Hebt u dan geen eigen gemeente meer? Deze vraag krijg ik regelmatig gesteld. Kan dat? Een predikant zonder gemeente? Ja, dat kan als je beroepen bent tot bijzondere arbeid. Voor mij is dat het werk van diaconaal consulent. Hier vertel ik graag over, want dit werk wil alle lokale gemeenten ondersteunen in hun diaconale roeping.
Deputaten diaconaat
Een diaconaal consulent werkt onder de verantwoordelijkheid van het deputaatschap diaconaat. Je kunt deze vergelijken met een kerkenraad. Dit deputaatschap krijgt de opdracht van onze Generale Synode. Dat is niet zo spannend, want de principes staan in de bijbel; al vraagt elke tijd om een nieuwe invulling. Het werk doe ik samen met Rudolf Setz (binnenlandse werk) en drie part-time secretaresses/teamondersteuners.
Diaconaal consulent-zijn
Wat is het werk? De belangrijkste taken zijn in hoofdlijnen: het bezinnen op thema’s als barmhartigheid, gerechtigheid en duurzaamheid én dit uitdragen. Dat gebeurt heel concreet door het ondersteunen van projecten en doordat gemeenten projecten via diaconaat adopteren. Verder lanceren we noodhulpen en zorgen ervoor dat dit geld op de goede plek terecht komt. Als laatste noem ik het begeleiden van missionaire diaconale werkers (MDW’ers, zie www.cgk.nl/missionaire-diaconale-werkers). Laat ik het wat uitwerken.
Bezinning en inspiratie
We helpen kerkenraden en predikanten bij inspiratie op een aantal diaconale thema’s. Barmhartigheid: hoe help je wie geen helper heeft? Hoe doe je dat als gemeente en als gelovige? Hoe doe je dat samen? Inspiratie halen we dan bijvoorbeeld uit Jezus’ verhaal van de barmhartige Samaritaan. Een tweede thema is dat van gerechtigheid: God zet de dingen recht voor ons én met ons, naar zijn bedoeling. De missie van Jezus Christus was om de relatie van God met ons te herstellen; maar ook de relatie met elkaar. Dat heeft te maken met onze levenshouding, met het recht willen zetten van onrecht in deze wereld. Een inspirerende gelijkenis is voor dit begrip die van de rijke man en de arme Lazarus. Een derde thema is dat van duurzaamheid. God geeft ons veel mogelijkheden, talenten, zijn prachtige schepping, grondstoffen en hulpbronnen. Hoe gaan we hier goed mee om en putten we niet uit?
We schrijven hierover in ‘Doorgeven’ en in onze Nieuwsbrieven (die ontvangen u en jij toch?), leveren preekschetsen aan en hebben hiervoor toerustingsmaterialen voor met name diaconieën.
Handen uit de mouwen!
We hebben vervolgens zo’n veertig projecten waarin we handen en voeten geven aan deze diaconale thema’s (zie www.cgk.nl/diaconale-projecten). Deze projecten zijn verbonden met ons zendingswerk, met MDW’ers of met initiatieven uit de kerken. Diaconaat wil zeggen: we voegen de daad bij het woord. En dan zijn deze projecten oefenplekken! We begeleiden plaatselijke gemeenten die een project adopteren en er soms met een groep jongeren of gemeenteleden een reis naartoe maken. Mijn taak is om verbindingen te leggen, te begeleiden, uit te leggen en te checken (tja, er gaat soms iets mis).
Noodhulp
Een aantal keren per jaar zetten we een noodhulp uit. Dit jaar is dat voor Sulawesi waar (opnieuw) een aardbeving velen kerken en huizen zwaar beschadigde. En recent startten we een noodhulp voor Tigray, Ethiopië, waar veel mensen vluchtten voor het geweld in de regio. We houden graag de lijntjes kort en beperken de overhead. In Sulawesi kan dat door de hulp te laten lopen via de zusterkerken (GTM) daar. In Ethiopië loopt de hulp via organisaties waar we een goede band mee hebben.
Hoe ben ik ertoe gekomen dit werk te doen?
In de gemeente van Rotterdam, waar ik twaalf jaar predikant was, heb ik een diaconaal-missionair project helpen opzetten (Open Arms, zie www.openarms.nl). De nood van veel buurtbewoners spoorde ons aan om voedselpakketten uit te delen, hulp op materieel en geestelijk vlak te bieden en mensen bij elkaar te brengen. Daar zag ik het belang van relaties, je verbinden met mensen. Dat opent veel deuren en harten, ook voor het Evangelie. We kondigden Alpha-cursussen aan en mensen kwamen in forse aantallen. Je zag ze ook ‘doorstromen’ naar de diensten. We starten met een tweedehands winkel en dat liep erg goed. Er kwam bijvoorbeeld op een vrijdag een man van rond de dertig binnen die net ontslagen was en een ‘illegale’ vriendin had met wie hij een baby had. Hij zag het niet zitten, dacht dat de duivel in zijn lijf zat en vroeg om hulp. We konden met hem bidden, wat hem enorm hielp, zo gaf hij aan en uit de tweedehands winkel kreeg hij alle babyspullen die hij nodig had. Wat vonden we als medewerkers dat een prachtige dag.
Toen de plek voor diaconaal consulent vrijkwam, na het emeritaat van ds. Gé Drayer, had ik het verlangen om de geleerde Open Armslessen toe te passen op groter schaal. Met dat verlangen ben ik begonnen.
Band met de kerken
Als ‘vrijgesteld’ predikant mis ik de band met de gemeente zeker. Je loopt geen pastorale trajecten met gemeenteleden, doet geen huwelijks- of belijdeniscatechese of preekt door een bijbelboek heen. Natuurlijk ga ik voor in diensten, ook diaconale diensten! (daar kun je me specifiek voor uitnodigen). Dat zijn deels diaconale diensten, waarin je een thema behandelt of de principes voor het adopteren van een project uitlegt. Maar het is toch wel wat anders geworden.
Je hebt aan de andere kant een breder werkterrein, ziet veel van het werk in Gods koninkrijk in ons land en zeker ook daarbuiten. Ook geniet ik er wel van om nu meer met de daadkant van het Evangelie bezig te zijn dan met de woordkant.
Zo mogen we met elkaar kerk zijn; ieder op zijn eigen plek, met inzet van gaven en mogelijkheden.
Ds. Erjan van der Linde, Capelle aan den IJssel