In Amerika kom je auto’s tegen voorzien van een sticker met daarop de tekst: Let op, als de opname plaatsvindt, heeft deze auto geen bestuurder meer. Die tekst geeft twee dingen aan, namelijk dat de bestuurder christen is én dat hij gelooft in de opname. Net als veel evangelische protestanten daar. Maar ook hier.
Ik heb het niet over een ziekenhuisopname, maar over de opname van de gemeente in de eindtijd. Volgens Dick Schinkelshoek in zijn opiniestuk in het ND van 12 maart wordt door veel voorgangers van protestantse kerken te weinig over de laatste dagen gesproken. Met als gevolg dat vaak niet-theologisch geschoolde bijbelleraars, zoals bijvoorbeeld eindtijdgoeroe Jan Dieleman van Family-7, daarover ongestoord kunnen speculeren.
Even kort door de bocht: de opname van de gemeente is onderdeel van het dispensationalisme, de leer van de bedelingen, waarbij de geschiedenis van Gods heil verdeeld wordt in verschillende stadia die elkaar opvolgen. Voordat de Grote Verdrukking aanbreekt, zal God plotseling zijn getrouwen in de hemel opnemen. Dan is het stadium van de Kerk voorbij. Daarna breekt wereldwijd een verschrikkelijke oordeelstijd aan, waarin de ongelovige achterblijvers alsnog christen kunnen worden en waarin volgens velen ook Israël tot bekering zal komen. Pas dan komt Christus echt terug.
Grote namen bij deze leer zijn die van Nelson Darby, de grondlegger van de Vergadering van Gelovigen. Hij kwam zo rond 1830 als eerste met dit idee. Ook die van dominee Cyrus Scofield, die het boek Openbaringen als eerste letterlijk las als spoorboekje naar de eindtijd. Maar echt bekend werd deze leer in de jaren negentig van de vorige eeuw door schrijvers als Hal Lindsey en Tim LaHaye met zijn serie ‘De Laatste Bazuin’. Zijn boeken werden gedeeltelijk verfilmd onder de titel ‘Left Behind’. Onvergetelijk uit deze film is het beeld van mensen die plotseling op straat, uit auto’s, bussen en vliegtuigen verdwijnen. Alleen hun kleren blijven achter. Vandaar de autosticker.
Is dit idee eigenlijk wel bijbels? Schinkelshoek noemt drie flinke nadelen ervan. Eén: de leer is van recente datum en pas na 1800 jaar kerkgeschiedenis ontdekt. Dat kan natuurlijk, maar het pleit er niet voor. Twee: de leer berust hoofdzakelijk op één tekst, 1 Thess. 4, 16 en 17. Een smalle basis dus. Bovendien zegt die tekst feitelijk wat anders. Daarom noemt Paulus-kenner Tom Wright het baseren van deze leer hierop ‘nonsens’. En drie: Jezus zelf rept met geen woord over de opname, terwijl Hij toch uitvoerig spreekt over de oordeelsdag en de komst van de Mensenzoon op de wolken.
Daarmee geeft Dick Schinkelshoek aan doorsneevoorgangers van doorsneekerken alvast een goede voorzet om meer te spreken over wat wij kunnen verwachten van de laatste dagen. Om wilde speculaties te kunnen weerspreken.
Gurbe Huisman, Winschoten