Ik was acht jaar toen de oorlog uitbrak. Wij woonden toen in Enschede in de wijk Pathmos. Veel van wat er op die dag gebeurde ging aan je voorbij. Er waren veel vliegtuigen in de lucht. Vliegveld Twente was dichtbij. Ik weet nog dat we opgeschrikt werden door een geweldig harde knal, dat was het moment waarop de brug over het Twente-Rijnkanaal werd opgeblazen.
Hoe verliepen de oorlogsjaren verder? Als jonge jongen had je er weinig last van. Het was af en toe ook nog wel avontuurlijk. Meemarcheren met de rijen Duitse soldaten die al zingend door de stad marcheerden. Je ging gewoon naar school en speelde op straat. Tot die dag: 22 februari 1944.
Bommenwerpers
Het was een heldere mooie winterdag drie dagen na mijn twaalfde verjaardag. Het was tussen de middag. We hadden net gegeten toen we opeens een geweldig gedreun van laagvliegende Engelse bommenwerpers hoorden aankomen, meteen ging ook het luchtalarm. We renden naar buiten want het gebeurde nog niet vaak dat er overdag zo laag gevlogen werd. Ik stond achter het huis met mijn ouders en mijn broer en we gingen aan het tellen, het was een grote formatie, zeker over de dertig vliegtuigen.
Opeens zagen we bij die vliegtuigen allemaal blinkende voorwerpen. Eerst hadden we niet in de gaten wat dat betekende, maar toen drong het door dat dat bommen waren. We renden weer het huis in, ik weet niet waar mijn moeder bleef, waarschijnlijk in de keuken. Mijn vader en ik zijn in de woonkamer onder de tafel gaan liggen. Het was ineens een hels lawaai. Het donderde door het hele huis. Later bleek dat het brandbommen waren die door het dak sloegen en via de trap naar beneden rolden.
Brand
Toen het rustig werd zijn we weer naar buiten gegaan, toen stond de hele bovenverdieping al in brand. Er was niets meer te redden, de trap naar boven stond ook in brand. Mijn broer was buiten tegen de muur gaan liggen, hij voelde ineens dat zijn been warm werd: er bleek een brandbom vlak naast zijn been in de grond te staan.
Een nare bijkomstigheid was, dat mijn opoe ziek in de voorkamer lag. Mijn vader kon niet meer via de gang naar de voorkamer. Hij is buiten omgerend, heeft mijn opoe eruit gehaald en bij de achterburen gebracht. Toen was het al te laat om nog iets van de inboedel te redden. Het beeld dat mij nog steeds voor ogen staat is: dat ik voor het huis stond en dat alle huizen om mij heen in brand stonden. We woonden op een kruispunt waar vijf straten bijeenkwamen. Het was een vuurzee. Daar stonden we; alleen de kleren die we aan hadden, verder niets meer. De moeder van mijn vader woonde met haar dochter aan de rand van Enschede. Daar konden we bij in gaan wonen. Daar hebben we gewoond tot 1948/1949.
Razzia
Wat de oorlogsbelevenissen betreft was dat geen onverdeeld genoegen. Die wijk lag vlak naast de spoorbaan Enschede- Hengelo. Regelmatig werden er treinen beschoten door de Engelse jagers, wat tot gevolg had dat de Duitsers op een heideveldje zo’n vijfhonderd meter van ons huis luchtafweergeschut plaatsten, wat weer tot gevolg had dat er nog meer beschietingen van de Engelse vliegtuigen plaatsvonden, die dan net boven ons huis in een duikvlucht op het afweergeschut afgingen: geen leuke gewaarwording. En veel schade tot gevolg, kapotte dakgoten en ramen en zo. Geen rustige tijd.
Bij de grote razzia in november 1944 werd mijn vader opgepakt om in Duitsland te gaan werken. Maanden hoorden we niets, via het Rode Kruis kon je een pakje sturen, dat was alles. Pas weken na de bevrijding is hij weer thuis gekomen. Een moeilijke tijd zeker voor mijn moeder. Het eten werd schaarser. Mijn zus en broer zijn er verschillende keren op uit geweest om ergens bij boeren in de omgeving aardappels te halen. De verste tocht die ze gemaakt hebben was lopend met een handkar naar Vriezenveen, daar was nog wat voedsel te halen.
Ik zelf heb dat niet allemaal meebeleefd, een oom had contacten met een boer in Usselo, daar heb ik de laatste maanden van de oorlog doorgebracht.
School
En hoe was het met de scholen? Voor het bombardement ging ik naar de Groen van Prinstererschool aan de Spelbergsweg in Enschede, maar na het bombardement, toen we aan de andere kant van de stad woonden, ging ik naar de christelijke school aan de G.J. van Heekstraat. Maar die werd gevorderd door de Duitsers, en kregen we nog maar sporadisch les op verschillende locaties. En toen ik bij die boer in Usselo woonde, de weekenden was ik gewoon thuis, ging ik zaterdagsmiddags naar de meester van de school, dan kreeg ik huiswerk mee en dat moest ik dan de andere week weer inleveren. Zo ging dat door tot aan de bevrijding van Enschede op 1 april 1945. Van de bevrijding zelf is me niet zoveel bijgebleven. Er werd veel geschoten door tanks die aan kwamen rijden, soldaten renden bij ons door de tuin en vestigden zich in de school die achter ons huis stond. Verder bleef het die dag erg onrustig, maar aan het einde van die eerste april waren we toch echt bevrijd. Enkele jaren na de bevrijding is ons huis weer opgebouwd, en zijn we weer naar ons vertrouwde plekje aan het Usselerplein gaan wonen.
Henk van Eden, Veendam