Werfkracht
In het onderstaande mogen we ons verwonderen over de werfkracht van Gods woord en de doorwerking van de Geest van Jezus. De door de Vader beloofde Geest!
Laatst vernam ik tijdens een lezing dat er aan het einde van de eerste eeuw 10.000 christenen waren. Ik moet zeggen dat ik van dat getal opkeek. Los van de vraag of dit aantal klopt realiseerde ik me dat het onvoorstelbaar is hoe het christendom zich in de loop van al die eeuwen zo sterk heeft verspreid. Wies
Een prachtige uitdrukking komen we tegen in Handelingen. Het woord van de Here wies. Op drie plekken lezen we dat. In de NBG-vertaling van 1951 lezen we: En het woord Gods wies en het getal der discipelen te Jeruzalem nam zeer toe… (Hand.6:7). Handelingen 12:24 luidt: En het woord des Heren wies en verbreidde zich. Tenslotte vermeldt Hand. 19:20: Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker. De NBV (2004) vertaalt de uitdrukking met ‘het woord vond steeds meer gehoor’. Hoe komt dat toch? Een kleine groep die zich in de loop van de geschiedenis zo uitbreidt?
Pinksteren
Ja, het is Gods Geest die het woord gebruikt om de boodschap te verspreiden. Maar een boodschap zonder boodschapper wat levert dat op? Die boodschap zal niet aankomen! Drie momenten zijn er aan te wijzen in het begin van Handelingen. Discipelen die naar ‘boven’ staren (na Jezus’ hemelvaart). Discipelen die bidden. Discipelen die wachten. Daarna – zo zou je kunnen zeggen – barst het los. De wind van Gods Geest gaat waaien, stormen. Gods grote daden worden uitgeroepen. Boodschappers vertellen over God, Jezus, kruisiging, opstanding, bekering, Heilige Geest, doop en vergeving. Wie worden er op die ‘mooie’ Pinksterdag bereikt? Joden, veraf en dichtbij. Ook proselieten – heidenen die door besnijdenis tot de joodse gemeenschap waren gaan behoren. Werfkracht? Ja! 3000 mensen!
Zwervers voor God
Stefanus is een gedreven man met een ‘niemand’ ontziende prediking. Naar aanleiding van wat zijn laatste toespraak blijkt te zijn breekt een heftige vervolging los in Jeruzalem. Het kost vele gelovigen – ook dat van Stefanus - het leven. Behoorlijk wat christenen verlaten de stad. Maar overal waar zij komen verkondigen zij het evangelie. Zo blijkt de werfkracht juist door de vervolging versterkt te worden. Als zaad worden de christenen uitgestrooid buiten Jeruzalem. De Heilige Geest weet met de kromme stok van de verschrikkelijk vervolgingen rechte slagen van verkondiging van de naam van Jezus te maken. Tot twee keer toe lezen we in het boek Handelingen: Degenen die verdreven waren, trokken rond en verkondigden het woord van God (8:4 en 11:19). ‘Het proces van de evangelieverkondiging door ongeordende en onbezoldigde predikers was begonnen, en het was niet meer te stuiten’ (J.H. Bavinck).
Vereerder van God
Zo iemand is Cornelius: iemand die God vereert. Hij is geen jood maar de hebreeuwse Bijbel (het Oude Testament) is leidraad voor zijn leven geworden. Besneden is hij niet maar de God van Israël die aanbidt hij. Petrus moet er niet aan denken dat hij bij deze heiden, een onbesnedene, in huis zou stappen. Laat staan dat hij met hem zou eten. Maar de werfkracht van de Heilige Geest is sterker dan de weerstand van de apostel. ‘Wat God rein heeft verklaard, zul jij niet als verwerpelijk beschouwen’, luidt de stem die het visioen van het kleed (met daarop ook onreine dieren) begeleidt. Petrus wil er niet van eten. Het gaat in tegen alles wat hem van kind af aan geleerd is. Uit Handelingen 10 waar de geschiedenis van Petrus en de Godvereerder Cornelius staat beschreven hoe de Heilige Geest de leiding heeft. Zoals het lied zingt: En de Geest doorbreekt de grenzen die door mensen zijn gemaakt.
Werfkrachtbevorderaars
Wie een rivier bekijkt ziet dat die zijn eigen weg gaat. Grillig kan die rivier stromen. Hij maakt zijn eigen beddingen. Ga je die rivier bevaren dan zul je rekening houden met de weg die de rivier volgt. De wereld van de eerste eeuw is ook te zien als een rivier met eigen beddingen. En het blijkt dat de Heilige Geest die ‘rivier’ en zijn ‘beddingen’ van die dagen gebruikt om de werfkracht van het evangelie zo optimaal mogelijk te laten doorwerken. Zo’n bedding is de synagoge. In het Romeinse Rijk zijn overal synagogen te vinden. En dat zijn voor de handliggende plaatsen om het evangelie te verkondigen. Joden worden daar bereikt. En proselieten. En vereerders van de God van Israël. Paulus gaat tijdens zijn zendingsreizen altijd eerst op zoek naar een synagoge. Er is nog een tweede bedding te noemen: het familieverband. Verschillende keren lezen we over het tot geloof komen van iemand met zijn/haar hele huis (Lydia, de gevangenbewaarder, Stefanas). Dat ‘hele huis’ was meer dan man, vrouw en eventuele kinderen. Ook de slaven behoren daarbij en andere inwonende familieleden als grootouders. Het collectief van het familieverband bevorderde de verspreiding van de boodschap. Niet alleen het ‘thuis’ kan bevorderend werken ook de werkomstandigheden. Wat te denken van Cornelius. Zou die zijn mond hebben gehouden en zijn collega-soldaten niet hebben verteld (en voorgeleefd) over zijn nieuwe Heer? Het blijkt dat nogal wat soldaten de boodschap van redding van andere soldaten hoorden en zo tot geloof kwamen. Zo bereikte tentenmaker Paulus zijn collega tentenmaker Aquila met het evangelie. Dat is de derde bedding: de werkvloer. Een vierde bedding wordt gevormd door min of meer ‘toevallige’ ontmoetingen. In het boek Handelingen wordt heel wat afgereisd. En wie reist ontmoet andere mensen. Zelfs de gedwongen reis van Paulus naar Rome geeft hem de gelegenheid van God te getuigen.
Boodschap
Er kunnen allemaal natuurlijke beddingen aangewezen worden. De Heilige Geest maakt daarvan gebruik. Niet minder van belang is uiteraard de boodschap zelf. Uit het boek Handelingen blijkt dat voortdurend de naam van Jezus op de voorgrond wordt gesteld. Die naam mocht van de joodse leiders niet verkondigd worden. Dat krijgen de apostelen Petrus en Johannes te horen. De apostelen geven het aan: Door niemand anders kunnen wij worden gered, want zijn naam is de enige op aarde die de mens redding biedt (4:12). Genezingen? In de naam van Jezus! Vervolgingen? Gedragen in de naam van Jezus! Jezus is geen toverwoord (Hand.19:13) maar Hij is de Levende die om ons te redden naar onze wereld kwam. Wie Hem kent mag rekenen op Gods vergeving en nabijheid en het verwachten van zijn zegen. Een blijde boodschap! Ook vandaag liggen er natuurlijke beddingen. Laten we bidden dat de Geest ons langs die beddingen leidt om de boodschap van verlossing wervend te brengen.
Groningen
N. Vennik