Elke CGK-predikant heeft in een periode van vijf jaar de mogelijkheid om drie maanden studieverlof op te nemen. Aan het begin van 2023 had ik een maand studieverlof. In die periode heb ik me onder andere beziggehouden met de vragen rondom man, vrouw en ambt. En ik moet eerlijk zeggen dat ik erover heb getwijfeld om daar nu iets over te schrijven in ons kerkblad. Er wordt al zoveel over gezegd en geschreven. Toch leek het me goed om iets weer te geven van mijn bevindingen.

 

Het is niet mijn bedoeling om olie op het vuur te gooien. En ook niet om in dit artikel een duidelijke mening te geven over het ene of het andere standpunt. Wel hoop ik dat dit artikel bijdraagt aan het gesprek in onze kerken om samen te zoeken naar wat het Woord van God ons op dit punt wil leren. Want volgens mij zijn we daar nog niet klaar mee. Dat blijkt niet alleen uit het feit dat er sprake is van een meerderheids- en een minderheidsrapport, maar dat houdt Gods Woord ons zelf voor. Tijdens mijn studieverlof kwamen de woorden uit Psalm 119:96 regelmatig bij me naar boven. Daar lezen we: ‘Aan alles, hoe volmaakt ook, zag ik een einde, maar uw gebod is grenzeloos ruim.’

 

De dichter zegt dus dat Gods gebod grenzeloos ruim is. Volgens mij is het belangrijk om hierover na te denken, omdat we als zondige mensen voortdurend het gevaar lopen Gods Woord naar onze eigen hand te zetten. Dat we ons leven naast de Bijbel leggen en zeggen of in ieder geval denken: ‘We hebben het toch eigenlijk wel goed voor elkaar. Zoals wij het doen, zo is het eigenlijk hoe het in de Bijbel staat.’

 

Laat ik er twee tegenovergestelde voorbeelden van geven. In de hele discussie gaat het veel over de zwijgteksten van Paulus in 1 Kor. 14 en 1 Tim. 2. Daarin staat dat vrouwen moeten zwijgen in de gemeente. Gewoon doen wat er staat zou je zeggen. Zo wordt dat door sommigen ook verdedigd. Als je dus een gemeente bent die geen vrouwelijke ambtsdragers heeft, dan doe je gewoon wat er staat. En vervolgens kun je weer overgaan tot de orde van de dag. Einde discussie en gesprek dus. Je kunt een vinkje bij deze tekst zetten, omdat je hem correct hebt uitgevoerd. Gewoon doen wat er staat wordt dan al snel: zoals wij het doen zo staat het er.

 

Op een andere manier kan dit ook gebeuren. Ik las de volgende zin in een van de rapporten op dit onderwerp: ‘De samenleving wordt niet met veel lawaai opgeblazen, maar op een verborgen wijze komt de heilzame werking van het evangelie langzaam tot ontwikkeling en werpt het geleidelijk aan zijn vruchten af zoals je die ook ziet in de westerse samenleving van vandaag.’ Dit citaat legt terecht grote nadruk op het radicaal nieuwe wat gekomen is met de komst van Jezus Christus. Zijn dood en opstanding maakt dat allerlei onderscheidingen tussen man en vrouw, Jood en heiden en slaaf en vrije wegvallen. Opeens doet het er niet meer toe of je joods bent of niet. Wie in Christus is, is een nieuwe schepping.

Tegelijk wordt er in dit citaat een is gelijkteken gezet tussen onze hedendaagse westerse cultuur en de boodschap van het evangelie. Wat zijn de vruchten in onze westerse samenleving? De vrijheid die we hebben? Het is maar de vraag of dit de vrijheid is die de gelovige in Christus heeft. De gelijkheid? Het is maar de vraag of deze gelijkheid hetzelfde is als waar Genesis 1 en 2 het over hebben. Dat kán, maar laten we dat niet te snel suggereren. Ook dan lopen we het risico dat we doen alsof we klaar zijn met de tekst. Wil je weten wat het evangelie uitwerkt? Kijk dan naar de westerse samenleving!

 

Bij beide benaderingen heb ik vragen. Niet alleen vanuit de uitleg van de tekst waarbij allerlei vragen te stellen zijn over de context, de plek in de brief, andere teksten van Paulus en de toenmalige cultuur, maar waar het me nu met name om gaat is dat er te gemakkelijk een is gelijkteken komt tussen onze praktijk en het Woord van God.

 

In Psalm 119 komen we een dichter tegen die maar niet kan stoppen met zingen en nadenken over het Woord van God. Dat Woord waarvan de dichter zegt in vers 89 dat het vaststaat in de hemel. Gods Woord komt tot ons vanuit de hemel. Het komt van de andere kant en God komt ons altijd tegemoet met Zijn Woord. Dat Woord dat ons onrustig maakt omdat het ons tegen de haren instrijkt. Dat Woord dat kritisch is, omdat het onze eigen zekerheden bevraagt. Dat Woord dat altijd weer ruimer is dan onze beperkte blik op hoe het zit en hoe het moet met onszelf, met de kerk en met deze wereld.

 

Als we denken dat het wel goed zit met onze praktijken omdat het is zoals God het ons gezegd heeft, dan zou het zomaar kunnen zijn dat we niet goed genoeg uitgeluisterd hebben. Dan lopen we het risico om Gods Woord op te sluiten in onze praktijk. Volgens mij is er daarom alle reden om samen verder te lezen en te zoeken. Niet alleen omdat er in beide rapporten nog best wat vragen openstaan, maar vooral omdat Gods Woord grenzeloos ruim is.

 

Ds. Albert-Jan Dorst, Surhuisterveen

 


Commentaar

  • Laatste en eerste 2024-09-14 09:19:44

    Dit is mijn zesenveertigste en laatste commentaar voor dit mooie Kerkblad voor het Noorden. Na...

  • Horrorgezinnen 2024-08-31 08:28:17

    Wat een pijnlijke vertoning op de onlangs gehouden democratische conventie in Chicago. Niet ver...

  • De kerk met reces? 2024-08-16 14:24:12

    Daags na mijn verjaardag in juni zijn mijn man en ik er tussenuit gepiept. Eigenlijk hebben we te...

  • Zingen in de eredienst (2) 2024-07-25 18:25:50

    Vorig jaar schreef ik over het zingen van psalmen en liederen in de eredienst. Iemand sprak me...