Vervolging van christenen komt wereldwijd enorm veel voor. Open Doors publiceerde vorig week de ranglijst ‘Christenvervolging’ en die lijst bevestigt de massale omvang ervan. Pijnlijk en verontrustend zijn de cijfers. Hartverscheurend zijn de vaak afschuwelijke verhalen achter de cijfers. Over gevangenschap, marteling, verkrachting en ontvoering. Over kerken die in brand gestoken worden en christenen waarvan de keel wordt doorgesneden. Het is essentieel dat we ons bij de verhalen van deze broeders en zusters betrokken voelen, dat we voor ze bidden en oog hebben voor de verschrikkelijke gebeurtenissen in bijvoorbeeld Noord-Korea, Syrië en Irak.
In de Bijbel keert vervolging van christenen regelmatig terug. Jezus zelf werd bespot, gespuugd, geslagen en vernederd. Zijn eerste volgelingen ondervonden aan den lijve dat christen-zijn en een zware lijdensweg vaak samen gaan. We kennen de verhalen van Petrus, Stefanus en Paulus. Petrus voelde de haat tegen Christus. In een zwak moment leidde het tot verloochening van Jezus. Maar hij toonde diep berouw en huilde bitter. Zijn liefde voor Jezus zat diep. De passie die Stefanus had voor Jezus leidde er uiteindelijk toe dat hij werd gestenigd. En dan Paulus. Hij werd gevangen gezet, vernederd en gestenigd. Zijn vurige liefde voor Jezus bleef echter altijd overeind.
Maar wat zeggen deze verhalen ons eigenlijk? Wat moeten we anno 2014 met vervolgde christenen en hun lijdensweg? In Europa kennen we immers geen, of in ieder geval weinig, vervolgde christenen. In de kerk wordt er over het algemeen niet veel aandacht besteed aan hun moeilijke situaties. We kijken al gauw de andere kant op als het over haat tegen christenen gaat. Liever horen we de verhalen niet al te vaak. Het zijn ver-van-ons-bedverhalen en dat willen we graag zo houden.
Nederland kent vooral ‘verwenchristenen’. Het liefst worden wij door God voorzien in onze behoeftes. Onze wensen moeten vervuld worden. Dat is voor ons vaak belangrijker dan acceptatie van onze christelijke lijdensweg. Een geromantiseerde vorm van het geloof maakt het onmogelijk om je te kunnen verplaatsen in de schrijnende situaties van vervolgde christenen. Leven in een consumptiemaatschappij, in een welvarend land als Nederland, maakt ons gemakkelijk apathisch van lijden. Als we een groeiend besef krijgen van de lijdensweg van onze broeders en zusters wereldwijd, kan ons eigen christen-zijn wel eens een heel andere dimensie krijgen. Dan krijgen we vanzelf aandacht voor alle christenen om ons heen, ook als ze aan de andere kant van de wereld wonen.
Henri Scholing, Noordscheschut