We zaten te eten in de mensa, zeg maar de kantine van de Universiteit van Amsterdam. Een goedkope eetgelegenheid voor studenten, maar gelukkig ook voor andere hongerigen toegankelijk. Die dag had ik een gast. Een student van het Hersteld Hervormd Seminarie. Daar deed hij niet geheimzinnig over. Hij was keurig gekleed in driedelig zwart pak. We vielen zo wel een beetje op. Nadat we onze maaltijd bij elkaar gesprokkeld hadden zetten we ons aan een tafeltje en namen tijd voor gebed. Niet veel later schoof een wat sjofel geklede, gebogen oude man langs ons tafeltje. ‘Een mooi gebaar’, zei hij in het voorbijgaan. Ik kon niet goed inschatten met wie we van doen hadden. Was het een thuisloze die zijn beste klofje had aangetrokken, of was het misschien een emeritus professor die gaandeweg wat minder aandacht voor decorum had gekregen? Hoe dan ook, hij had gezien wat we deden en had daar een positieve mening over. ‘Een mooi gebaar’. Die gebeden aan de eettafel zijn eigenlijk een soort biddag en dankdag in het klein. Voor we gaan eten vragen we een zegen, na het eten danken we.

 

Dankdag

De eerste woensdag in november houden we onze ‘dankdag voor gewas en arbeid’. Het brengt me terug naar het verleden. Mijn vader werkte in de land- en tuinbouw. Biddag en dankdag werden bij ons thuis met een soort heilige eerbied gevierd. Het was meer dan een mooi gebaar. Het was een belijdenis. En dat is het nog steeds. Het geeft uitdrukking aan een sterk besef van afhankelijkheid. In alles zijn we afhankelijk van de Schepper en Onderhouder van alle dingen. Afhankelijk van onze zorgzame Vader in de hemel. ‘Aan Gods zegen is alles gelegen’ en ‘Hoe kent Gij al mijn noden waarin Gij trouw voorziet’. Landbewerkers leven dichter bij God dan mensen in veel in andere beroepen. Ze zijn van zoveel niet- of nauwelijks beheersbare factoren afhankelijk. In de eerste plaats van de weersgesteldheid. Die komt gewoon over je. Maar voor zaaien en oogsten mag het niet te nat maar ook weer niet te droog zijn. En ook daar tussenin is afwisseling van regen en zon onmisbaar. Elk seizoen is er weer die spanning: zal het goed gaan? Er zijn nog meer factoren die niet of nauwelijks in onze macht liggen. Ziektes in het gewas of onder het vee kunnen zomaar opduiken. En dan is er het ongedierte dat een constante bedreiging vormt. Ze kunnen de gewassen opvreten of op z’n minst beschadigen. En niet te vergeten de onophoudelijke strijd tegen het altijd weelderig tierende onkruid: ‘de dorens en de distels’. En dan zijn er tenslotte de prijzen voor je producten. Spannend. Samen zorgt het voor een ongewisse strijd. Een strijd om het bestaan. Voor de vissers - die hun eigen bid en dankdagen kennen - geldt dit nog in heviger mate. Op die grote woelige zee voel je je nog veel meer afhankelijk. Elke maandagmorgen neem je afscheid van je geliefden. Die directe afhankelijkheid in de land- en tuinbouw en in de visserij houdt landbewerkers en vissers wel dichter bij God. Dagelijks zijn ze zich bewust van hun onmacht en nietigheid.

 

Gewas

Mijn vader bad voor het eten altijd het ‘Onze Vader’. Het was nog voor de tijd van de vrije gebeden. Eerst klonk de belijdenis: ‘Onze Vader die in de hemelen zijt’, dan de lofverheffing: ‘Uw naam worde geheiligd, Uw Koninkrijk kome , Uw wil geschiede in de hemel en op de aarde’ en dan, de vraag, de bede : ‘Geef ons heden ons dagelijks brood’. Het is een bede die het overdenken waard is. Met name het woordje ‘ons’. Jezus heeft ons niet leren bidden: ‘Geef mij heden mijn dagelijks brood’. Het gaat niet alleen om mij. En het gaat zeker niet om inhaligheid. Het gaat wel om eerlijkheid. Als je durft denken aan de hongerigen, smaakt een overmatige maaltijd toch iets minder. Er moet gedeeld worden. Je kunt niet danken als je niet deelt. Danken is delen.

 

Arbeid

Bij arbeid mogen we ook denken aan arbeidsverhoudingen. Daar staan ook dingen over in de Bijbel. Mijn vader was landarbeider. Jarenlang was hij los-landarbeider. Hij kon ingehuurd worden. Het arbeidsbureau bemiddelde. Toen hij oud geworden was liet hij zich graag in de auto door de polder rijden om de gewassen te zien en te beoordelen. Op een dag wees hij me een boerderij aan. ‘Kijk’, zei hij, ‘die boer was de enige die me een hand gaf.’ Dankdag gaat niet alleen om de opbrengst maar ook om onze omgang met elkaar. Op dit ogenblik draait onze economie voor een niet onbelangrijk deel op arbeidsmigranten, in meerderheid mannen en vrouwen uit het oostelijke deel van Europa. Je hoort niet alleen positieve verhalen over hoe ze bejegend en behandeld worden. Uitbuiting ligt altijd op de loer. Hoge huren, lage lonen. Hebzucht. Uitbuiting is een perverse vorm van dankbaarheid. In zulke gevallen moeten we eerst recht doen voordat we gaan danken. Ook de schepping mag niet uitgebuit worden. Ze is ons toevertrouwd om te bewerken en te bewaren.

 

Dankbaar

‘Dankbaarheid’ brengt ons telkens weer in de juiste relatie met de Gever. ‘Dankbaarheid’ is zoveel beter dan ‘trots’. ‘Trots op onze boeren’ lezen we regelmatig. We kunnen beter stoppen met die borstkloppende woorden. Kijk liever omhoog en zeg: ‘Dank U voor de boeren.’ Natuurdichters hebben daar een scherpe antenne voor. De Vlaamse dichter Guido Gezelle bijvoorbeeld. Hij raakte in vervoering toen hij een tros kersen zag hangen, zacht wiegelend in de wind en beschenen door de zon. Hij hoort de kersen zachtjes roepen: ‘Pluk ons, pluk ons, pluk ons.’

 

‘en ‘k plukte ze

en ze woegen zo zwaar:

de zegen des Heeren woeg op hen.

Neemt en dankt Hem

die ze gemaakt heeft,

die ze deed worden,

dankt hem, dankt Hem

dankt Hem!’

 

Krijn de Jong, Urk

 


Commentaar

  • Redenen tot dankbaarheid 2024-11-23 09:35:54

    Op het moment dat ik dit commentaar schrijf, is het dankdag voor gewas en arbeid. De Bijbel op...

  • Skincare routine 2024-11-09 16:44:34

    Vandaag de dag zijn er heel wat filmpjes op Youtube te bekijken die gaan over het verzorgen van je...

  • Dirk de Groot 2024-10-25 17:15:47

    Woensdag 6 november aanstaande is het, D.V., dankdag voor het gewas en de arbeid: we brengen onze...

  • Israëlzondag 2024-10-11 17:20:39

    Afgelopen zondag is in veel kerken aandacht besteed aan de bijzondere band van ons als...