Prof. dr. J.W. Maris is onder de indruk geraakt van een fascinerend fenomeen dat hij tijdens zijn verblijf aan de Costa Blanca (Spanje) heeft waargenomen. Meestal is daar aan de oostelijke hemel de morgenster duidelijk te zien. 'In de zuidelijker streken van Europa komt alles wat je aan de hemel ziet wat scherper op ons netvlies dan in Nederland.
Het doet ons wat op een of andere manier. Die morgenster is anders, veel helderder, en dichterbij dan wat je behalve de zon en de maan verder aan de hemel ziet. We weten wel dat wat we zien eigenlijk geen ster is. Het is de planeet Venus, die van alle planeten die samen met de aarde zich rondom de zon bewegen het dichtst bij ons, bij onze aarde staat. Maar deze morgenster heeft door de heldere schittering bij mensen altijd al iets opgeroepen dat anders is. Eeuwen door zijn er ook, in allerlei godsdiensten, goddelijke eigenschappen aan de morgenster toegeschreven. In de astrologie bijvoorbeeld – waarin vooral houvast aan fenomenen in de schepping wordt gezocht zonder aan de Schepper te denken – speelt ook de morgenster een rol. Maar die kant wil ik maar liever niet op! En toch doet die morgenster – die overigens ook de avondster is – ons wat.
Diversiteit
Opmerkelijk dat in de Bijbel ook een paar keer over de morgenster wordt gesproken. En dat in een diversiteit van beelden. In het Oude Testament wordt in het boek Job iets gezegd over morgensterren (in meervoud!). In Job 38,7 kom je die namelijk tegen als aanduiding van de engelen, vol vreugde jubelend over Gods heerlijke scheppingswerk. In Jesaja 14,12 wordt het beeld heel anders gebruikt. Over de koning van Babylon, die zichzelf in zijn supermacht hoog verheven achtte tot in de hemel, wordt uitgeroepen: 'O morgenster, zoon van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle volken, hoe smadelijk lig je daar neergeveld.' Namens de God van hemel en aarde wordt dan over zo´n zelfverheffing een oordeel uitgeroepen. Blijkbaar had de machtigste vorst op aarde zichzelf met de schitterende morgenster vergeleken. In het Nieuwe Testament vinden we de morgenster drie keer vermeld, steeds in verband met de Here Jezus Christus (Op.2,28; 22,6; 2Pet.1,9).
Overwinning
In het laatste bijbelboek is dat dus op twee plaatsen. In Openbaring 2 en 3 staan de zeven brieven die Christus vanuit zijn hemelse heerlijkheid gedicteerd heeft aan de apostel Johannes, en die gericht zijn aan de zeven gemeenten in Klein Azië, zeg maar Turkije. De brief aan Tyatira bevat nogal wat vermaning. Jezus kijkt door ze heen, Hij doorgrondt het hart van de mens! Hij prijst hun standvastigheid, en hoe liefdevol, gelovig en hulpvaardig ze zijn, maar Hij zegt ook wat er scheef zit daar in de kerk. Ze laten een zogenaamde profetes, die op een nogal verleidelijke manier mensen bij Christus vandaan lokt, gewoon haar gang gaan in de kerk. En dan volgt de vermaning zich te bekeren, met de belofte: ´Wie overwint en Mij navolgt tot het einde, zal Ik macht geven over alle volken.´ Bekering, nee zeggen tegen wat wegvoert van het woord van God, wordt hier overwinning genoemd. Wat terloops duidelijk wordt, is dat nee zeggen tegen wat verkeerd is en ja zeggen tegen de weg van Christus strijd met zich meebrengt. Een overwinning die wat voorstelt gaat nooit vanzelf! Het kan wel eens bloed, zweet en tranen vragen, om met Churchill te spreken.
Gave
Ook in het leven van een christen is dat herkenbaar. En dan volgt dit woord van Jezus: ´En Ik zal hem ook de morgenster geven´ (Op.2,28). Dat geeft dan iets weer van de heerlijkheid van overwinnen. Een christen bevindt zich altijd op terrein dat bevochten wordt. In het boek Openbaring kom je niet alleen God en Christus tegen, maar ook de tegenstander, de satan. Er wordt aan gelovigen altijd getrokken! En daar kunnen we ons maar beter bewust van zijn. Trouw blijven, Christus volgen, is altijd interessant voor de boze. Hoe graag wil hij ons naar iets anders toe trekken! Naar de verslaving aan je eigen wensen, naar jaloezie op anderen, naar bewondering die anderen misschien voor ons hebben bijvoorbeeld – het zijn dat soort dingen, die tussen Christus en ons in kunnen komen. Geweldig als die belofte klinkt: ´Wie overwint (…) Ik zal hem ook de morgenster geven.´ Daarin klinkt de heerlijkheid van Jezus Christus – dat komt bij dat andere woord uit Openbaring – maar op zo´n manier dat die aan jou verbonden wordt! De morgenster van jou! Christus mag dat zeggen! Hij regeert over alles! De glans, de onkwetsbaarheid, de goddelijke veiligheid die daarmee wordt toegezegd, is eigenlijk onvoorstelbaar, en toch zo machtig welgemeend! Het is trouw blijven – vechtenderwijs! – en dan als je met al die inspanning je toch aan de Heiland hebt vastgehouden, ervaren dat Hij dan aan jou vasthoudt. Hij grijpt je vast, en het teken van de overwinning, het behoren bij Hem, wordt onwrikbaar zeker. Jij bent niet alleen van Hem, Hij is ook van jou! Wat een groot woord in de oren van twijfelmoedige mensen. En voor dat soort mensen is het bedoeld ook!
Dr. Hans Maris, Apeldoorn
Dr. J. W. Maris is emeritus hoogleraar dogmatiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn