Van klein naar groot.
In Matheus 13:31-32 staat deze (korte) gelijkenis over het mosterdzaadje. Jezus zegt dat een mosterdzaadje wat gezaaid wordt het kleinste zaadje is, maar dat het wanneer het gaat groeien en wortels krijgt de grootste van alle planten is. Het wordt een grote struik van wel 3 meter hoog, waarin de vogels van de hemel kunnen nestelen.
Maar waarom maakt Jezus zo?n, op het eerste oog, vreemde vergelijking? Met het mosterdzaadje bedoelt Jezus eigenlijk ons. Wij moeten met iets kleins beginnen zodat dat kan uitgroeien tot iets groots. Je hoeft dus niet altijd iets bijzonders en spectaculairs te doen om Jezus te belijden en iets voor Hem te betekenen. Je kunt het vergelijken met 1 persoon die het evangelie aan een ander vertelt en die vertelt het ook weer verder en zo gaat het door. Het begint dus met iets heel kleins, gewoon iemand wat vertellen, maar het groeit uit tot iets groots, namelijk dat er heel veel mensen over Jezus te horen krijgen. Uiteindelijk zal dus de hele wereld over Jezus horen. Het evangelie is bij ??n persoon begonnen, en dat was natuurlijk Jezus Zelf. Hij stierf voor ons en is ook weer opgestaan en heeft daardoor het evangelie zelf vervult. Toen dat alles gebeurd was, stuurde hij Zijn discipelen op pad om het de rest van de wereld te vertellen. Hij bedoelt ook dat het koninkrijk van God eerst iets heel kleins is, maar dat het uit zal groeien tot iets ontzettends groots! Dit zie je bijvoorbeeld ook in de droom die Daniel uitlegt aan de koning Nebukadnezar. Die droomde dat er een steen loskwam van een berg. Die steen werd steeds groter en vermorzelde het grote beeld dat Nebukadnezar had gezien. Deze steen is ook het beeld van het Evangelie en het Koninkrijk van God, dat de andere machten verdrijft en uiteindelijk de hele wereld vervult (Daniel 2).
In de Bijbel worden er wel vaker vergelijkingen gemaakt met hele kleine dingen. Zo worden wij in de Bijbel ook vergeleken met gist en zout. Wij moeten het zout van de aarde zijn. Dat klinkt eigenlijk wel raar, maar Jezus bedoelt daarmee dat wij het verschil moeten maken op deze wereld. En dat hoeft ook hier echt niet met grote dingen. Dat kan ?gewoon? met een klein gebaar. Ga eens op bezoek bij een ander, geef eens een compliment of doe iets anders goeds. Jezus zegt hier ook bij dat wanneer het zout zijn smaak verliest het nergens meer voor dient. Dus als we gewoon maar langs de kant toe gaan staan kijken, zetten we ons niet in voor deze wereld en heeft de kerk geen betekenis voor mensen die niet geloven en God niet kennen.
Een stukje verder in de Bijbel, namelijk in Mattheus 13: 33, worden we vergeleken met gist. Jezus vertelt daar de volgende gelijkenis: het koninkrijk van de hemel lijkt op zuurdesem die door een vrouw met drie zakken meel werd vermengd tot alle meel doordesemd was. Gist, ook wel zuurdesem, zijn hele kleine korreltjes die ervoor zorgen dat een brood rijst. Hier worden we vergeleken met dat gist, wij moeten er dus voor zorgen dat er steeds meer mensen van Jezus horen. Zodat straks het hele brood doordesemd is, dat iedereen dus van het evangelie heeft gehoord.
God is ook met iets kleins begonnen, namelijk met Jezus. Hij heeft Jezus als baby naar de wereld laten komen en uiteindelijk is er iets groots gebeurd. Hij is namelijk voor ons gestorven en opgestaan en daarmee wil Hij iedereen redden die in Hem gelooft als de Verlosser van de wereld, en dat is natuurlijk wel heel groots en bijzonder. Nu is het koninkrijk van God nog klein, maar als Hij straks terugkomt zal het zo groot zijn dat het niet te omvatten is.
Dus doe eens wat kleins voor andere mensen en zeg iets van je geloof in de Here Jezus. Hierdoor zullen meer mensen in Jezus gaan geloven en mogen we straks met z?n allen bij de Here Jezus in Zijn Koninkrijk wonen.
Laura van Putten