Honderd jaar ethiek in Nederland
'Mag een jongeling op de dag des Heeren zijn beminde bezoeken?' Deze vraag komt ruim een eeuw geleden aan de orde in een vragenrubriek van een theologisch tijdschrift. Op de voorkant van dat tijdschrift staat een geopende Bijbel afgebeeld. De boodschap is duidelijk: de heilige Schrift is het beslissende richtsnoer voor geloof en leven. In overeenstemming daarmee wordt de bovengenoemde vraag beantwoord: 'Welzeker, een jongeling mag op den dag des Heeren zijne beminde bezoeken. Als hij tenminste daardoor niet genoodzaakt is den openbaren godsdienst te verzuimen'. Dit antwoord is kenmerkend voor de toen geldende gereformeerde levensstijl. Maar de tijden zijn veranderd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw bevat het tijdschrift dat inmiddels de naam Gereformeerd Theologisch Tijdschrift draagt, een artikel over kernwapens. In dit artikel speelt de Bijbel geen enkele rol van betekenis.
Stille revolutie
Met name heeft zich tussen 1950 en 1990 een grote ommekeer voorgedaan in de gereformeerde wereld. Deze ommekeer is een 'stille revolutie' genoemd (G. Dekker). Ze was vooral zichtbaar in de gereformeerde kerken (synodaal) en daaraan verwante kerken. Er kwam meer openheid voor de moderne cultuur. De seksuele moraal veranderde. Aanvankelijke aarzelingen ten aanzien van anticonceptiemiddelen worden overwonnen. Er komt openheid voor niet-christelijke politieke partijen. De publieke opinie werkt in de kerken steeds verder door. 'De tv deed in dit opzicht in de jaren zestig in één avond meer met de gereformeerde moraal dan honderd zondagse preken' (Frits de Lange).
Veel gereformeerde theologen geven de Bijbel niet meer het laatste woord, wel het eigen inzicht. Sommigen beweren bijvoorbeeld dat wij meer weten dan Paulus: als de apostel het inzicht in de menselijke geest zou hebben gehad dat wij vandaag hebben, zou hij daarmee in zijn brieven rekening hebben gehouden. Hij zou anders hebben gesproken over de positie van de vrouw en de omgang tussen mensen van gelijk geslacht. Een uitspraak van H. M. Kuitert, die jarenlang hoogleraar ethiek is geweest aan de Vrije Universiteit, is veelzeggend: 'De Bijbel is er niet voor de moraal, maar voor het verhaal'. Wanneer we willen weten wat we moeten doen en hoe we moeten handelen, hebben we volgens Kuitert en velen met hem de Bijbel niet nodig. We zouden moeten handelen op grond van argumenten. Het geloof motiveert en stimuleert tot goed handelen. Meer niet.
Wending naar de praktijk
Maar niet alleen binnen de gereformeerde wereld is de moraal sterk veranderd. In de gehele samenleving heeft zij een sterke verandering ondergaan. Dat proces heeft doorgewerkt in het onderwijs in de ethiek aan universiteiten en hogescholen. Daarvan geeft de bundel Ethiek in Nederland een goed beeld. Naast de gereformeerde ethiek komen daarin ook de hervormde en rooms-katholieke ethiek aan de orde. Verder geeft de bundel ruime aandacht aan wijsgerige ethiek en vormen van speciale ethiek zoals medische ethiek en bedrijfsethiek. Hoewel deze uitgave die tot stand is gekomen op initiatief van de Vereniging van Ethici in Nederland, geen volledig overzicht geeft van de geschiedenis en de ontwikkeling van de ethiek in Nederland, biedt ze wel een leerzaam overzicht. Ook spreken in deze bundel toonaangevende ethici hun verwachtingen ten aanzien van de toekomst uit.
Een eeuw geleden werd ethiek vooral gegeven binnen een theologische opleiding. Die situatie is helemaal gewijzigd. Ethiek komt vandaag aan de orde in elke opleiding en elke tak van wetenschap waarin ethische vragen een rol spelen. De belangstelling voor die vragen is geweldig toegenomen.
