De profetische uitspraak: ‘Het is God of de afgoden,’ van de christenfilosoof prof. dr. ir. H. van Riessen (1911-2000) heb ik altijd onthouden. We zien zijn woorden nu letterlijk in vervulling gaan. Europa heeft, met Nederland als koploper, de God van Israël vaarwel gezegd. Oosterse godsdiensten vulden al snel het vacuüm op dat hierdoor was ontstaan en ook het oude heidendom begon weer aan onze deuren te rammelen.
‘Asjera’s terugkeer’ is het thema dat de kunstenares Marieke Ploeg koos voor haar kunstproject. Ze maakte een groot aantal beeldjes van de afgodin Asjera. Ze werden niet alleen tentoongesteld, de bezoekers mochten er ook allemaal een mee naar huis nemen, mits ze het beeldje een plaats in hun huis zouden geven. ‘Asjera's terugkeer in onze huizen’ dus.
In het Oude Testament kom je haar regelmatig tegen. Ze is een Kanaänitische godin die in een groot deel van het Oude Nabije Oosten werd vereerd als godin van de vruchtbaarheid en van de liefde. Je ziet haar als beeld(je), maar ook als gewijde paal, de Asjera-paal. Ze was de lievelingsgodin van koningin Izebel. Izebel, zij die de profeten doodde en de God van Israël haatte. We zien dat koning Achab zich door haar laat verleiden om ook deze afgodin te gaan dienen. Het is nooit lang ‘God én de afgoden’. Het is ‘God óf de afgoden’. Op de Karmel bij het grote duel tussen de koning en Elia zien we dat de priesters van Asjera prominent aanwezig zijn. ‘Nu dan, stuur boden, breng heel Israël bijeen bij mij op de berg Karmel, met de vierhonderd vijftig profeten van de Baal en de vierhonderd profeten van Asjera, die aan de tafel van Izebel eten’ (1 Kon. 18:19).
Onbegrijpelijk en pijnlijk is het feit dat de terugkeer naar het heidendom wordt georganiseerd door het Bijbels Museum. Sinds de ontmanteling van dit museum in 2018 heeft het Bijbels Museum alleen nog reizende tentoonstellingen. Ze brengt haar projecten onder op partnerlocaties. In dit geval bij een voormalig klooster, gevestigd op de Buitenplaats Doornburgh. De ‘Kanunnikessen van het Heilig Graf' verbleven daar tot 2016. Ze hadden bij de zeventiende-eeuwse buitenplaats een kloosterruimte gebouwd. En daar waren nu dus de Asjera-beeldjes.
En toen bezocht oud-zendeling Harriët Tom (81) de tentoonstelling. Ze nam geen beeldje mee naar huis maar vertrapte er een groot aantal. Haar optreden past wel helemaal in de bijbelse geschiedenis. Ze heeft zich gedragen als een profetes. Maar het vernielen van de beeldjes raakt nu ook een gevoelig onderwerp: religieus geweld. Zou ze het nog eens doen? Daar twijfelt ze over. Ze was vooral geprikkeld door het pijnlijke feit dat deze terugkeer naar het heidendom georganiseerd werd door het Bijbels Museum. En dat lijkt me zeer terecht. Wat een afgang. Onze oude zuster heeft in haar lange leven haar passie en de heilige verontwaardiging weten te behouden. De terugkeer dáárvan in onze hele christelijk gemeenschap zou een grote zegen zijn. ‘U alleen u loven wij, ja, wij loven U o Heer.’
Krijn de Jong, Urk