Corona en de gezinssituatie maken dat ik me meer dan anders richt op wat men met verschillende termen aanduidt als het einde, de laatste reis, of het sterven.
Sommige goedbedoelende mensen zeggen soms: het komt wel goed. Blijf bidden. Er komt vast wel een nieuw medicijn. De Heer doet nog altijd wonderen. Zouden die mensen misschien wíllen dat het goed met je gaat? En dat je bidt, vecht en sterk bent? Maar de tumoren blijven groeien. En waarom zou het nu wel goed, of zelfs beter gaan? Omdat wij opstaan tegen kanker? Omdat opgeven geen optie is? Maar wat als de kanker sterker is en ik moét opgeven? Kunnen wij nog accepteren dat veel mensen moeten opgeven, omdat ze zó ziek zijn, dat ze doodgaan? En moeten we doodzieke mensen niet ook gunnen (accepteren), dat ze doodziek zijn en dat ze daar verdriet over hebben?
Corona heeft duidelijk aan het licht gebracht, dat wij bang zijn om dood te gaan. Heel bang. En dat wij moeite hebben met het aanvaarden van onze eindigheid, onze sterfelijkheid. Natuurlijk komt dat ook, doordat velen God en het hiernamaals hebben losgelaten. Dat is waar. Want als je alleen dit leven hebt, dan vecht je met al je kracht tegen welke bedreiging ook.
Onze middeleeuwse landgenoten konden dat denk ik beter. Onze eindigheid en het sterven aanvaarden. Beide werden sterk beseft, want ze waren zichtbaar aanwezig. Veel mensen stierven vaak letterlijk op straat. Sterven hield de gemoederen danig bezig en er werden zelfs boekjes uitgegeven over de kunst van het sterven. Daarbij stonden vaak de vijf grote verleidingen, als duivelen afgebeeld, centraal: het geloof ondermijnen, doen wanhopen, de liefde van God ontkennen en de stervende influisteren zichzelf te redden. En als laatste verleiding de stervende de hebzuchtige hoogmoed voorhouden: alles is van jou, pak en houd vast! Aan de andere kant van het sterfbed stonden vijf engelen: de engel van het geloof, de hoop en de liefde, de geduldige overgave en van de nederige bescheidenheid.
Dat stervensbeeld (her)kennen wij zo niet meer. Toch heeft de betekenis van dat beeld ons vandaag nog wat te zeggen, denk ik: wie zou niet hopen op vijf engelen aan zijn/haar sterfbed? Elke engel die je steeds een belangrijke boodschap influistert: klamp je niet vast aan wat je kunt zien. Staar je niet blind op je falen in het verleden. Klamp je niet vast aan wat je op aarde hebt bijeen verzameld. Raak niet verkrampt in je lijden en tenslotte blijf niet vasthouden aan je prestaties, je trots. Let op wat de Heer in zijn Woord belooft. Zie op Jezus. Klamp je aan Hem vast. Hij redt. Hij vergeeft. Hij geeft kracht. Hij blijft nabij. Dat doet de dood als doorgang aanvaarden.
Bij wie zijn dood aanvaardt, ontstaat ruimte. Ruimte voor de gevoelens die opkomen als de dood dichterbij komt. Ruimte ook om te relativeren. Ruimte om toch te leven. Zonder die ruimte kun je zomaar moedeloos, gestrest, opgebrand of depressief worden. Maar in die innerlijke ruimte kun je je ontspannen, rust vinden, je overgeven aan Hem, die het leven is.
Gurbe Huisman, Winschoten