Veertig. Het is zo’n getal in de Bijbel waar iets mee is. Mozes, die veertig jaar in de woestijn is, het volk Israël veertig jaar in de woestijn, Jezus is er veertig dagen. In elk van die gevallen betekent het een tijd van beproeving, waarop terug gekeken wordt in de Bijbel. We kijken samen met ds. Jan Kronenberg en zijn vrouw Nita terug op Jans veertigjarig jubileum als predikant van onze kerken. Naar keuzemomenten, ijkpunten, moeilijke zaken en mooie herinneringen.
Als hen de vragen worden toegestuurd, omdat immers bezoek niet mogelijk is, blijken er in het antwoord best veel getallen voorbij te komen. Het triggert en er valt een reeks op.
Zeven
Jan Kronenberg is welgeteld zeven keer verhuisd. In eerste instantie samen met zijn ouders, die net als die van Nita wegens werk in de buurt van Den Haag komen te wonen. Jan en Nita leren elkaar kennen op de jeugdvereniging van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Rijswijk.
Jan is zoals je dat noemt een ‘exacte’ leerling. Maar de roeping bleek anders: ‘In het examenjaar werd duidelijk dat ik niet de weg van de techniek op zou gaan. De theologie trok mij. Omdat ik een Atheneum-B examen had gehaald, moest ik eerst een vooropleiding volgen en het eerste jaar van de theologieopleiding. Daarom heb ik mij ingeschreven bij de faculteit Godgeleerdheid van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ik woonde toen deels thuis en deels op kamers in Amsterdam. Elke week ging ik liftend op en neer.’
In 1975 zijn Jan en Nita getrouwd en verhuisd naar Apeldoorn. In de jaren die zij in Apeldoorn wonen heeft Jan de studie tot predikant van onze kerken gevolgd en in 1981 is hij beroepbaar gesteld.
‘Het was een heerlijke en achteraf gezien rustige tijd.’ Beroepen worden hoort bij een predikant en daarom volgen er nog enkele verhuizingen. Achtereenvolgens naar Stadskanaal, Leeuwarden, Haarlem en tenslotte weer terug naar Leeuwarden.
Zes
Jan en Nita zijn de trotse opa en oma van zes kleinkinderen. Hun drie kinderen wonen allemaal in Leeuwarden met hun gezinnen. De twee dochters zijn geboren in Apeldoorn, de zoon in Stadskanaal. Maar alle drie zijn ze opgegroeid in Leeuwarden waar ze hun vriendenkring via scouting, school en de kerk hebben opgebouwd en hun plekje hebben gevonden. Toen de situatie voor Jan en Nita drastisch veranderde was de keuze om terug te gaan naar Leeuwarden de meest logische. De keus was goed: ‘Gelukkig genieten we van elke dag, wat een groot geschenk is van onze goede God. We zijn blij onze kleinkinderen, die maar wat gek zijn op hun opa en oma, van dichtbij te kunnen zien opgroeien.’
Vijf
Van een predikant wordt wel veel gevraagd. Is Jan Kronenberg het welbekende schaap met de vijf poten? Terugblikkend op de periodes in Stadskanaal, Leeuwarden en Haarlem somt hij het een en ander op. ‘In Stadskanaal heb ik mij - naast het werk in de gemeente - ingezet voor de komst van de Lokale Omroep. Elke zondag werd er een kerkdienst uit een van de plaatselijke kerken uitgezonden. Ook ontstond hier het idee om een nieuwe catechisatiemethode te ontwikkelen. Samen met collega Kees van Atten uit Onstwedde hebben we hiervoor een opzet gemaakt. Er kwam een redactie waarin ook collega’s uit de Nederlands Gereformeerde Kerken hun plaats hadden. Mijn rol was die van eindredacteur en coördinator. Veel kerken hebben hiervan jarenlang dankbaar gebruik gemaakt.
Nita heeft de tekst van de elf deeltjes van Rondom de Bijbel op een door de uitgever beschikbaar gestelde tekstverwerker/computer zetklaar gemaakt. Ik denk dat wij toen een van de eerste predikantsgezinnen zijn geweest die konden beschikken over een computer.’
Drie
In de veertig jaar die zijn verstreken, hebben Jan en Nita drie gemeentes gediend. Bepaalde facetten kenmerken de verschillende perioden. Jan vertelt: ‘Stadskanaal was toentertijd een gemeente met veel jonge gezinnen. Ik heb hier meer dan zestig kinderen gedoopt en twintig huwelijken mogen bevestigen. Van 1981 tot 1989 mochten we deze gemeente dienen. Het was een zegenrijke tijd.’
