Zeshonderd jaar geleden bracht Thomas Kempis vier deeltjes van zijn persoonlijk geestelijk handboek naar klooster Windesheim bij Zwolle om te worden overgeschreven. Deze deeltjes samen zouden het meest vertaalde en verspreide boek na de Bijbel worden.
Thomas is in 1380 geboren in de stad Kempen (bij Venlo). Zijn familienaam is Hemerken. Als hij twaalf jaar is, gaat hij op aanraden van zijn broer Johan, die een van de eerste monniken in Windesheim was, naar de Latijnse school in Deventer. Daar leert hij de moderne devotie kennen, waarvan Geert Grote en Florens Radewijns de stichters zijn. In 1399 trekt hij naar een nieuw klooster van de augustijnen: ‘de berg van de heilige Agnes’. Dit klooster bevindt zich evenals Windesheim vlakbij Zwolle, maar dan aan de andere kant van de stad. De Agnietenberg herinnert daar nog aan en ook de begraafplaats Bergklooster. Daar maakt Thomas een proeftijd van zeven jaar mee voordat hij wordt ‘ingekleed’ als monnik. Na nog eens zeven jaar (omstreeks 1413) volgt zijn wijding tot priester.
Rapiarium
Als Thomas rond 17 november 1424 de deeltjes van zijn De imitatie van Christus uit handen geeft, wordt het boekje, dat in het Latijn is geschreven, meteen een groot succes. Het groeit uit tot de bestseller van de eeuw. Er zijn uit die tijd maar liefst 777 handschriften van De imitatie bekend. Maar ook als het boekje wordt gedrukt (vanaf 1472/73) is het een bestseller. Tegen het einde van de vijftiende eeuw verschijnen al meer dan honderd gedrukte edities.
Zo’n tien jaar heeft Thomas aan het eerste deeltje gewerkt (1406-1416). Bij de Broeders van het gemene leven (de groep religieuzen die in Deventer rond Geert Grote was ontstaan) had hij hun gewoonte leren kennen om een rapiarium samen te stellen: een eigen selectie van citaten uit de Schrift en de kerkvaders als aanknopingspunt voor meditatie. Voor Thomas werd zijn rapiarium de hoeksteen van zijn De imitatie van Christus.
Het eerste deeltje had hij in 1416 al uit handen gegeven om te worden overgeschreven. Daarna werkte hij nog eens tien jaar aan de andere drie deeltjes. De vier deeltje samen vormen een boekje voor beginners en gevorderden in het geestelijk leven, en ook voor diegenen die een staat van ‘volmaaktheid’ hebben bereikt.
Invloed
De Imitatie heeft veel invloed uitgeoefend: op geestelijken die al of niet verbonden waren aan een klooster, op rooms-katholieke en protestantse gelovigen, en op vele anderen. Iemand noemde het zelfs het vijfde evangelie.
Ter gelegenheid van het feit dat zeshonderd jaar geleden Thomas dit boekje vrijgaf, is een fraai boek van ruim vijfhonderd bladzijden verschenen. Dit werk bevat een nieuwe vertaling in hedendaags Nederlands van de hand van Frank De Roo. Aan elk van de vier deeltjes laat De Roo een uitgebreide inleiding voorafgaan. In deze inleidingen worden allerlei wetenswaardigheden vermeld over Thomas en zijn Imitatie. Zo wordt bijvoorbeeld iets gezegd over het gebruik van leestekens. In de zin ‘Laat ons voornaamste streven dus zijn, te mediteren op Jezus Christus’ leven’ zouden wij geen komma plaatsen (na: zijn). Thomas doet dat wel (in zijn Latijnse tekst). Hiermee geeft hij aanwijzingen voor een ritmische lezing. Hij duidt daarmee ook rustpunten aan waar men even kan stilstaan bij de inhoud om hierover na te denken.
Genegeerd
De Roo licht de tekst van de Imitatie toe in een uitgebreid notenapparaat. Daaruit wordt onder andere duidelijk naar welke bijbelgedeelten en buitenbijbelse bronnen Thomas verwijst. Met deze uitgave heeft De Roo een belangrijke bijdrage geleverd aan de kennis van de kerkgeschiedenis en de geschiedenis van de cultuur. Tot dusver was het leven en werk van Thomas nog nauwelijks onderzocht. Hij is zelfs genegeerd door de kerk en de academische wereld.
Een van de vele opvallende zaken in dit boek is dat we moeten spreken over Thomas Kempis of de Kempis. De naam Thomas a Kempis is onjuist; deze is pas in de zeventiende eeuw opgekomen. Eveneens wordt duidelijk dat hij is geboren rond 21 december 1380, dat hij gestorven is op 1 mei 1471 (en niet op 25 juli van dat jaar, zoals tot dusver werd gedacht) en dat hij op 29 september 1399 (toen hij achttien jaar was) in het klooster is getreden.
De Imitatie van Christus is een mooie samenvatting van de christelijke leer met het oog op de praktische toepassing in het dagelijks leven. Het werkje spreekt onder andere aan door zijn eenvoud. Het is helder en goed te begrijpen, terwijl tegelijkertijd diepe gedachten naar voren worden gebracht.
Citaten
Elk deeltje van de Imitatie begint met een citaat uit de Bijbel. Het eerste met de uitspraak van Jezus: ‘Wie Mij volgt wandelt niet in duisternis’ en het tweede met: ‘Het Rijk van God is binnen in jullie.’ Het derde deeltje dat gaat over het sacrament van het avondmaal. De inleidende woorden zijn: ‘Kom naar Mij, jullie allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal jullie verkwikken’ en uitspraken van Jezus over het eten van zijn vlees en het drinken van zijn bloed. Het laatste deeltje begint met een citaat uit een psalm: ‘Ik zal luisteren naar wat God de Heer binnen in mij zegt.’
Het werkje bevat vele pakkende zinnen zoals: ‘De ware vooruitgang van de mens bestaat in verloochening van zichzelf.’ Al met al is het een rijke bron voor persoonlijke meditatie, voor groei in het geestelijk leven en in wijsheid.
De Roo is van plan om de vertaling van de Imitatie apart uit te geven, zonder extra’s. Een uitstekend idee. Dan kun je dit boekje gemakkelijk overal mee naartoe nemen. Als je dan een passage tegenkomt waar je iets meer over zou willen weten, kun je dat nakijken in de uitgave met inleidingen en aantekeningen.
D.J. Steensma, Feanwâlden
N.a.v. Thomas Kempis, De imitatie van Christus. Vertaald en ingeleid door Frank de Roo, KokBoekencentrum: Utrecht, 2024, 509 p., € 39,99, ISNB 978 90 4354 131 2. De uitgave bevat zestien pagina’s met afbeeldingen in kleur.