We hebben gekeken naar de verhouding tussen de Vader, de Zoon en de Heilige Geest en hoe die laatste in het Oude Testament beschreven wordt. Deze keer zien we hoe de Heilige Geest in het Nieuwe Testament naar voren komt.
Handelingen 2
Maar voor we dat doen is het goed om toch nog even terug te grijpen naar het vorige artikel. Toen schreef ik dat we in het Oude Testament drie beperkingen of grenzen zien als het gaat over het werk van de Heilige Geest. Dat waren de beperkingen tot Israël, beperkt in tijd en beperkt tot een enkeling met een speciale opdracht.
Met dat in ons achterhoofd gaan we samen kijken naar de uitstorting van de Heilige Geest zoals die beschreven wordt in Handelingen 2. Na de hemelvaart van de Heere Jezus zijn de leerlingen bij elkaar gebleven in afwachting van de vervulling van de belofte die Jezus hen gegeven had. Ze zouden de Heilige Geest ontvangen, niet lang na de Hemelvaart (Hand. 1:5). Op de dag van het tweede grote jaarfeest, de dag van het Pinksterfeest, waarop de eerste vruchten geofferd werden, het feest dat precies 50 dagen na het Paasfeest en de uittocht uit Egypte begon, zijn ze nog steeds bij elkaar. En op die dag wordt de Heilige Geest uitgestort.
Doorbreker
En dan zie je dat die drie grenzen één voor één doorbroken worden. In plaats van een uitstorting op een enkeling lees je hier, in vers 3: ‘En aan hen werden tongen als van vuur gezien, die zich verdeelden, en het zat op ieder van hen.’
Als tweede wordt de tijdsgrens doorbroken. De Geest wordt uitgestort maar verdwijnt niet meer van het toneel. Op het moment dat de leerlingen vervuld worden zullen ze dat ook blijven.
De derde en laatste grens was die tussen Israël en de rest. Dat zie je duidelijk terugkomen in vers 4 en het vervolg: ‘En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen te spreken in andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.’ Dat dit bijzonder is zeggen ook de toehoorders: ‘Wij horen hen in onze taal over de grote werken van God spreken.’
Ook voor heidenen?
Dat de Geest de grenzen doorbreekt die door mensen zijn gemaakt, zie je verderop in het Bijbelboek Handelingen nog een keer. In Handelingen 10 zien we een bijzondere ontmoeting tussen Cornelius, een Romeinse soldaat die geïnteresseerd was in de God van Israël, en Petrus, een gelovige jood. Daar vindt een doorbraak van het Evangelie plaats tussen jood en heiden. Cornelius en zijn naasten horen daar het evangelie van Jezus Christus. En dan lees je in vers 44 het volgende: ‘Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen die het Woord hoorden.’ Daar gebeuren dingen die ons doen denken aan die eerste Pinksterdag. Ze gingen in allerlei talen spreken over de grote daden Gods!
En dan?
Maar hoe gaat het dan verder? We zien dat de Heilige Geest is uitgestort, maar wat houdt dat concreet in? In het volgende artikel hopen we deze artikelenserie over de Heilige Geest af te sluiten met een aantal praktische aanwijzingen rondom het thema: de Heilige Geest in deze tijd. Maar ik wil u en jou nu alvast wat meegeven. De Heere Jezus heeft Zijn leerlingen voor Hemelvaart al verteld wat de missie van de Heilige Geest is. In Johannes 15 noemt de Heere Jezus de Heilige Geest de Trooster en zegt dan: ‘Wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen.’
Je zou dat de kern en het rode draad van het werk van de Heilige Geest noemen: Hij brengt ons bij Christus, en Christus in ons hart. Hoe? Daarover gaat het de volgende keer!
Ds. Dennis van der Wal, Aalten