In de kerk ben je geen toeschouwer zoals bij een voetbalwedstrijd. Die gedachte kwam bij mij boven toen ik eraan dacht, dat ik over twee weken weer een commentaar moest schrijven. Er zijn commentatoren die op de laatste dag nog iets uit hun mouw kunnen schudden. Dat doen ze dan aan de hand van wat ze die ochtend in de krant hebben gelezen of via het nieuws hebben gehoord. Er zijn er ook die weken van tevoren al zitten na te denken waar ze nu eens commentaar op zullen geven. En tot die laatste categorie behoor ik.
Zo viel mij enige tijd geleden op dat ik in een kerk naast iemand zat die tijdens het bidden de armen over elkaar hield. Volgens mij bad hij echt wel mee, maar toch . . . Iedereen had z’n handen gevouwen, maar hij niet. Het is natuurlijk ook maar een gewoonte, die past bij onze cultuur. In Afrika bidt men met opgeheven handen. Predikanten houden vaak tijdens het bidden met beide handen de lessenaar vast. Zeer merkwaardig. Terwijl toch bijna iedereen geleerd heeft van ouders, de meester of juf en zelfs van de dominee, om bij het bidden de ogen dicht te doen en de handen te vouwen.
Neem bijvoorbeeld het staande zingen in de kerk. Je ziet soms mensen staan zingen die één of beide handen in hun broekzak hebben. Nu is dat natuurlijk ook maar een houding, maar je zingt wel voor God en tot eer van God.
Vooral bij jongeren (maar soms ook ouderen) zie je dat tijdens de kerkdienst de smartphone geraadpleegd wordt of dat er een berichtje wordt doorgestuurd. Aan zoiets kan ik mij ergeren. En ik denk velen met mij. Nu weet ik wel dat ik zelf ook niet zo’n brave jongen was. Ook ik deed wel eens iets in de kerk wat niet door de beugel kon (propjes schieten van boven naar beneden). Maar daar werden we op aangesproken door onze ouders of door degene die dicht bij je zat. Dat hoef je tegenwoordig niet meer te doen. Grote kans dat je een grote mond krijgt of dat je ze nooit weer in de kerk ziet.
Je kunt je echter ook vergissen. Enige tijd geleden was ik in de kerk van Utrecht-Centrum. Ik meende dat er iemand in de rij naast mij zat te spelen met zijn smartphone. Maar achteraf bleek dat hij daarop het Bijbelgedeelte meelas. Je kunt je dus vergissen.
Eerbied in de kerk. Voor kleine kinderen valt het niet mee een tijd stil te zitten. Laat ze dan ook maar bewegen, tekenen of iets opschrijven. Daarvoor zijn het kinderen en ze horen er helemaal bij. Maar van tieners, jongelui en ouderen mag toch verwacht worden dat ze beseffen dat ze bij de heilige God op bezoek zijn en dat daar ook een eerbiedige houding bij past.
Moet het er dan allemaal zo stijf en strak? Zeker niet! Als de dominee per ongeluk het glas met water om stoot, dan mag je best even (glim)lachen. Maar bij het luisteren, zingen en bidden moet je wel beseffen naar Wie en tot Wie je je richt. Onze God is ook een heilige God en dat vraagt van ons ook eerbied in de kerk.
Dokkum
Pieter Sijtsma