De hoofdpersoon van deze roman is Jacob, conciërge en klusjesman in een klooster. Hij heeft vanaf zijn geboorte een scheef gezicht en een slecht gehoor. Mede daardoor is zijn leven eenzaam, ook in het klooster, al is hij gelovig en doet hij mee aan de diensten. Maar verder houdt hij zich afzijdig, zowel van de broeders als van de gasten.
Op een dag arriveert een gast een paar uur te vroeg in het klooster. Het is de politicus Henry Loman die zichzelf in de nesten heeft gewerkt. Weliswaar is hij atheïst, maar toch zoekt hij in het klooster naar een nieuw begin. Maar ook in zijn kloostertijd gaat hij met een vrouw zijn boekje te buiten. Opmerkelijk is de rol van zijn eigen vrouw. Zij probeert telkens, samen hun dochtertje, haar man weer naar huis te halen.
Jacob krijgt, ondanks zichzelf, contact met deze ongelovige gast. Dat levert ongedachte gesprekken en ontwikkelingen op. De auteur laat bovendien zien hoe complex het leven is, zowel voor ongelovigen als voor gelovigen, en in hun onderlinge relaties. Dat maakt deze roman ongemeen boeiend. Dat wordt tevens bevorderd door de schrijfstijl van Esther Gerritsen, poëtisch en sober.
Wie van een voorspelbare roman houdt, zal dit boek niet uitlezen. Maar wie zich wil laten verrassen, kan ik dit boek aanbevelen. Niet het minst vanwege de originele manier waarop geloven in dit verhaal een rol speelt.
Amersfoort, D. Visser
Esther Gerritsen, De Trooster, De Geus, Amsterdam, ISBN 978 90 445 4014 7, 211 blz., vierde druk, de actieprijs was of is € 12,50, anders € 20,99.