Geen andere goden voor het aangezicht van God! Vertrouwen op iets in de schepping heeft direct invloed op ons geestelijk leven, maar ook op onze kennis van de wereld, en hoe we omgaan met ons mens-zijn en het mens-zijn van onze naaste. Mensen laten zich gemakkelijk in de luren leggen door wat zich aan hen opdringt. De vorige keer is reeds de afgod van (politieke) macht en invloed genoemd.

 

De Schrift spreekt veel over de afgoden van goud, geld en bezit: ze kunnen mensen in hun greep houden en alle aandacht opslokken. De oudtestamentische profeten hebben hiertegen sterk gewaarschuwd. Jezus wijst op het gevaar van de Mammon (Mat.6,24).

 

Fabriek

Paulus noemde geldgierigheid de wortel van alle kwaad (1Tim.6,10). Deze afgod wordt ook zichtbaar in het streven van ondernemingen naar winst 'om de aandeelhouders' (en niet om dienst aan de naaste of de samenleving). Het verabsoluteerde 'halen, hebben en houden' ontwricht het werkelijke 'zijn'.

Ook is voor veel mensen de buik een belangrijke afgod (Fil.3,6), of (seksueel) genot. De samenleving als geheel lijkt haar vertrouwen te hebben gesteld op wetenschap en techniek. En wat te denken van personen die als afgoden worden vereerd? Uiteindelijk geven al deze personen en zaken waar mensen hun geluk van verwachten en hun vertrouwen op stellen, alleen maar onrust en leegte.

Van nature zijn we echter vindingrijk in het vereren van allerlei zaken. Het menselijk hart is een godenfabriek, zo zei Calvijn. Wij zijn allen van nature gericht op een hogere macht, en hebben daarvoor een zeker gevoel. Dat gevoel kan alle kanten opgaan. We zijn in staat om allerlei hogere machten te verzinnen om daarop te vertrouwen. Op verschillende manieren kunnen we datgene wat we aantreffen in natuur of cultuur apart zetten om ons daarop te richten.

Het eerste gebod stelt daar echter paal en perk aan: je mag alléén de enig ware God dienen. Dat heeft ook een goed zicht op de schepping. De schepping is geen god. Daarom is er ten opzichte van de schepping gepaste afstand nodig (vgl. 1Kor.7,29-31). Wat God geschapen heeft, heeft zijn eigen waarde, maar ook niet meer dan dat, in elk geval geen goddelijke waarde. 

 

Troost

Het verbod op afgodendienst houdt positief een appel in tot dienst aan God. Deze dienst raakt alle terreinen van ons leven: onze kennis van de werkelijkheid, onze omgang met onze naaste en onszelf. Zij raakt ook heel de samenleving. Wie zich door dit gebod laat leiden, zal bovendien goed zorgen voor de schepping. Als we letten op wie wij van nature zijn, moeten we vaststellen dat onze gehoorzaamheid aan het eerste gebod altijd gebrekkig, fragmentarisch en onvolkomen is.

De troost van het evangelie is echter dat Christus de schuld van de zijnen heeft betaald, ook de schuld vanwege ongehoorzaamheid aan dit gebod. Hij is eveneens in de plaats van de zijnen in actieve zin volkomen gehoorzaam geweest. Zijn dienen van de hemelse Vader was volmaakt. Christus had geen enkele god voor het aangezicht van zijn Vader. Zijn hart, geest en verstand was volmaakt in liefde op zijn Vader gericht.

In die gehoorzaamheid delen mogen wij delen door een waar geloof. Geloven is verbonden zijn met Christus. Deze band wordt gelegd door de heilige Geest, die daarvoor het middel van het evangelie gebruikt. De Geest verzekert ons van dit heil, en maakt ons vervolgens meer en meer bereid tot een leven in gehoorzaamheid, ook aan het eerste gebod.

 

Vrijheid

Dit dienen en vereren van God betekent leven in ware vrijheid. Het eerste gebod toont de weg van deze vrijheid en ook de grens daarvan: vrijheid van de machten die tegenover God staan, en een vrijheid tot liefdedienst. De apostel Paulus houdt ons ook voor dat we ons niet opnieuw een slavenjuk mogen laten opleggen (Gal.5,1).

Allerlei machten kunnen zich aan mensen opdringen. Verleidelijke machten. Verraderlijk ook. Als een mui aan de kust. Om bang voor te zijn. Eerder is al een aantal afgodische machten genoemd. Ze trekken mensen aan. Maar hebben ze uiteindelijk iemand meegenomen, dan rest er niets anders dan angst. Altijd bewerken die machten angst.

Daarnaast zijn er andere machten, zoals ziekte en dood, heden en toekomst, en andere zichtbare en onzichtbare machten, en ook de macht van de natuur en de cultuur. Jezus zei dat de zijnen zich niet door de zorg over hun leven moeten laten bepalen (Mat.6,25-34), en niet de macht van bezorgdheid 'voor het aangezicht van God' mogen hebben.

Op die manier klinkt in het eerste gebod door wat zo vaak in de Schrift wordt gehoord: Vrees niet. Geen enkele macht kan de gelovige scheiden van Christus (Rom.8,38). God zorgt voor de zijnen (1Pet.5,7). Liefde voor God geeft een leven zonder angst, in ware vrijheid.

Deze vrijheid is geen bezit. Ware vrijheid is een relatie. Ze bestaat in gebondenheid aan de Schepper. Deze gebondenheid betekent een positie onder Hem, maar ook een positie boven de machten in deze wereld. God heeft van oorsprong af Christus gegeven, en die positie na diens sterven en opstanding uit de doden bekrachtigd. Het evangelie luidt dat wie gelooft, dus aan Hem verbonden is, in beginsel deelt in diezelfde positie. Wat nu nog in beginsel werkelijkheid is, wordt eens in heerlijkheid werkelijkheid.

 

O Geest, houd onze harten vrij

van dwaling en afgoderij.

 

D.J. Steensma, Feanwâlden


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...