Geloofsbelijdenis (artikel 5)
Het werk van de Here Jezus is nog niet afgelopen. Op de derde dag is Hij weer opgestaan. Wij herdenken dit met Pasen. Het is een feestelijke gebeurtenis bij ons: ja, Jezus is opgestaan, Hij leeft!
In de Bijbel staat dat de farize?rs en schriftgeleerden er zelfs bang voor waren. Zij waren bang dat Jezus zou doen wat Hij had gezegd. Dat Hij werkelijk zou opstaan uit de dood; ze waren bang dat Hij echt de Zoon van God zou zijn. Zij geloofden dat immers niet.
Op de ochtend van de opstanding waren er vrouwen bij het graf. Zij wilden de Here Jezus balsemen omdat daar geen tijd voor was geweest na de Sabbat. Maar, de steen van het graf was weggerold! Wie kon dat nu gedaan hebben? Er kwam een engel, die hen vertelde dat de Here Jezus opgestaan was, zoals Hij gezegd had. De vrouwen gingen dit aan de discipelen vertellen, maar die geloofden de vrouwen niet. Later, toen Jezus aan hen was verschenen, geloofden zij het wel.
Door de dood te overwinnen is er een soort brug gekomen tussen God en de mensen. God, die niet kan omgaan met zondaars, God die heilig en goed is, God die ons heeft geschapen, de Almachtige Vader. Jezus heeft de kloof die er was, overbrugd door Zijn lijden en Zijn sterven, door Zijn opstanding uit de dood. Door Zijn opstanding, kunnen wij weer bij de Here God komen. Maar daarvoor moeten we ons wel totaal aan Hem toevertrouwen. Hij moet onze schuilplaats zijn. Geef jij je leven aan de Here?
Hanneke van Dokkum