Hoe vaak ik het gezongen heb, weet ik niet. Het is in ieder geval vaak genoeg geweest om de woorden uit mijn hoofd te kennen. Waar ik het over heb? Over Psalm 95: 4 (O.B.): “Zo gij Zijn stem dan heden hoort, gelooft Zijn heil- en troostrijk woord; verhardt u niet, maar laat u leiden.”

Exclusief?

‘Vroegâh’,  toen ik nog een klein Alexandertje was, had ik nog niet zo’n beeld bij die woorden. Bij die schaapjes uit het eerste deel van het vers, ja, daar kon ik me nog wat bij voorstellen. Maar dat verharden? Dat was toch iets voor farao’s  die weigerden om Israël te laten vertrekken?

 

Gelukkig leert een mens er in de loop van de jaren (meestal) iets bij. Zelfs ik. Het verharden van harten blijkt niet een exclusief faraodingetje te zijn, maar iets voor de hele mensheid. Pak de brief aan de Efeziërs er maar eens bij. Daar lezen we: “Dit zeg ik dan en getuig ervan in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals de andere heidenen wandelen, in de zinloosheid van hun denken, verduisterd in het verstand, vervreemd van het leven dat uit God is, door de onwetendheid die in hen is, door de verharding van hun hart” (Ef. 4: 17-18). Hier geeft Paulus twee redenen waarom mensen vervreemd van God leven: onwetendheid en een verhard hart.

 

Ongevoelig

Onwetend ben je waarschijnlijk niet als je dit artikel leest. De meesten van ons zullen al een flinke voorraad aan preken en catechisatielessen achter de kiezen hebben. Maar misschien ken je wel iets van dat verharde hart. Het woordje ‘verhard’ betekent letterlijk dat iets zo hard is geworden, dat het ongevoelig is voor aanrakingen. Een verhard hart is dus ongevoelig voor de aanrakingen van God. Dat lezen we ook in vers 19: “Zij hebben zich, ongevoelig als ze zijn geworden, overgegeven aan losbandigheid, om alle onreinheid begerig te bedrijven.” De “andere heidenen” waar Paulus over schrijft, voelen niet langer de pijn die zij zichzelf aandoen met hun zonde. Ze hebben hun ogen gesloten voor de pijn die God er aan beleeft. Ze voelen niet de aanrakingen van de doorboorde handen van de Heere Jezus, die hen wil genezen. In plaats daarvan bedrijven ze begerig alle onreinheid. Andere vertalingen hebben het hier over “er gretig winst uit slaan”. Dat betekent niet zozeer dat mensen grof geld willen verdienen aan zonde, maar wel dat ze er alsmaar meer van willen. Een beetje zonde is nooit genoeg. Er moet altijd maar meer bij.

Opium van het volk

Misschien herken je daar wel iets van in je eigen leven. Als één keer roddelen over dat lelijke meisje zo’n goed gevoel geeft, waarom zou je het dan niet nog een keer doen? En moeten er niet vaak nog minstens twee extra leugens bij als je er eenmaal eentje verteld hebt? Of wat te denken van dit onderzoeksresultaat: regelmatige pornokijkers zoeken op den duur steeds extremere beelden op, omdat de oude niet meer bevredigen. Zonde zegt nooit: en nu is het genoeg, nu is er teveel stuk gegaan. Mensen zeggen weleens dat religie opium van het volk is. Dat is niet waar. Zónde is opium van het volk. Zoals een verslaafde steeds weer drugs gebruikt om zich goed te voelen, zo doen wij van nature steeds weer en steeds meer nieuwe zonden, om de leegten in ons bestaan op te vullen.

Van steen naar vlees

En daar komt die verharding van het hart weer om de hoek kijken. God vraagt van ons een totaal andere levensstijl dan we van onszelf uit gewend zijn. Niet liegen, maar de waarheid spreken. Niet stelen, maar eerlijk werken. Niet kwaadspreken, maar juist opbouwende woorden brengen (Ef. 4: 22 e.v.). Maar hebben wij daar wel belang bij? O, we willen best wat aanpassingen doen. Sommige zonden laten we makkelijk los, een aantal eisen van God willigen we gemakkelijk in. Van sommige andere dingen moet Hij echter afblijven. Dat zijn onze lievelingszonden, onze diepste verlangens. Als God daar aan komt, dan gaan we steigeren. Dan wordt ons stenen hart een bijna onneembaar kasteel. Dan voel je weer wat je van huis uit ben: een vijand van God en zijn genade. Dan komt het er op aan: mag Hij mij aanraken en voor Hem inwinnen? Of blijf ik als een verbitterde ex ongevoelig voor zijn liefdevolle hand en sluit ik Hem volledig buiten, zodat ik lekker (?) mijn eigen gang kan gaan? Juist op zulke momenten besef je dat je een krachtige ingreep van de Heere Zelf nodig hebt, dat je van Hem vervreemd blijft als Hij je aan je lot overlaat. Gelukkig is er dan die prachtige belofte: “Ik zal het hart van steen uit hun vlees wegdoen en hun een hart van vlees geven” (Ez. 11: 19). Daar mag ook degene met het hardste hart en de grootste liefde voor zonde zich aan vastgrijpen. God is ook bij machte om jouw harde hard te veranderen. Is dat geen prachtig wonder van genade? Wie dat weet kan zó verder met het advies van Psalm 95: 5 (alweer O.B.): “Verhardt u niet; neemt Zijn gena[de] ootmoedig* aan…”

Alexander Weggemans

 

*nederig

 

 


Commentaar

  • Nieuw leven 2024-04-19 17:47:34

    In januari begint het al: het wordt weer langer licht en de sneeuwklokjes gaan bloeien, en even...

  • Post 2024-04-06 07:36:05

    De laatste tijd valt het mee, maar het komt regelmatig voor dat de post wat vertraging heeft....

  • Lijdenstijd 2024-03-23 18:53:26

    Met de lijdenstijd lijkt onze samenleving niet uit de voeten te kunnen. Hoe anders is dat met...

  • Leipzig en Navalny 2024-03-07 19:01:01

    Vorige week waren mijn vrouw en ik een paar dagen in het voormalige Oost-Duitsland op bezoek bij...