Een andere belangrijke wijziging die zich heeft voorgedaan, is de wending van de morele bezinning van abstracte, theoretische vragen naar de praktijk. De aandacht van ethici richt zich vanaf de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw vooral op praktische zaken. Daarbij kunnen we denken aan vragen rondom oorlog en vrede, levenseinde en levensbegin, ontwikkelingen in wetenschap en techniek, bedrijfsethiek, ethiek van de informatiesamenleving, omgaan met het milieu en genetische modificatie van planten en dieren.
Ontwikkelingen in de samenleving
Deze toenemende aandacht voor praktische morele vragen is ontstaan onder invloed van ontwikkelingen in de samenleving. Mensen zijn sinds de jaren zestig steeds meer betrokken geraakt bij maatschappelijke problemen. Ze zijn mondiger en kritischer geworden. Ook kunnen we denken aan de veelheid van levensbeschouwingen die we in ons land tegenkomen. De samenleving is veelkleuriger geworden. Ongetwijfeld heeft deze pluriformiteit bijgedragen aan de discussie over morele vragen uit de praktijk.
Daarnaast heeft de ethiek zich met name sterk naar de praktijk gewend vanwege de enorme vooruitgang in wetenschap en techniek gedurende de laatste halve eeuw. Die vooruitgang stelt ons voor nieuwe vragen en problemen. Vooral moeten we denken aan ontwikkelingen op het gebied van de medische wetenschap en medische technologie. Veel wordt in onze tijd gesproken over medische ethiek. Mag alles wat kan? Wie beslist bij een medische behandeling? Algemeen leeft de gedachte dat nieuwe technische mogelijkheden niet altijd goed zijn voor mensen en zelfs schade kunnen brengen. Ook de overheid is bij deze vragen betrokken. De genoemde bundel over ethiek in Nederland wijdt niet alleen een hoofdstuk aan ontwikkelingen binnen de medische ethiek maar ook aan de plaats van de overheid daarin. Daarbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan de wetgeving van de overheid ten aanzien van de afbreking van een zwangerschap, euthanasie, reageerbuisbevruchting, omgaan met het menselijk embryo en zijn beschermwaardigheid. De rol van de overheid bij moreel gevoelige beleidsvraagstukken in de gezondheidszorg is de laatste vijftig jaar sterk toegenomen. Maar haar rol is ook veranderd. Terwijl de betrokkenheid van de overheid bij deze vraagstukken aanvankelijk gestempeld was door motieven uit de christelijke traditie, is zij vandaag vooral gestempeld door een liberaal gedachtegoed.
Naast de medische ethiek zijn er allerlei andere vormen van toegepaste ethiek ontstaan. Het zijn vormen waar honderd jaar geleden geen aparte naam voor bestond. De genoemde bundel wijdt een aantal hoofdstukken aan bedrijfsethiek, milieuethiek, dierethiek en ethiek van de techniek. Duidelijk is dat Nederland leeft bij 'een ethiek van voorlopigheid' (H. J. Heering): aanwijzingen voor ons doen en handelen zijn betrekkelijk en veranderen met de tijden. Waar zal die ontwikkeling eindigen?
Apeldoorn
Helaas zag de beoogde auteur die een hoofdstuk zou wijden aan theologische ethiek, geen gelegenheid een bijdrage aan de bundel te leveren. Toch staan we wat dat betreft niet helemaal met lege handen. Wie iets wil lezen over het onderwijs in de ethiek aan onze Theologische Universiteit in Apeldoorn kan terecht in de bundel die in 1994 ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de universiteit is verschenen. Dit jubileumboek spreekt onder meer over het onderwijs in de ethiek dat gegeven is door prof. J. J. van der Schuit, prof. W. Kremer en daarna vanaf 1966 tot 1996 door prof. dr. W. H. Velema. Ook dat was ethiek in Nederland, een ethiek waarin het spreken van de Schrift richtsnoer en maatstaf was.
Feanwâlden
D.J. Steensma
N.a.v. B. Musschenga e.a., Ethiek in Nederland. Van 1900 tot 1970 en daarna. Uitgeverij Damon, Budel, 2010; 376 blz.; Prijs € 29,90; ISBN 978 94 6036 041 1.