Een boek uit het leven
Tish Warren weet het geloof aan het leven te verbinden. In 2018 verscheen haar Liturgie van het alledaagse in Nederland. Ik besprak het indertijd in het Kerkblad, en ik prees het aan.
Dat doe ik ook weer met het boek dat twee jaar geleden in Nederland op de markt kwam: Bidden in de nacht. Opnieuw laat Warren zien dat ze het geloof weet te vertalen naar en te verbinden aan het leven.
Dat doet ze in dit nieuwe boek door de verschillende onderdelen van de “completen” te bespreken. De completen vormen het laatste deel van het avondgebed in de Anglicaanse traditie. Die traditie gaat terug op oude gebruiken in de kloosters. Acht keer per dag werd er gebeden. Dat begon met de “metten” (gebeden voor het ochtendgloren), daarna kwamen de “lauden” (bij de opkomst van de zon), vervolgens de “priem”, de “terts”, de “sext”, de “noon”, de “vespers”, en ten slotte voor het naar bed gaan de “completen”. In het anglicaanse Book of Common Prayer zijn deze acht gebedsuren teruggebracht tot een morgen en een avondgebed, en dat avondgebed wordt afgesloten met de completen. Aan het eind van die completen worden de volgende woorden gebeden:
‘Waak, lieve Heer, bij wie werken, waken of wenen vannacht, en laat uw engelen hen behoeden die slapen. Zorg voor de zieken, Heer Christus; geef rust aan vermoeiden, zegen de stervenden, troost wie lijden, heb medelijden met de beproefden, bescherm wie blij zijn, en dat alles omwille van uw liefde. Amen.’
In de bespreking van de verschillende onderdelen van dit gebed weet Warren keer op keer de lezer mee te nemen, of zelfs te raken met de dingen die ze schrijft. In wat ze vertelt komt heel veel van haar eigen ervaring als priester, maar ook vooral als mens mee. Wat Warren schrijft komt uit het leven. En dat maakt dat dit boek werkelijk aardevol is.
Een eeuwenoude – maar levende – traditie
Dat is het om nog meer redenen dan alleen die eigen ervaring van Warren. Het is het ook, omdat het bidden van deze vaststaande gebeden iets betekent.
In grote delen van de protestantse traditie wordt niet altijd heel positief gedacht over het bidden van wat we wel noemen formuliergebeden. Maar er is ook een andere kant, en die is er helemaal als het gaat om de tradities die soms al eeuwenlang bestaan.
Als wij ons voegen in de gebeden die in de kerk al zo lang gebeden worden, komen we niet alleen te staan in die traditie, maar maken we ook, juist door die gebeden, deel uit van de wereldkerk die er al die eeuwen al is. In haar boek wijst Warren daar ook op: ‘als we de gebeden bidden die ons door de kerk gegeven zijn – de gebeden van de psalmist en de heiligen, het Onze Vader, het morgen- en avondgebed – dan bidden we boven wat wij kunnen weten, geloven of zelf bedenken’ (p. 26). En wat zit daar een houvast in. Als wij niet weten wat we bidden zullen, als wij niet weten hoe we wat in ons hart is, kunnen verwoorden, mogen we meebidden met de kerk die al eeuwen bidt. En mogen we ons in en door die gebeden mee laten nemen. Wat zit daar een troost in. Als ik geen woorden heb, bid, stotter, stamel, prevel ik mee met woorden die al eeuwenlang klinken. Ik hoef niet zelf te denken. Maar ik mag meebidden met al die mensen die – de eeuwen door – deze woorden op de lippen namen. En die daarmee de dag – een dag vol zorgen en pijn en verdriet? – afsloten.
Een boek dat een handvat biedt
Ik las het boek en werd erdoor meegenomen. Eigenlijk zou ik er verschillende stukken uit willen citeren, maar dat kan vanwege de ruimte voor deze bespreking niet. Eén citaat neem ik toch op, omdat het me in het bijzonder raakte. Warren wijst bij de bespreking van de woorden ‘zegen de stervenden’ op de situatie in de zestiende eeuw, toen een groot deel van de mensen dat ziek werd, stierf. Dat was de situatie en die werd op geen enkele manier ontkend. Men ging er heel realistisch mee om. Men bereidde zich zelfs voor op de dood. En toch bad men.
Toch wordt er gebeden. Ook vandaag. Maar, schrijft Warren, wij ‘bidden niet zoals mensen magie gebruiken. Gebed is geen magisch ritueel om een slapende God wakker te roepen. We bidden als een daad van hoop op Gods goedheid. We bidden omdat we geloven dat God, die ons geen veiligheid en gemak belooft, van ons houdt en voor ons zorgt. We bidden omdat ons leven deel uitmaakt van het grote verhaal van Gods reddingswerk. En we bidden tot een schepper die zelf de dood heeft geproefd’ (p. 128).
Het zijn deze woorden die aan het denken zetten. Die maken dat dit boek niet een goedkoop product is van iemand die ook wat wil zeggen. Nee, in dit boek proefde ik de woorden van iemand die weet wat er in dit leven allemaal speelt. En die juist in die werkelijkheid die zich vaak bikkelhard aan ons voordoet wijst op een handvat dat de eeuwen door houvast geboden heeft, en dat nog altijd houvast wil bieden. Het gebed dat soms geen andere woorden weet te vinden dan die al eeuwenlang gebeden zijn. Waarin we ons vastgrijpen aan Hem die omwille van Zijn liefde onze God wil zijn. In Christus Jezus.
Ik zou zeggen: neem en lees. En leg het boek niet te ver weg. Om het bij tijden weer te herlezen.
(N.a.v. Tish Warren, Bidden in de nacht. Voor wie werken, waken en wenen. Uitgeverij Van Wijnen: Franeker 2021, 232 p., € 19,95, ISBN 978 90 519 46017).
Jan van ’t Spijker, Hoogeveen