Scheiding tussen kerk en staat
Nu kan ik mij voorstellen, dat een overheid geen evangelisatie activiteiten subsidieert. Daar is de overheid niet voor. Maar ze kan natuurlijk wel subsidie geven voor een bijdrage aan het maatschappelijk welzijn. De ervaring leert namelijk, dat juist religieuze organisaties zich vaak verantwoordelijk voelen om een bijdrage te leveren aan de oplossing van maatschappelijke problemen. Dat maakt ze tot een belangrijke gesprekspartner in het beantwoorden van de vraag hoe je samenhang in de samenleving kunt cre?ren.
Vorige week is door het Ministerie van Binnenlandse Zaken de nota ?Religie in het publieke domein? uitgebracht. Dit is een handreiking voor gemeentebestuurders voor een ontspannen omgang met religieuze organisaties. E?n van de conclusies in deze nota is, dat subsidies aan religieuze instellingen niet in strijd zijn met het beginsel van de scheiding tussen kerk en staat. En wat is het eerste wat de niet-christelijke partijen roepen? ?Het kabinet laat de scheiding tussen kerk en staat los; de overheid verliest haar neutraliteit!? Vooral de VVD, PVV, D66 en Groen Links hebben hier een handje van. De politici van deze partijen zou je eigenlijk op cursus staatsrecht moeten sturen. Dan komen ze er wel achter, dat hun denken ten principale onjuist is. Het gaat er bij het beginsel van scheiding tussen kerk en staat om, dat de overheid zich niet met interne geloofszaken of kerkelijke aangelegenheden mag bemoeien. Andersom geldt, dat religieuze organisaties geen formele posities in het openbaar bestuur moeten innemen. De overheid moet niet van te voren al zeggen, dat ze niet met christelijke organisaties in zee gaat. En dat doen kamerleden en lokale bestuurders te pas en te onpas. Soms bekruipt mij het gevoel, dat daar een stuk vijandschap tegen christenen achter zit. Daardoor doen ze bijvoorbeeld christelijke zorgaanbieders ernstig tekort.
Dokkum
Pieter Sijtsma