Toen klom Mozes omhoog, naar God. Je leest er heel gemakkelijk overheen, maar ik vind het steeds weer heel aparte woorden. Het volk Israël is drie maanden onderweg in het grote avontuur en zij zijn aangekomen bij ‘de berg’. De lezer moet dan maar begrijpen over welke berg het gaat. Het klinkt mystiek en je ziet Mozes gaan naar grote hoogten naar God. Het volk blijft beneden. Als amateur bergbeklimmer weet ik hoe elke stap naar de top voelt.
Inspanning en hoop, vermoeidheid en doelgerichtheid wisselen elkaar emotioneel af. Als gelovige ken ik de weg omhoog naar God ook. Daar moet ik natuurlijk meteen bij zeggen, dat die weg waarschijnlijk voor iedereen anders is. Lang niet iedereen gaat helemaal van de voet van de berg alleen naar boven naar de top. Velen klimmen in gezelschap. Uiteindelijk is het bereiken van de top wel individueel. Jouw ontmoeting met de Allerhoogste is echt jouw ontmoeting. Niemand kan die overnemen, niemand kan daarin delen. Een stukje ‘alleen’ zit er dus voor ons allemaal in. Mozes ging de hele weg alleen en ontmoette de Eeuwige. Voor de meeste mensen zou die top-ontmoeting het einde zijn van de aardse tijd. Voor Mozes is dit het begin van een nieuwe opdracht en een nieuwe periode in zijn leven. Hij gaat die opdracht en die periode gehoorzaam aan. Weinig kan hij weten wat het hem allemaal aan vreugde en verdriet gaat brengen. De centrale opdracht van deze periode is: Spreek tot het volk Israël. Die opdracht zal hem in de absolute eenzaamheid brengen, maar ook in een nog nooit geziene reddingsoperatie. God is aan het werk.
Peter van Dolderen, Almere