de man in de oude mantel en de lange baard fier zijn hand in het vuur. Alle angst is verdwenen. Na enige tijd roept hij luid: ‘Ik zie de hemelen geopend en Jezus ter rechterhand Gods.’ Dan sterft hij. De toespraak die hij eigenlijk had moeten houden werd onmiddellijk door het hof verbreid. Het hielp niet. Teveel mensen wisten wat er echt was gebeurd. De propaganda van het hof werkt het tegendeel uit. Het volk was bemoedigd door het optreden van hun bisschop.

Thriller

Thomas Cranmer had zijn hoge functie niet gezocht. Hij was veel meer een kamergeleerde. Iemand die de nuances zocht en zaken van verschillende kanten wilde bekijken. Hij kon moeilijk op tegen het politieke geweld dat hem omringde. Jaren geleden las ik een klein boekje over zijn leven. ‘Thomas Cranmer (1489-1556), Kerkleider en getuige’. Het is geschreven door Dr. F.G.M. Broeyer. Onlangs las ik het opnieuw. Uit dit boekje put ik ook voor dit artikeltje. Het is een kerkhistorisch werkje, maar het leest als een thriller. De eerste vorst die Cranmer diende was Hendrik VIII, een buitengewoon grillige man. De ene keer ging hij mee met de reformatie, een andere keer koos hij tegen. Cranmer volgde zo goed en kwaad hij kon zijn vorst die hij beschouwde als van God gegeven. Verschillende keren heeft hij, uit lijfsbehoud, ingestemd met executie van medestanders. Je kunt daar natuurlijk makkelijk over oordelen, maar als je je tegen de vorst verzette, riskeerde je geen ontslag, of inhouding van je bonus, of zoiets. Je leven was onmiddellijk in gevaar. Verbranding of onthoofding, dat waren de twee opties. Cranmer heeft verschillende keren tegen de waarheid gekozen. Hij is een geloofsheld met meerdere vlekjes. Hij heeft vuile handen gemaakt, ook daarom moest die hand in het vuur.

Actualiteiten

De levensgeschiedenis van Thomas Cranmer, de grondlegger van de Anglicaanse kerk, raakt ook een aantal actuele zaken. De Brexit bijvoorbeeld. Het ontstaan van de Anglicaanse kerk kun je zien als een zestiende-eeuwse Brexit. Engeland wenste geen buitenlandse inmenging. In 1533 nam het parlement een wet aan, waarmee het verboden werd geschillen juridisch te laten beslissen in Rome. In het stuk stond vermeld dat Engeland een imperium was. Daarmee werd bedoeld dat het land zich aan geen enkele buitenlandse macht onderwierp.

Een andere actuele zaak betreft het vluchtelingenprobleem. Toen het voor Cranmer duidelijk werd dat het einde van zijn leven in zicht kwam, liet hij zijn vrouw naar het buitenland vertrekken. En waarschijnlijk ook zijn kinderen. Ook vele andere hervormingsgezinden weken uit naar het vasteland. Zelf weigerde hij te vluchten. Zijn vrouw had last van gewetensbezwaren. Mag je vluchten? Mag je veiligheid voor jezelf zoeken en anderen achterlaten? Cranmer schreef haar een uitgebreide brief waarin hij met Bijbelse voorbeelden het recht om te vluchten verdedigde. ‘Ik bezweer u, zoek een woning daar waar u waarachtig en op juiste wijze God kunt dienen. Woon in Hem en laat Hem altijd in u wonen.’

Een zaak die door de hele kerkgeschiedenis speelt, is de relatie van christenen tot de overheid. Romeinen 13. Verschillende foute beslissingen werden door Cranmer genomen omdat hij er van overtuigd was dat de vorst door God was gegeven en daarom gehoorzaamd diende te worden. Hij kwam daar later op terug. Hij voelde zich nu gebonden aan het principe, dat gehoorzaamheid aan God alle andere verplichtingen te boven ging.

Zondag voorafgaand aan Hervormingsdag zongen we in onze kerk, de Schuilplaats, het Lutherlied. ‘Een vaste burcht is onze God’. En het tweede vers ‘Geen aardse macht begeren wij’. Gelukkig werd het vierde couplet niet opgegeven: ‘Delf vrouw en kinderen ‘t graf, neem goed en bloed ons af’. Als we dat zingen, kunnen we dat beter heel zachtjes doen, want voor je het weet heb je vuile handen.

Krijn de Jong, Urk


Commentaar

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...

  • Convent 2024-02-22 17:59:53

    Het kan je haast niet ontgaan zijn. Het convent dat op DV 20 april 2024 door deputaten...