Dienst geestelijke verzorging
In juni 2022 is Wytze Plantinga aangesteld als gevangenispredikant in P.I. de Marwei in Leeuwarden. Hij maakt als zodanig deel uit van de Dienst geestelijke verzorging.
De website van het Ministerie van Veiligheid en Justitie meldt over de geestelijke verzorging:
In Nederland hebben mensen die justitieel zijn ingesloten het recht om hun godsdienst of levensovertuiging uit te oefenen. De Dienst Geestelijke Verzorging geeft daar invulling aan. Met geestelijk verzorgers vanuit verschillende geloofs- en levensovertuigingen sluit de zorg zoveel mogelijk aan bij de ingeslotenen. Zij kunnen terecht bij een pastor, dominee, orthodox priester, imam, pandit, rabbijn, humanist of boeddhist, kortweg de geestelijk verzorger. Dat kan zijn een luisterend oor, een troostend woord, een goed gesprek, hulp bij geestelijke dilemma’s of de mogelijkheid diensten en bijeenkomsten bij te wonen.
Van alle geloofsrichtingen, (boeddhisme, hindoeïsme, jodendom, islam, rooms-katholicisme, protestantisme en humanisme) is er in de PI van Leeuwarden iemand in het team vertegenwoordigd om met gedetineerden te spreken. Op gezette tijden komen zij langs in de gevangenis op verzoek van de gedetineerde naar zijn keuze om gesprekken te voeren. Elke zondagochtend worden er met behulp van vrijwilligers diensten georganiseerd, die door gedetineerden worden bijgewoond.
Waarom dit, Wytze?
Het ligt echt niet voor de hand om als fulltime gemeentepredikant in CGK Zwolle een bijbaantje te zoeken. Toch wordt op zijn verzoek Wytze door de kerkenraad van Zwolle vrijgesteld om een deeltijdbaan aan te nemen bij Justitie. Zijn tweede ‘gemeente’ was ook een P.I.
Wytze vertelt zijn beweegredenen: ’Het werken met gedetineerden heeft tijdens mijn studie al mijn hart gekregen. Toen ik predikant werd in mijn eerste gemeente, Den Haag, ontstond de gedachte om in deeltijd bij justitie te werken. Dat is toen, op verzoek van justitie, fulltime geworden, maar wel een beetje met een dubbel gevoel omdat ik het werken in de kerk ook heel mooi vind. Daarom ben ik blij dat dit nu mogelijk is: werken in de CGK Zwolle en in de gevangenis van Leeuwarden. Het is bijzonder om te ervaren dat in de gevangenis veel openheid is om na te denken over de 'zin van het leven'. Ook ben ik heel vaak verrast over dat wat God aan het doen is binnen deze muren. Ik hoef God niet te brengen, Hij is er allang.[NN1] Het is mooi om te mogen vertellen over Gods genade en liefde en tegelijkertijd ontvang ik hier ook zoveel terug. De wisselwerking gemeentepredikant en justitiepredikant is ook mooi, zo kan ik ook echt een verbinding leggen tussen 'binnen' en 'buiten'. Een keer per maand ga ik voor in de diensten in de PI, door de week heb ik ruimte voor persoonlijke gesprekken en groepsgesprekken.’
Onze opdracht
Hoe gemakkelijk is het om voorbij te gaan aan wat Jezus van ons allen vraagt, ook ten aanzien van het bezoeken van gevangenen, en de gevangenis dagelijks voorbij te rijden:
‘Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal Hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor Hem worden samengebracht en zal Hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal Hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is. Want Ik had honger en jullie gaven Mij te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij op, Ik was naakt en jullie kleedden Mij. Ik was ziek en jullie bezochten Mij, Ik zat gevangen en jullie kwamen naar Mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen Hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien en U te eten gegeven, of dorstig en U te drinken gegeven? Wanneer hebben wij U als vreemdeling gezien en opgenomen, U naakt gezien en gekleed? Wanneer hebben wij gezien dat U ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar U toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de geringsten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor Mij gedaan.” Daarop zal Hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want Ik had honger en jullie gaven Mij niet te eten, Ik had dorst en jullie gaven Mij niet te drinken. Ik was een vreemdeling en jullie namen Mij niet op, Ik was naakt en jullie kleedden Mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten Mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij U hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis en hebben wij niet voor U gezorgd?” En Hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze geringste mensen niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor Mij niet gedaan.” Hun staat eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’ (Mat. 25, 31-46 NBV21)
Het is niet zomaar iets, dat hier staat. We kunnen niet zeggen dat we het niet hebben geweten. In een volgend artikel wil ik u graag meenemen naar het kerstfeest in de gevangenis, waarbij verschillende mensen aanwezig zijn. In een derde zullen allerlei organisaties voorbijkomen, die betrokken zijn bij hulp aan en zorg voor (ex)-gedetineerden.
Nel Noppe, Leeuwarden