Vervolgens: ‘In 1988 vertrok ds. Renger van de Kamp, een van mijn voorgangers in Stadskanaal, uit Leeuwarden. Hij wist mij over te halen om een zondag in Leeuwarden te komen preken. Een dag later was er al contact met de kerkenraad. Er volgde een beroep en op 30 april 1989 werd ik bevestigd als predikant van de CGK te Leeuwarden. Elf jaar lang mochten we hier als gezin dienstbaar zijn. In die jaren was er een goede samenwerking met collega en studiegenoot Boudewijn Hoogendoorn en met collega Rob Soeters. Gemeenteopbouw en toerusting van de wijkteams stond in deze jaren centraal. De gemeente groeide tot meer dan 1200 leden. Het contact met de gereformeerd-vrijgemaakten werd nieuw leven ingeblazen. Over en weer werd uitgesproken dat er herkenning en erkenning was. Later kwam er kanselruil en werden er diensten gemeenschappelijk gehouden.’ Als predikantsvrouw zette ook Nita zich op allerlei manieren in voor de gemeente Leeuwarden. Ze was lid van de Zusterkring en typte de teksten van de liturgiebladen en onderdelen van het gemeenteblad.
Daarna: ‘In 1999 kreeg ik het verzoek om een zondag te preken in Haarlem-Noord. Er volgde een beroep. De gemeente zocht een predikant die naast het "gewone" werk het proces van gemeenteopbouw kon en wilde stimuleren. Ook werd er gekeken of het mogelijk was dat de gemeente van Haarlem-Noord zou kunnen samengaan met de gemeente van Haarlem-Centrum. In 2003 werd dat samengaan een feit en werd ds. Bert Renkema predikant van de "nieuwe" gemeente van Haarlem. Slechts twee seizoenen hebben wij als predikantsechtpaar die gemeente mogen dienen. Daar kwam van de ene dag op de andere een einde aan. In 2003 moest ik om gezondheidsredenen vervroegd emeritaat aanvragen. Een jaar eerder was ik in het ziekenhuis beland met een acuut nierfalen en leverfalen. Binnen 36 uur mocht ik een donorlever ontvangen. Helaas was er nogal wat stuk gegaan in mijn lichaam en kon ik mijn werk als predikant niet meer op mij nemen. Je komt - door je ziek-zijn - op een zijspoor te staan. En dat op de leeftijd van 52 jaar.’
‘Uiteindelijk zijn we in 2004 terugverhuisd naar Leeuwarden waar we onze beide dochters en hun gezinnen hadden achtergelaten. Onze zoon heeft zijn middelbare school in Haarlem afgerond.
In Leeuwarden wonen we inmiddels al weer zeventien jaar. In het begin kon ik nog wel eens voorgaan in een kerkdienst. Op een gegeven moment ben ik daarmee gestopt omdat het mij teveel energie en stress kostte.’
‘Via mijn website www.uitdekroontjespen.nl heb ik een manier gevonden om toch nog dienstbaar te zijn in Gods Koninkrijk. Een selectie wat ik in het verleden geschreven heb kun je hier terugvinden. In het begin, toen er in vacante gemeenten nog vaak een preek gelezen moest worden, hebben verschillende preeklezers dankbaar gebruik gemaakt van de preken die op deze site beschikbaar zijn gesteld. En ieder jaar maken Nita en ik een nieuw project voor de week voorafgaand aan Pasen, de Stille Week. Veel gemeenten uit het brede kerkelijk spectrum weten inmiddels de website www.stilleweek.nl te vinden. Dankbaar zijn we dat we juist in de breedte van Gods Koninkrijk nog iets mogen betekenen. Er staan inmiddels vijftien projecten op mijn website. Ook kun je hier dagboekjes voor de Stille Week downloaden.
Daarnaast heeft Nita na onze terugkomst in Leeuwarden jarenlang het secretariaat verzorgd van vier wijkteams in de CGK-Leeuwarden. Ook in het Aanloophuis van de kerken was zij als vrijwilliger actief.’
Twee
Het leven van Jan en Nita wordt al bijna twintig jaar bepaald door het ziek-zijn van Jan.
Met de tweede lever die hij in 2002 mocht ontvangen is een tweede leven begonnen. De gezondheidszorg is in Nederland geweldig goed georganiseerd, wat tot dankbaarheid stemt. ‘Er zijn wat mijn gezondheid betreft steeds weer nieuwe ernstige “hindernissen” die overwonnen moeten worden. Dat lukt ons met Gods hulp gelukkig keer op keer. Maar na elke tegenslag merk ik dat mijn conditie weer een beetje achteruit is gegaan.’
Een
Gemakkelijk is dié laatste periode niet geweest. Maar er is er Eén die altijd meegaat.
‘We ervaren elke dag opnieuw Gods nabijheid en zijn zorg over ons leven en dat van onze kinderen en kleinkinderen. Dwars door verdriet en pijn heen mogen we weten dat Hij erbij is. En het is Pasen geweest. De dood heeft niet meer het laatste woord. Mijn Verlosser leeft!’
Nel Noppe, Leeuwarden