Vier keer per jaar organiseert het Interkerkelijk Dovenpastoraat een Jongerendienst in Nederlandse Gebarentaal. Onlangs was ik zelf weer aan de beurt. In zo’n dienst laat ik mijn stem weg en doe alles in Nederlandse Gebarentaal. Waarom? Omdat veel dove jongeren die taal als moedertaal hebben.
Een dienst leiden kan ook met stem en ‘ondersteunende gebaren’. Die gebaren ondersteunen dan het gesproken Nederlands. Vooral oude(re) doven zijn daarmee vertrouwd. Waarom? Omdat zij vroeger op de dovenscholen geen gebaren mochten gebruiken. Zij moesten het gewone Nederlands leren door middel van spraakafzien. Een pittige klus!
Tweede taal
Maar gelukkig zijn dove jongeren opgegroeid met gebarentaal. Die taal heeft een eigen grammatica en allerlei technieken die het mogelijk maken om heel visueel te communiceren. Voor deze jongeren is het gewone Nederlands dus een tweede taal. Daarom merk ik hoe mooi ze het vinden om een dienst in echte Nederlandse Gebarentaal mee te maken.
In zo’n jongerendienst is uiteraard iedereen welkom. Dus er zijn ook altijd horende mensen aanwezig. Voor hen is er een stemtolk = een tolk gebarentaal die alles wat ik communiceer vertaalt naar het Nederlands. Verder is er ook een schrijftolk aanwezig. De schrijftolk typt letterlijk alles in wat de stemtolk zegt. Mensen lezen dat direct op een tablet. Een schrijftolk is vooral bedoeld voor mensen die doof of slechthorend zijn en niet gebarentaalvaardig.
Ideale combi
Een voorganger in gebarentaal, een stemtolk en een schrijftolk zijn samen dus de ideale combi in een Jongerendienst. Maar … dan moet er niet iemand ziek worden. En juist dat gebeurde de laatste keer: enkele dagen eerder meldde de stemtolk zich ziek. Nu ken ik veel tolken, dus ik heb ongeveer vijfentwintig tolken bericht gestuurd: Kan je zondag tolken? Helaas, niemand kon... Andere dove en slechthorende mensen hebben ook gezocht in hun netwerk. En op Facebook is een speciale groep ‘Last-minute-tolk’. Ook Tolkcontact, dé landelijke organisatie voor het aanvragen van tolken, zocht mee. Maar tevergeefs…. Wat nu? Ik kon de dienst gewoon doen in gebarentaal. Maar dan sloot ik de aanwezige horende mensen buiten. En zonder een stemtolk of mijn stem kon de schrijftolk niets doen. Dus dan sloten we vooral de slechthorenden buiten...
Tolkentekort
Hier liepen we keihard aan tegen het probleem van het ‘tolkentekort’: er zijn gewoon veel te weinig tolken gebarentaal. En dat probleem is op zondag extra groot. Op allerlei manieren wordt er nagedacht over oplossingen. Maar voorlopig is er geen oplossing … Begrijpt u wat dit betekent voor dove mensen? Je zult maar doof zijn en iedere zondag graag naar je eigen kerk willen… Heel vaak lukt dat niet. Het gevolg is dat ze de boodschap van God niet in hun eigen taal kunnen ontvangen…
Hoe hebben we dat ‘opgelost’ in de Jongerendienst? Na overleg met de schrijftolk heb ik er uiteindelijk voor gekozen om te communiceren in het Nederlands met ondersteunende gebaren. Want de hele dienst afzeggen was ook geen oplossing. En aan het begin van de dienst heb ik even de tijd genomen om uit te leggen waarom we het op deze manier deden. De jongeren begrepen het gelukkig, maar vonden het wel jammer. En mij ging het ook echt aan m’n hart dat ik met hen niet in hun moedertaal, maar in hun tweede taal moest communiceren.
Gaat dat jou of u ook aan je hart?
Overweeg dan eens of de opleiding tolk gebarentaal iets voor je is. Ook in de kerk moet iedereen toch altijd volwaardig kunnen participeren? Ik las dat in september 2024 maar ongeveer twintig studenten begonnen aan de opleiding tot tolk gebarentaal in Utrecht. Dat is echt veel te weinig! Kijk daarom op www.hu.nl voor informatie over de open dagen van opleiding op o.a. 5 april 2025 a.s.
Martin Visser, Nunspeet
Ds. M. Visser is predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken en werkzaam als dovenpastor