De roeping van de kerk
In de vorige twee artikelen heb ik stil gestaan bij de opening van het boek Openbaring en het visioen van de troon van God. In dit artikel neem ik weer een reuze sprong en ga ik naar hoofdstuk 11. Daar lezen we op een beeldende manier over de rol en de roeping van de kerk in Gods plan met de wereld.
Om te beginnen even een korte terugblik. In hoofdstuk 5 lazen we van de verzegelde boekrol – met daarin het beleid van God om het kwaad te weren en het goede te doen overwinnen – die God in de hand had en we hoorden van Jezus (de Leeuw en het Lam) die deze boekrol kon gaan openen en het beleid kon gaan uitvoeren.
Aan het einde van hoofdstuk 10 komt die boekrol weer terug: het moment is aangebroken om Gods beleid ten uitvoer te brengen. Daar gaat het over in Openbaring 11! Je zou kunnen zeggen: dit hoofdstuk is een visuele impressie van de inhoud van de boekrol. Een ‘visuele impressie’, dus niet een gedetailleerde weergave. Wat opvalt is dat de kerk een enorm belangrijke rol speelt bij de ontvouwing van Gods plan in deze wereld.
Twee getuigen
We horen van twee getuigen. Wie zijn dat? Zijn het een soort reïncarnaties van Mozes en Elia – twee grote profeten uit het Oude Testament? Uitleggers zijn het er tegenwoordig eigenlijk wel over eens dat deze twee getuigen symbool staan voor de kerk. Ze zijn met z’n tweeën, precies zoals Jezus zijn leerlingen twee aan twee uitzond. Ze worden olijfbomen en kandelaren genoemd, en daarmee verwijst het visioen opnieuw terug naar Zacharia 3 en 4, waar we lezen van Jozua, de hogepriester, en Zerubbabel, de gezalfde koning. Met andere woorden: ze zijn koning en priester. Als koningen worden ze geacht onrecht tegen te gaan en op te komen voor de zwakken, als priesters worden ze geacht middelaar te zijn tussen God en de wereld.
Twee getuigen staan zo symbool voor de taak van de kerk in de wereld om te getuigen tot op de dag dat Gods rijk aanbreekt. In hun getuigenis gaat het erom dat onrecht tegengegaan wordt, zwakken geholpen worden (koninklijk) en dat mensen weer in verbinding komen met God als de bron van het leven (priesterlijk).
Wat nu opvalt aan deze twee getuigen, is dat er een soort innerlijke tegenstrijdigheid zit in het visioen van Johannes. Juist die spanning, is het geheim van de kerk. Laat ik het uitleggen.
Kracht
Enerzijds lees je van de grote kracht en machtige tekenen die de twee getuigen doen. Bijvoorbeeld: als iemand hen kwaad wil doen, dan komt er een vuur uit hun mond dat hun vijanden verteert. En ook: ze hebben de kracht om machtige tekenen te doen. Er gaat blijkbaar een geweldige kracht uit van het getuigenis van de kerk, althans als we het visioen moeten geloven.
Ook hier geldt natuurlijk dat het beeldend bedoeld is: vuur dat de vijanden verteert is niet letterlijk bedoeld, maar figuurlijk: het vuur komt uit de mond en wijst op de kracht van de woorden van God die het kwaad veroordelen door van Zijn liefde en recht te getuigen. De tekenen wijzen erop dat de kerk in de geschiedenis haar getuigenis van het evangelie kracht bij kan zetten door het evangelie tastbaar en zichtbaar te belichamen. Het verhaal van Jezus is niet alleen maar een mooi verhaal, maar wordt ook zichtbaar waar mensen en gemeenschappen tot bloei komen, gered worden, genezing ontvangen.
Zo daagt het beeld van Openbaring 11 ons uit om te zien waar wij krachtig kunnen getuigen van Gods liefde in deze wereld en zo het onrecht van deze wereld kunnen tegengaan en tegelijk roept het ons ook op om manieren te zoeken waarop we het evangelie – persoonlijk en gemeenschappelijk – kunnen belichamen om zo een krachtig teken te zijn van Gods koninkrijk.
Zwakheid
Dat is de ene kant van het verhaal. De andere kant van het verhaal is de enorme zwakte van de twee getuigen. We lezen van het beest dat uit de diepten opstijgt en de getuigen overwint en dood. Hun lijken liggen op de straat en heel de wereld verheugt zich over het noodlot dat hen getroffen heeft. De twee getuigen konden nog zo krachtig aan het werk geweest zijn, uiteindelijk zijn ze niet bestand tegen het geweld van de wereld.
Wat je hier ziet is een soort refrein van het boek Openbaring: we horen van kracht en machtige tekenen, maar we zien kwetsbare levenloze lichamen op straat liggen. Dat is de kerk in deze wereld. We hebben een krachtig verhaal dat levens en gemeenschappen kan veranderen, maar dat verhaal heeft alleen kracht als we kwetsbaar durven zijn, als we leven uit zelfovergave en opoffering. Dat lijkt een tegenstelling, maar dat is het niet: juist de kwetsbare en liefdevolle zelfovergave is de kracht van het evangelie in deze wereld waarin mensen van nature geneigd zijn zichzelf in het middelpunt te zetten. Juist gevende liefde kan dan een grote kracht zijn. Ook in lijden en pijn. Of misschien: juist in lijden en pijn.
Je zou dit het watermerk van de kerk kunnen noemen. Kijk maar, als je naar dit verhaal van de twee getuigen kijkt, dan lijkt het net of je het verhaal van Jezus leest. Krachtige woorden en tekenen, maar tegelijk vernederd en gedood. Het verhaal van Jezus wordt zichtbaar in het verhaal van de kerk. En als het gaat om onze roeping in deze wereld, dan gaat het erom dat we in deze wereld het verhaal van Christus niet alleen vertellen, maar het leven.
Rein den Hertog, Amsterdam