Vrijdag 21 juni jl. was de eerste zittingsdag van de generale synode Rijnsburg 2024. Toen is onder andere gesproken over het convent dat op 20 april 2024 in Veenendaal is gehouden. De commissie die dat convent had voorbereid, heeft een rapport geschreven. Alle kerkenraden hebben onlangs dit rapport ontvangen.
In dit rapport kijkt de commissie terug op het convent, de dag van het convent zelf en de reacties die na afloop via de pers en op andere manieren bij de commissie terecht zijn gekomen. De commissie spreekt over een oogst van het convent. Het convent heeft dus daadwerkelijk een aantal dingen opgeleverd die ons als kerken verder kunnen helpen.
Daarom bevat het rapport een aantal aanbevelingen voor de synode van 2024. Daarmee wordt niet bedoeld dat er oplossingen voor de ontstane situatie in onze kerken worden aangedragen. Wel wordt aangegeven hoe we als kerken – luisterend naar het convent – met elkaar verder in gesprek kunnen gaan.
Dankbaar
De commissie is dankbaar hoe het convent is verlopen. Van de 181 kerken binnen ons kerkverband waren er 179 vertegenwoordigd. Dat laat iets zien van de betrokkenheid aan de ene kant en anderzijds ook de grote zorgen die er zijn. ‘Niet eerder kwamen de kerken op deze manier samen. Zonder twijfel een historische gebeurtenis dus. Maar niet eerder hadden de kerken het ook nódig om op deze manier samen te komen. Daarmee werd het vooral een historisch verootmoedigende gebeurtenis.’
Conclusie
De conclusie van het rapport is dat er een commissie toekomst kerkverband moet komen. Deze commissie krijgt de opdracht om een gesprek ter synode voor te bereiden over de fundamenten en toekomst van het kerkverband. Deze commissie moet daarbij ook de vraag meenemen welke vormen het meest passen bij dit gesprek. Volgens de commissie zijn er namelijk nieuwe vormen nodig. Op het convent is een begin gemaakt met het verkennen daarvan. Er zijn panelgesprekken gevoerd. Volgens de commissie zijn het dit soort ‘spannende’ panelgesprekken die ons verder kunnen helpen, meer dan rapporten en zittingen volgens procedure.
Nieuwe vormen
Het gevaar van het volgen van de gewone procedure van het behandelen van de revisieverzoeken is volgens de commissie dat er zo’n grote hypotheek ligt op de uitkomst, dat het daarmee betekenisloos dreigt te worden. ‘Wanneer de synode zou besluiten dat de ambten toch opengesteld kunnen worden of dat hier ruimte voor zou moeten worden gelaten, heeft een deel van de kerken aangekondigd dit besluit niet te zullen erkennen als Schriftuurlijk-confessioneel, en daarom het kerkverband te zullen verlaten. Men kan een dergelijk besluit niet gehoorzamen. Wanneer de synode, omgekeerd, zou besluiten dat de ambten toch echt niet geopend mogen worden, heeft een ander deel van de kerken duidelijk gemaakt dit besluit ook nu niet te zullen erkennen als Schriftuurlijk-confessioneel en daarom ook nu niet te zullen gehoorzamen. Men kan het niet gehoorzamen.’
Een commissie zou daarom verder moeten helpen om nieuwe vormen te doordenken en zo het gesprek eerst op het onderliggende niveau voort te zetten, rond de echte kernvragen. De commissie verwoordt dit als volgt: ‘Stel de vraag naar de fundamenten en toekomst helder, beslist, duidelijk, vrijmoedig, intensief, vurig, geduldig, liefdevol, open, bescheiden, kwetsbaar, behoedzaam en voorts zoals het past bij de navolging van Christus aan de orde.’
De commissie wijst er ook op dat de synodeleden elkaar eerlijk moeten bevragen of het dit alles nog waard is en in hoeverre het zinvol is. Er is ook sprake van vermoeidheid binnen de kerken. Maar volgens de commissie is het van groot belang om met elkaar voor Gods aangezicht in gesprek te gaan over de fundamenten van het kerkverband.
Fundamenten
Het gesprek moet dus gaan over de fundamenten van het kerkverband. Dat is voor de commissie voorbereiding convent duidelijk geworden in de aanloop naar, tijdens en na afloop van het convent. Daarmee wordt bedoeld dat we verder nadenken over wat ons als kerken nu samenbindt.
Is het voldoende als we elkaar als broeders en zusters van Christus erkennen en maakt dit dat we elkaar ook binnen het kerkverband kunnen aanvaarden? Of is er om kerkelijk in een kerkverband samen te leven meer nodig? Wanneer aanvaard je elkaar als christen en wat is er nodig om zinvol een kerkverband te kunnen onderhouden?
Om het wat concreet te maken waar het in deze vragen om gaat kan een voorbeeld uit de praktijk helpen. Ongetwijfeld hebben velen van u weleens meegemaakt dat er op de camping of op het vakantiepark een (zang)dienst wordt georganiseerd. In zo’n dienst kun je een diepe verbondenheid ervaren met medebroeders en zusters. Tegelijk vorm je dan niet samen een kerkverband. Daar is meer voor nodig. Het gesprek wat gevoerd moet worden is in hoeverre de vragen rondom bijvoorbeeld vrouw en ambt bepalend zijn voor die eerste vorm van verbondenheid en/of voor die tweede vorm van verbondenheid.
Het rapport van de commissie kerk-zijn kan bij dit gesprek behulpzaam zijn. Deze commissie is aan het begin van de synode van Dordrecht-Nunspeet 2019-2022 ingesteld om diezelfde synode te helpen in de impasse waarin de besprekingen terecht waren gekomen. Ze heeft een waardevol rapport geschreven. Tegelijk is er meer nodig, omdat door het convent scherper is geworden waar het in het gesprek om moet gaan.
Commissie
De synode heeft dit besluit overgenomen. Deze commissie toekomst kerkverband bestaat uit ds. F.W. van der Rhee (Veenendaal-Pniël), ds. R.G. den Hertog (Amsterdam-Amstelgemeente), ouderling T.A. Meijboom (Werkendam), ouderling P. Raven (Hoogeveen) en ds. J.G. Schenau (Nunspeet). Deze broeders zijn begonnen met hun werkzaamheden. Er wacht hen geen kleine en gemakkelijke opdracht. Daarom hebben ze het gebed vanuit onze kerken ook hard nodig.
Albert-Jan Dorst, Surhuisterveen
Zie voor het videoverslag van het convent de website van onze kerken.