Wie christen wordt, moet wat belijden. Je moet je uitspreken. Wat wat zeg je dan? Dit: ‘Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde. En in Jezus Christus, Zijn Zoon, onze Heere. En in de Heilige Geest.’ Er is nog meer om te belijden, maar dit zijn kernwoorden als het gaat om het belijden van Wie God is.
Dit is het tweede artikel naar aanleiding van mijn boek Geloven doe je zo. De ondertitel luidt: ‘De twaalf artikelen van het geloof’. Ook wel de apostolische geloofbelijdenis genoemd. In het boek bespreek ik de twaalf artikel één voor één. Twaalf zijn het er, omdat er twaalf apostelen waren. Niet dat zij deze geloofsbelijdenis samen hebben opgesteld, maar het geeft wel kernachtig de leer van de apostelen weer.
Doopvragen
De apostolische geloofsbelijdenis gaat hoogswaarschijnlijk terug op de dooppraktijk van de vroege kerk. In de vroege kerk werd goed nagedacht over de toelating tot de christelijke gemeente. Vaak vond men een stevige introductie in het christelijk geloof van belang, liever langer en grondiger dan de paar uur die Filippus had gekregen om de Ethiopische man het christelijk geloof uit te leggen.
Voor je gedoopt werd, moest je vragen beantwoorden. Deze vragen moesten beantwoord worden: ‘Geloof je in God de Vader?’ ‘Geloof je in Zijn Zoon, Jezus Christus?’ ‘Geloof je in de Heilige Geest?’ Het ja-woord op deze drie vragen opende de toegang tot de doop en vervolgens ook tot het Heilig Avondmaal.
Het is niet vreemd dat in de vroege kerk juist deze drie vragen gesteld werden. In het zendingsbevel staat: ‘Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’ (Mat. 28:19). Als iemand voorbereid wordt op de doop in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, moet je natuurlijk uitleggen wat dat betekent. De drie vragen vloeiden direct voort uit het dooponderwijs.
Gaandeweg werden die vragen waarschijnlijk steeds iets uitgebreider geformuleerd. ‘Geloof je in God de Vader, de Almachtige, Schepper van hemel en aarde?’, enzovoorts. Zo ontstonden de twaalf artikelen als een kernachtige waargave van wat de christelijke kerk gelooft, of liever: over de drie-enige God in Wie wij geloven.
Drie-enige God
De 12 artikelen beschrijven het geloof in de drie-enige God: Vader, Zoon en Heilige Geest. Dat is ook de beste indeling van de twaalf artikelen. Artikel 1 gaat over God de Vader, Die onze Schepper is. In artikel 2 tot en met 7 gaat het over Jezus Christus, Gods Zoon, onze Heere. In artikel 8 tot en met 12 gaat het over de Heilige Geest. Artikel 9 tot en met 12 dus ook. Deze artikelen beschrijven de vrucht van het werk van de Heilige Geest. De Geest werkt in de wereld, en de vrucht daarvan is de kerk, de vergeving en uiteindelijk ook de opstanding en het eeuwige leven.
De twaalf artikelen gaan dus over de drie-enige God. Toch gebruikt de apostelische geloofsbelijdenis het woord drie-eenheid niet. De apostolische geloofsbelijenis is eenvoudiger dan bijvoorbeeld de geloofsbelijdenis van Nicea, die veel meer woorden geeft aan de band van Vader, Zoon en Heilige Geest en daar ook moeilijke, theologische woorden voor gebruikt. De apostolische geloofsbelijdenis spreekt over de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zonder uit te leggen hoe de drie-enige God de ene ware God is.
Niet begrijpen maar geloven
Hoeveel theologische taal je er ook bij zou willen halen, het geheim kunnen we nooit ontrafelen. God is één en ook drie. Wij kunnen met ons hoofd niet tegelijk één en drie denken. Het is voor ons te moeilijk. Maar is het belangrijk om te belijden dat God drie-enig is. Je kunt daar niet omheen als je gelooft dat God in Jezus Christus mens geworden is. God is mens geworden. Toch blijft er onderscheid tussen de Vader en de Zoon.
We hoeven niet vast te lopen omdat we het niet klein kunnen krijgen. We mogen ons des te meer verwonderen, omdat God als de drie-enige bewogen is in liefde en naar ons toe gekomen is. God is boven ons (de Vader), God is met ons (de Zoon), God is in ons (de Heilige Geest). Ik kan het niet begrijpen. Ik hoef het ook niet te begrijpen. Sterker nog: ik wil het ook niet eens klein kunnen krijgen. Want God is groter dan we kunnen bedenken. We aanbidden God. We begrijpen God niet, we geloven in Hem. De leer van de drie-eenheid is moeilijk voor ons verstand, maar een zegen voor het geloof. Want hoe onbegrijpelijk ook, maar God is als drie-enige God bewogen, vol ontferming. Hij is één en al liefde.
Wie is God?
Soms spreek ik iemand die niet meer gelooft. ‘Ik heb er afstand van genomen’, kan iemand dan zeggen. ‘Van wie?’, vraag ik dan. ‘Van God’. En dan praten we over God. Soms zeg ik dan: ‘In die God geloof ik ook niet.’ ‘Hoezo?’, vraagt de ander dan. ‘Ik geloof ook niet dat die God waar jij afscheid van genomen hebt, bestaat.’ Soms lijkt de God waarvan men afscheid genomen heeft niet eens op de God die wij belijden. Wij geloven niet zomaar in ‘God’. Wij geloven in Jezus Christus. En in Zijn Vader. En in de Geest Die ons leert geloven, bij Zijn gemeente voegt en hoop geeft voor de toekomst.
Het is een prachtige gewoonte om als gemeente in de eredienst samen het geloof te belijden met de woorden van de apostolische geloofsbelijdenis. We weten ons dan verbonden met de kerk van Christus van alle tijden en plaatsen.
Ds. Anne van Olst is directeur van de Evangelische Hogeschool in Amersfoort en christelijk gereformeerd predikant