a. Kinderen zijn belangrijk, als je nog geen kids hebt, heb je nu eenmaal meer tijd.
b. Je spreekt je collega erop aan. Is er een compromis?
c. Ja , hallo! Dit neem je niet meer en je zegt haar eens goed de waarheid.
2. Je studiegroepje heeft een hele hoge waardering voor de groepsopdracht gekregen:
a. Heb ik wel genoeg gedaan? Komt mij dat cijfer toe?
b. Super, dat hebben we samen even mooi gefikst
c. Je baalt: dankzij jou is deze waardering een feit; eigenlijk vind je het onterecht dat de rest dezelfde waardering krijgt als jij.
3. Je vrienden willen alweer naar dezelfde disco, jij vindt dat heel saai.
a. Nou ja, je gaat maar mee, de meeste stemmen gelden toch?
b. Enthousiast stel je een andere tent voor, wie weet kun je ze overhalen.
c. Alweer naar dezelfde tent? Ik ga zelf wel naar een andere
4. Een vriendin heeft een weekendje gewonnen voor 2. Ze vraag je mee. Hoe reageer je?
a. Je voelt je schuldig: die bioscoopbon van jezelf heb jij niet met haar gedeeld.
b. Je gaat meteen je afspraak voor het weekendje afzeggen. Superleuk van haar!
c. Logisch dat ze je meeneemt, ze mocht toch met jou een keer meeliften?
5. Vrienden van je gaan verhuizen. Ze vragen of je wilt behangen. Jij:
a. Baalt dat ze je vragen, je had juist een leuke date op die dag. Maar goed vrienden zijn vrienden en je belt de date af.
b. Zegt dat je niet kan, die date gaat voor!
c. Reageert met een snauw, je bent geen schilder!
6. Je vriendin heeft op het gala juist die mooie jurk aan die niet meer in jouw maat was:
a. Je zegt dat ze er schitterend uitziet
b. Je zegt niets.
c. Je zegt dat die jurk jouw beter had gestaan.
7. De bus waarin je zit vliegt in de brand. De situatie is niet levensbedreigend.
a. Je laat iedereen voorgaan, je houdt het nog wel even uit
b. Als je de kans krijgt ga je zo snel mogelijk naar buiten.
c. Je duwt je medepassagier opzij, laat ze opzouten, jij wilt naar buiten.
8. Iemand zegt dat je een grote steun voor hem was.
a. Je reageert verlegen; je bloost
b. Je bedankt hem, toch leuk dat je steun gewaardeerd wordt.
c. Je zegt dat je vaker een steun voor mensen bent.
Mogelijke interpretatie:
Vooral A: Je lijkt jezelf heel vaak weg te cijferen. Dat hoeft niet, ook jij mag er zijn!
Vooral B: Geven en nemen, soms is het nodig om jezelf weg te cijferen, maar je mag op een verantwoorde manier aan jezelf denken.
Vooral C: Het lijkt erop dat je een (tikkeltje) ego?stisch bent. Als je jezelf vaker wegcijfert zul je ontdekken dat je er ook veel voor terug krijgt.