De kerk in de (duistere) Middeleeuwen (4) - hoe Europa christelijk werd en hoe christelijk Europa werd.
De geschiedenis van de kerk intrigeert, zeker als het gaat over die periodes waar we weinig van weten. Neem de duistere Middeleeuwen. Wat gebeurde er allemaal in die tijd? Hoe zag de kerk er toen uit? In dit artikel kijken we speciaal naar de manier waarop Europa christelijk werd en hoe men het christelijk geloof beleefde.
Bisschoppen en zendelingen
Het is makkelijk te zeggen dat Europa - en dan met name het noordelijk deel van Europa -christelijk werd doordat er zendelingen kwamen die het evangelie brachten. Maar hoe ging het in zijn werk? Hoe werd Europa christelijk?
Dan moeten we denken aan het werk van plaatselijke bisschoppen. Zij hadden het in een groot deel van het openbare leven voor het zeggen, en dat maakte hun pogingen om het volk tot christenen te maken vaak gemakkelijker. Zij konden duidelijk sturend aanwezig zijn.
Die bisschoppen waren er al heel vroeg. We weten dat er al in de vierde eeuw, dus nog helemaal in de Romeinse tijd, een bisschopszetel was in Maastricht. Verder weten we dat er in de vroege Middeleeuwen een bisdom was in Doornik (zo rond 500), en verder in Kamerijk, en ook in Utrecht (rond 695).
Naast de bisschoppen waren er ook rondtrekkende zendelingen. Een van de eersten die ongeveer vanaf 630 in de streken van de Nederlanden kwam was Amandus, uit Aquitanië (de streek rond Bordeaux in Frankrijk). En verder is er vooral te wijzen op zendelingen die van de Britse eilanden kwamen. Dan komt de naam voorbij van Willibrord die aartsbisschop van de Friezen werd en Utrecht als zijn zetel had. Hij overleed in 739. En dan is er ook Bonifatius, de ‘apostel van de Duitsers’, die bisschop werd van de Germanen aan de oostkant van de Rijn. Hij stichtte verschillende kloosters, waaronder een groot klooster in Fulda. We kennen hem echter vooral omdat hij op gewelddadige manier vermoord werd bij Dokkum, in het jaar 754. Daarbij wordt door historici nog wel eens de vraag gesteld of zijn dood misschien niet gewoon een roofmoord geweest is in plaats van een daad van heidens verzet tegen het binnenkomen van het christendom. Maar de legende vertelt er mooie verhalen bij. Bonifatius zou geprobeerd hebben zich te beschermen tegen zijn aanvallers door met een boek (de Bijbel?) de slagen van het zwaard waarmee men hem wilde treffen op te vangen (zie foto).
Van bovenaf
Het kerstenen van Europa gebeurde eigenlijk altijd van bovenaf. De bisschoppen en zendelingen richtten zich allereerst op de koningen en andere heersers van de verschillende gebieden. Want als een koning of andere heerser zich tot het christendom wendde was dat een grote stap in de goede richting. Dat betekende namelijk dat de voornaamste volgelingen van de koning of heerser wel zouden volgen. En die volgelingen begunstigden op hun beurt vervolgens weer het werk van de rondreizende zendelingen in het gebied waar zij het voor het zeggen hadden. Zo werd van bovenaf langzamerhand de hele samenleving christelijk gemaakt. Gesteund door de politieke machthebbers kon de kerk zich uitbreiden. En van bovenaf werden naar beneden toe steeds meer mensen ingeschakeld.
Dit betekende intussen wel dat de organisatie van de kerk voor het grootste gedeelte ook in de handen van de machthebbers lag, waarbij als vanzelf een duidelijk hiërarchische structuur ontstond. Als het hierover gaat kom je in de Middeleeuwen de zogenaamde ‘adelskerk’ tegen: de bisschop was vaak lid van een vooraanstaande adellijke familie. Die adellijke familie maakte de dienst uit in de kerk; ze benoemde en ontsloeg priesters. Ze beheerde de kerkelijke goederen, want adellijke heren die bijvoorbeeld een stuk grond aan de kerk geschonken hadden hielden daar wel zelf de zeggenschap over. De kerk werd geregeerd door de adel. En de normen van de adel vonden zomaar ingang in de kerk, waar een groot deel van de geestelijkheid immers direct uit de kringen van de adel voortkwam of erdoor benoemd werd.
Geloofsbeleving
In het licht van alles wat we zo zien over de manier waarop Europa gekerstend werd, komt de vraag hoe christelijk de mensen in Europa in dat kersteningsproces werden als vanzelf naar boven.
We weten dat de eerste zendelingen in Europa verwoede pogingen hebben ondernomen om de Germanen ervan te overtuigen dat het werkelijk zou lonen om te gaan geloven in de God van de Bijbel. Want die God zou, zo hielden ze het de Germanen voor, hen vast en zeker de overwinning geven in de oorlogen die ze voerden. Omdat de God van de Bijbel de sterkste is.
Als we dit weten, begrijpen we ook dat het Oude Testament bij de Germanen met veel meer enthousiasme werd gelezen dan het Nieuwe Testament. De Germanen konden zich herkennen in de verhalen in het Oude Testament waarin een uitverkoren volk zich moest zien te handhaven in een vijandige wereld. Veel meer moeite had men met christelijke deugden als naastenliefde en lijdzaamheid. De stoere Germaanse krijgers konden daar niks mee. Het is dan ook niet vreemd dat we Jezus in één van de oudste christelijke documenten in Europa (het Germaanse heldendicht de Heliand) tegenkomen als krijgsheer die een schare potige volgelingen aanvoert.
Heiligen
Toch is er ook wat anders te zeggen: gedurende de hele periode van de Middeleeuwen was er bij de gewone leden van de kerk heel veel aandacht voor het leven van wat men de heiligen ging noemen. Er kwam heiligenverering op, waarbij aan de ene kant veel aandacht uitging naar de wonderen die de heiligen verricht zouden hebben. Aan de andere kant werd veel aandacht gegeven aan wat de heiligen in hun geloofsleven kenmerkte: hun diepe eerbied en aanbidding van Christus.
Een volgende keer gaan we weer verder.
Hoogeveen, Jan van ’t Spijker