Een verjaardag van een honderdjarige is geen uitzondering meer. De gemiddelde leeftijd waarop mensen overlijden is momenteel voor mannen 76 jaar en voor vrouwen 81. In 1950 was dat respectievelijk 59 en 63 jaar. In 1860 was de gemiddelde leeftijd slechts 37 jaar. De leeftijdsverwachting zal de komende jaren waarschijnlijk toenemen.
Sommigen menen dat in de toekomst een leeftijd van honderdtwintig jaar geen uitzondering zal zijn, of dat mensen uiteindelijk zo'n honderdvijftig jaar kunnen worden.
Voor velen is dat een aantrekkelijke gedachte. En wat is er op tegen als we ons inspannen om dat resultaat te bereiken. Zouden we niet mogen verlangen naar een heel lang leven, in goede gezondheid en genietend van het goede dat de aarde biedt? Verlangen naar een lang en gelukkig leven is heel natuurlijk. Wie wil niet oud worden, zonder al te veel problemen?
AVL
Zij die menen dat een aanzienlijke levensverlenging mogelijk is, beweren dat veroudering een ziekte is. En ziekte kun je toch bestrijden? Dus ook veroudering.
Er zijn wetenschappers die daarvan hun vak hebben gemaakt. Zij onderzoeken de mogelijkheden van 'aanzienlijke verlenging van het leven', afgekort: AVL. Deze wetenschappers zoeken naar een medicijn of combinatie van medicijnen tegen veroudering. Of ze verwachten heil van gentherapieën. De Britse onderzoeker Aubrey de Grey meent dat er over zo'n dertig jaar technieken beschikbaar zijn waardoor er aanzienlijke levensverlenging mogelijk is. Wie zal zeggen dat dit onderzoek geen resultaat zal hebben? Wie zal beweren dat wetenschappers nooit het verouderingsproces zullen kunnen vertragen
Op het eerste gezicht is weinig op dergelijk onderzoek tegen. Veroudering is doodsoorzaak nummer één. Waarom zou je die oorzaak niet gaan bestrijden? Dat willen we toch? De kwaliteit van leven verbeteren? En ervoor zorgen dat we langer kunnen leven? Wie stopt met roken, strijdt toch ook tegen veroudering?
Levensstijl
Niemand zal betwisten dat een gezonde levensstijl een prima zaak is, en evenmin dat we zo invloed kunnen uitoefenen op de duurzaamheid van ons lichaam. Wie zal niet naar de dokter gaan bij ziekte? God eist bovendien dat we goede zorg besteden aan ons lichaam. Hoe ingenieus heeft Hij het menselijk lichaam gemaakt! Dat vraagt eerbied en respect. Hij is de eigenaar van ons lichaam. God heeft ons het beheer over dit kostbare stukje schepping toevertrouwd.
Christus heeft zijn bloed ook voor het lichamelijke bestaan van de zijnen geofferd. Het lichaam van de gelovige is daarmee een 'tempel' van de heilige Geest geworden. We weten wat die tempel schade toebrengt. Die wetenschap mag een christen niet zomaar aan zich voorbij laten gaan. Onze levensstijl beïnvloedt onze levensduur.
In de loop van de geschiedenis hebben betere voeding, hygiëne, leefomstandigheden en gezondheidszorg ervoor gezorgd dat de gemiddelde levensduur kon toenemen. We kunnen daarin iets herkennen het werk van God in de zorg voor het werk van zijn handen.
Maar moeten we dan óók die wetenschappers toejuichen die zoeken naar medicijnen voor een aanzienlijk levensverlenging? Moet de overheid geld vrijmaken voor onderzoek naar de verbetering van ons DNA, de kleinste bouwsteentjes waaruit ons lichaam bestaat? Steeds weer doen wetenschappers ons versteld staan van hun kunnen, ook op het gebied van genetisch onderzoek. Kan er misschien worden gesleuteld aan menselijke genen zodat mensen minder snel oud worden?
Er zijn ook wetenschappers die onderzoek doen naar menselijke (stam)cellen. Zij menen dat in de toekomst beschadigde organen in het menselijk lichaam mogelijk kunnen worden vervangen door nieuw gemaakte/gegroeide organen.
De medische ontwikkelingen gaan steeds verder. Allerlei technieken kunnen worden ingezet om het menselijk leven en functioneren te verbeteren.
Verouderingsbestrijding
De vraag is of we dat moeten willen. Moeten we blij zijn met onderzoek naar levensverlenging? Heeft Jezus niet gezegd dat niemand door bezorgd te zijn ook maar één el aan zijn levensduur zou kunnen toevoegen? Kan dat dan wel door medische technieken? Zou de overheid moeten investeren in medisch-wetenschappelijk onderzoek naar levensverlenging? Zou een christelijke jongere er verstandig aan doen als hij een studie kiest op dit gebied? Zouden we fondsen moeten steunen die onderzoeken doen naar het tegengaan van het verouderingsproces van het lichaam? Naast een collecte voor kankerbestrijding (het KWF) een collecte voor 'verouderingsbestrijding'?
Een lang en gezond leven 'in het land dat God geeft', is een zegen. Hoe vaak hoor je niet dat een oudere die het verval van krachten bij zichzelf opmerkt, 'hier' nog wel even wil blijven. Hij geeft daarmee aan dat hij nog wel wat langer zou willen genieten van het aardse leven, de omgang met mensen om hen heen, en de natuur. Een langer leven kan toch ook een langere dienstbaarheid jegens God, en de naaste betekenen? Zouden we dan niet een medische wetenschap moeten toejuichen die zich inzet voor een aanzienlijke levensverlenging?
Toch spreekt de Schrift anders: verval van krachten op een bepaalde leeftijd is een natuurlijke zaak! Zeker, je moet voor je lichaam zorgen, maar er zijn dingen die je niet in de hand hebt, en die je – als christen – niet in de hand wilt hebben. Een van die dingen is het proces van veroudering. Dat proces vraagt gelovige aanvaarding.
(Volgende week het tweede en laatste artikel over aanzienlijke verlenging van het leven.)
D.J. Steensma, Feanwâlden