Zeg niemand iets!
Een melaats man
Ik zal gelijk maar iets opbiechten: ik ben niet echt origineel. Bovenstaand voorbeeldje heb ik namelijk schaamteloos gejat uit de Bijbel. Daar lezen we van een man die door Jezus genezen werd van melaatsheid. Daarmee deed Hij iets bijzonders en heel groots voor deze man. Wie in het oude Isra?l melaats was, mocht namelijk niet meer meedoen in de maatschappij. Niet in het gewone dagelijkse leven en niet in het religieuze leven. Een melaatse was er verschrikkelijk aan toe: afgesloten van andere mensen en afgesloten van de (tempel)dienst aan God.
Een Man uit Nazareth
En dan komt daar een Man uit Nazareth en die geneest je! Je mag weer meedoen in het dagelijkse leven. Je bent weer welkom bij de tempeldienst. Je hoort er kortom weer helemaal bij. Zou jij dan niet aan iedereen willen vertellen wat voor geweldigs jou is overkomen? Deze man in ieder geval wel.
?Zeg niemand iets?
Maar dan komt dat rare woord van onze Here Jezus: ?Zie toe, dat gij niemand iets zegt.? Hou je mond erover. Als hedendaagse christen sta je als aan de grond genageld. ?NEE! Lieve Here Jezus, wat doet U nu!? Dit is toch de ideale kans om het evangelie te verspreiden,? zou je Hem toe willen roepen. Toch? Ik bedoel: heb je een ?eu angelion? (= Grieks voor ?goede boodschap?) en dan zwijg je erover. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? En toch zegt Jezus deze woorden. Waarom? Hoe moeten we deze (op het eerste gezicht) rare opdracht van Hem opvatten?
Geen rare opmerking
Om dit te begrijpen moeten we allereerst kijken naar wat aan deze geschiedenis voorafgaat. Jezus is begonnen met zijn optreden in Isra?l. Hij trekt door het land en onderwijst de mensen. Daarbij herkennen de mensen Hem als iemand die weet waarover Hij spreekt. Hij leerde hen ?als gezaghebbende?, schrijft Mattheüs (7: 29). Bovendien genas Hij zieken en wierp Hij boze geesten uit. Daarbij liet Hij niet toe dat deze geesten over Hem spraken, ?omdat zij Hem kenden? (Marc. 1: 34).
Geen show
Kijk, nu komen we waar we wezen moeten. Laten we teruggaan naar de man die genezen werd van zijn melaatsheid. Blij als de beste man was, sprak hij overal van het grote wonder dat Jezus aan hem had gedaan. Dit ?evangelisatiewerk? zorgde ervoor dat Jezus ?niet meer openlijk de stad kon binnenkomen? (Marc. 1: 45). Zodra Hij kwam, stroomden de mensen toe. Ja, want: wie wil zulke wonderen nou niet in het echt zien? Alleen, dat was nou net niet de bedoeling van onze Here. Hij kwam niet om de show te stelen met spectaculaire genezingen en stoere preken. Hij was ?zachtmoedig (vriendelijk) en nederig van hart? en wilde niet ?schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen? (Jes. 42: 2). Jezus zocht niet zijn eigen eer of roem. Let nog eens op het feit dat Hij de boze geesten het zwijgen oplegde als ze vertelden wie Hij was.
Bovendien zorgden de grote massa?s mensen die op dit wonder afkwamen ervoor dat Hij minder tijd en gelegenheid zou hebben voor zijn eigenlijke doel: het Koninkrijk van God verkondigen (Luc. 4: 43). Hij was niet in de eerste plaats gekomen om zieken te genezen, maar om zondaren te roepen tot bekering (Luc. 5: 32).
Zwijg, maar vergeet niet te spreken
Hieruit kunnen wij een aantal belangrijke lessen trekken. Ten eerste dat het in het geloof niet zozeer om wonderen en spectaculaire dingen draait, maar eerst en vooral om het goede nieuws dat er een Weg is waarlangs de in het paradijs verbroken relatie met God weer hersteld kan worden. De wonderen zijn ter ondersteuning hiervan: ze laten zien dat Jezus Christus de van God gezonden Messias is, die de macht en de wil heeft om ons te reinigen van zonde.
Ten tweede leren we dat een christen bescheidenheid past. Misschien verlang je er wel eens naar om een groot wonder te mogen doen, of ben je diep onder de indruk van eigen gaven. Kijk dan eens naar Jezus. Hij kwam niet om de show te stelen en Zichzelf een mooie reputatie aan te meten met fantastische wonderen en spectaculaire happenings. Nee, Hij kwam om de wil van zijn Vader te doen. Daar zouden wij in de kerk en in ons evangelisatiewerk wel eens wat meer op mogen letten. ?Zie toe, dat gij niemand iets zegt.? Zwijg maar. Zwijg maar over jezelf en over allerlei geestelijk spektakel. Zwijg, maar vergeet daarbij niet te spreken. Te spreken over het Koninkrijk van God. Dat is het enige wat er toe doet.
Alexander Weggemans