De classis Zwolle is na haar aanvankelijke najaarsvergadering op 26 oktober 2022, nog drie keer in een vervolgvergadering samengekomen, namelijk op 30 november 2022, op 11 januari 2023 en op 15 februari 2023.
Tijdens de bijeenkomst van 30 november werd gelegenheid gegeven tot persoonlijke verootmoediging en werd ook het synodale rapport ‘kerk-zijn’ besproken. Dit leverde goede momenten op tijdens de vergadering. Tegelijk werd wel beseft dat de ‘hete aardappels’ nog niet opgediend waren.
In de vergadering van 30 november werd ook een begin gemaakt met de bespreking van de positie van Zwolle inzake omgang met samenwonende homoseksuele leden. Het was niet voor het eerst dat met Zwolle over dit onderwerp werd gesproken. De bespreking van dit onderwerp was in 2019 zelfs al zover gevorderd dat de classis toe was aan de bespreking van enkele besluitvoorstellen over hoe om te gaan met Zwolle. Zover kwam het toen echter niet, omdat de classis gehoor gaf aan de oproep van de generale synode 2019 (GS-2019) om op de pauzeknop te drukken. De besluitvoorstellen werden om die reden niet in bespreking gegeven, maar aangehouden. Dit betekende vervolgens wel dat die besluitvoorstellen weer op de tafel van de classis lagen na de sluiting van de GS-2019. Op 30 november werd een aanvang gemaakt met de bespreking ervan.
Deze bespreking werd voortgezet op de vergadering van 11 januari 2023. Tijdens deze vergadering werd een gezamenlijk voorstel van Genemuiden, Kampen, Lelystad en Urk-Maranatha aangenomen. Grofweg houdt dit besluit in dat Zwolle vermaand werd over de weg van kerkelijke ongehoorzaamheid en dat de oproep werd gedaan om zich te conformeren aan de besluiten van de GS-2013 en -2016 inzake homoseksualiteit en homoseksuele relaties. Door middel van een bijzondere kerkvisitatie zou hierover doorgesproken moeten worden met Zwolle.
Een voorstel van Urk Eben-Haëzer, dat inhield dat de classis zou besluiten om de geloofsbrieven van de afgevaardigden van Zwolle niet meer te aanvaarden, verklaarde de classis buiten de orde. De argumenten daarbij waren: 1. dat er richting Zwolle op het punt van homoseksualiteit en homoseksuele relaties nog geen expliciete vermaning was uitgesproken door de classis en 2. dat de synode een commissie opdracht heeft gegeven om te onderzoeken hoe omgegaan moet worden met gemeenten die zich niet houden aan synodale besluiten.Tussen de vergadering van 11 januari en 15 februari van de classis Zwolle heeft Urk-EH vervolgens zelfstandig het besluit genomen om de correspondentie (lees: band) met Zwolle op te zeggen. Door deze beslissing is de classis nog meer in een lastige positie terechtgekomen. ‘Nog meer’, omdat de classis, als het gaat om de kwestie vrouw en ambt in Zwolle, al aan het eind van haar mogelijkheden gekomen was. Zwolle werd op het punt van vrouw en ambt reeds door de classis vermaand en opgeroepen zich te voegen naar de besluiten van de generale synode. Een revisieverzoek van Zwolle bij de classis en een appel bij de particuliere synode van het Noorden tegen dit classisbesluit werden niet gehonoreerd. En aangezien de kerkenraad van Zwolle ervan overtuigd is dat zijn beslissingen met betrekking tot de genoemde onderwerpen Bijbels verantwoord zijn, is er sprake van een impasse. De classis ziet daarom momenteel geen mogelijkheden meer om over de genoemde onderwerpen door te spreken, ook niet met de kerk van Lelystad, waar momenteel ook vrouwen in het ambt functioneren. Dit gevoelen is ook voorgelegd aan de aanwezige deputaten art. 49 K.O. van de particuliere synode van het Noorden en in hun advies bevestigden zij de zienswijze van de classis. Op grond van dit alles kwam de classis Zwolle tot het volgende besluit:
De classis Zwolle van de Christelijke Gereformeerde Kerken, in vergadering bijeen op 15 februari 2023 te Urk,
concludeert:
1. dat vanwege de bestaande divergentie binnen de classiskerken het inhoudelijke gesprek op de classis is vastgelopen;
2. dat deze situatie kerkrechtelijk niet is op te lossen, terwijl het kerkrecht juist het enige instrument is dat de classis heeft;
3. dat het gesprek over de voornoemde problematiek derhalve besproken moet worden door de generale synode;
en besluit:
1. dat de classicale activiteiten worden afgeschaald tot het hoogstnoodzakelijke, waarbij het gemeentelijke leven in de classiskerken zijn normale voortgang kan vinden;
2. een commissie in te stellen die dit besluit uitwerkt in een praktische regeling;
3. genoemde commissie de opdracht te geven een instructie voor te bereiden voor de generale synode om zo de ontstane situatie daar neer te leggen en deze vergadering indringend op te roepen om hierin leiding te geven;
4. zolang een synodaal besluit uitblijft de classis op deze afgeschaalde wijze wordt voortgezet;
5. ds. W.A. Capellen (samenroeper), ds. J. Oosterbroek en ds. G. van Roekel in de commissie te benoemen en hen te verzoeken op de voorjaarsvergadering van 29 maart 2023 de uitgewerkte praktische regeling en de voorbereide instructie voor de generale synode te presenteren.
Ten slotte een vermeldenswaardig punt van heel andere aard: de classis gaf in haar vergadering van 30 november toestemming aan de kerk van Genemuizen om dr. A. Huijgen – na zijn benoeming en indiensttreding als hoogleraar dogmatiek aan de PTU – als predikant naar art. 6 K.O. te beroepen (beroeping tot bijzondere arbeid). Dit op grond van het feit dat een positief antwoord gegeven kon worden op de volgende vragen:
1. Draagt zijn arbeid in overwegende mate het karakter van verkondiging van het Woord van God?
2. Kan die bijzondere arbeid, om te waarborgen dat hij in opdracht en onder verantwoordelijkheid van een of meer kerken plaatsvindt, ondergebracht worden bij een deputaatschap waaronder die arbeid ressorteert (in dit geval deputaten kerkjeugd en onderwijs)?
3. Is de oudedagsvoorziening geregeld?
Ds. H.K. Sok, scriba.