Wat je zaait zul je oogsten, zo klonk het laatst enigzins waarschuwend in een preek. Foute keuzes hebben vroeg of laat gevolgen. Voor ondermeer je geestelijke weerbaarheid, die op hoge leeftijd toch al niet vanzelf spreekt...
Andersom geldt het ook. Dat je soms oogst wat je zelf nooit hebt gezaaid. Zo oogsten veel volwassenen de verwondingen ten gevolge van misbruik, mishandeling of verwaarlozing. Ánderen zaaiden dat... Hun geestelijke weerbaarheid is dan al jong gebroken.
Laatst kwam ik het woord ‘weesgeest’ tegen. Heb je een weesgeest, dan had je geen ouder die jou echt zag en steunde. Dat geeft een gevoel van diepe verlatenheid, van er alleen voor staan. Het werkt zelfs vaak door in je geloof: een gevoel van Godverlatenheid.
Weesgeesten zoeken naar houvast. Naar gidsen, coaches en dominees. Misschien zijn we allemaal wel wat weesgeestig. Want wie is er nu wél echt goed gezien door zijn ouders? Geloven we niet allemaal dat we er ten diepste alléén voor staan? Soms vinden we het zelfs eng om overgeleverd te zijn aan de ander. Dan beoefenen we liever onafhankelijkheid en zelfbeschikking, als waren het deugden. We zoeken onze toevlucht tot zelfhandhavende middelen als geld, macht, waardering, controle en genot. We werken ons te pletter of klampen ons vast aan religieuze plichten. Ter maskering van onze verlatingsangsten.
Zijn we weesgeestiger dan vroeger? Ook in Jezus’ tijd voelden mensen zich ‘verloren’ en van God verlaten. Vooral wanneer hun leven moeizaam verliep. Jezus kwam daarom met allerlei beelden. Van verloren munten, schapen en zonen. Van schatten in akkers en kostbare parels. Om duidelijk te maken dat God een Zoeker én Vinder is. Zodat niemand definitief hoeft te berusten in dat verschrikkelijke gevoel van verlorenheid.
Want God ziet om naar Zijn schepping en schepsels. Gebrokenheid, lijden en dood lopen op hun laatste benen. De eerste bewijzen zijn al geleverd: Jezus’ opstanding en Zijn werkzame Geest vol van liefde. Verlorenheid wordt omgezet in geborgenheid. Dit is een wonderbaarlijke oogst waarvoor we zelf níet hoeven te zaaien. Al vinden we dat laatste erg lastig om te geloven. Maar daarom heet het dan ook geloven.
Nynke Sikkema-Holwerda, Hoogeveen